ethiek
vrijheid de belangrijkste vooronderstelling van ethiek: je moet mensen verantwoordelijk
kunnen houden voor ethiek,
vrijheid heeft te maken met verantwoordelijkheid
Ethiek heeft te maken met wat jij belangrijk vindt- goed of slecht vindt, maar als je geen
vrijheid hebt, kan je mensen niet verantwoordelijk houden voor hun daden.
de mate van verantwoordelijkheid die we iemand toeschrijven voor iemands daden.
onze vrijheid kan ingeperkt worden door:
- genetisch determinisme: je genetische samenstelling kan je gedrag beïnvloeden
(ADHD) je bent drukker en ongeconcentreerd. Dit is vastgelegd in je genen. Je zou
eerder gestraft kunnen worden als je ADHD hebt dan iemand die geen ADHD heeft.
- Sociaal determinisme: vaak zijn de keuzes die we maken bepaald door het milieu
waarin we zijn opgegroeid, onze opvoeding, onze omstandigheden etc.
- religieus determinisme: God bepaalt alles
ethiek gaat ervan uit dat we vrij zijn om onze handelingen te sturen en ons gedrag te
bepalen, maar is dat wel zo?
moreel dilemma: de consequenties van jouw keuze hebben invloed op een ander.
niveau ethiek
1. toegepaste ethiek (niet-filosofisch)
toepassen van bestaande regelgeving in de praktijk. (ll komt te laat, leraar laat ll
briefje halen, rechter veroordeelt misdadiger aan de hand van wetboek en
omstandigheden)
‘wat is goed?’ op een concreet probleem of veld van problemen
2. descriptieve ethiek (niet-filosofisch)
beschrijven wat het geval is
het beschrijven van feitelijk geldende normen of normenstelsels
wat vinden mensen goed in een bepaalde context (land, tijd, cultuur)
(sociologen, journalisten)
3. normatieve ethiek/prescriptieve ethiek (filosofisch)
de zoektocht naar criteria ter beoordeling of rechtvaardiging van menselijk handelen.
normatieve ethiek: scrhijft richtlijnen voor en neeemt een ethische positie in.
het draait om maatstaven en criteria waar je op basis van bepaald welke normen je
moet hebben
4. meta-ethiek
het onderzoeken van de betekenissen die in moraal en ethiek een rol spelen en
vooronderstellingen bij ethische posities.
Moreel realisme; de opvatting dat er morele feiten zijn - sommige dingen zijn altijd goed of
slecht. Moraal is een feit. Liegen is slecht is een feit, zoals de aarde is rond
moreel antirealisme: moraal gaat over meningen, jouw ethiek is een mening. Of je liegen
slecht vindt is een mening.
,je kunt kijken naar mensen die een bepaald ethisch standpunt nemen, je kunt dat standpunt
verbinden aan een ethische theorie, waarin de onderbouwing en beargumentering staat.
meta ethici kijken verder; zij kijken naar de vooronderstellingen van die theorie.
1.moraal is de zedelijke waardering van menselijke handelingen. Ethiek is de praktische wijsbegeerte
die handelt over zedelijke begrippen en gedragingen (goed of kwaad). Ethiek is dus de theorie van de
moraal.
2. immoreel: de handeling is het tegenovergestelde van moreel
amoreel: de handeling heeft niks met moraliteit te maken
3. een handeling die niet moreel of immoreel is, er worden geen morele kwaliteiten aan
gebonden
4. gewoonte/gebruik
5. moraal: je te vervolmaken om op die manier gelukkig te worden
ethiek: de juiste manier van leven, het beste voor de mens
6 vroeger waren de begrippen veel meer op jezelf gericht en nu hebben de betekenissen
van de begrippen te maken met wat goed is voor de groep.
verschil tussen moraal en ethiek:
moraal is de praktijk
ethiek is theorie
moraal:
- een handeling wordt moreel als jouw gedrag invloed heeft op het welzijn van een
ander.
- een keuze wordt een morele keuze als je de bewuste keuze maakt om iets te doen
(opzettelijk)
- als jouw keuze ongunstig is voor het welzijn van een ander is het een slechte moraal.
vragen
1. Wat is het verschil tussen ¨moraal¨ en ¨ethiek¨? (zie ook einde paragraaf)
Moraal is praktisch en ethiek is theoretisch. Als we het hebben over moraal hebben
we het over de praktijk. Op school is er bijv. een bepaalde moraal die gevolgd wordt.
De ethiek is iets anders, namelijk de theorie achter de moraal. Een handeling wordt
pas moreel, als jouw gedrag invloed heeft op het welzijn van een ander. Als je dus
iets per ongeluk doet, of onbewust, is het nog niet echt moreel. Het wordt een morele
keuze als je een bewuste keuze maakt.
Als jouw keuze ongunstig is voor het welzijn van een ander is het moreel slecht
gedrag. Als de keuze gunstig is voor het welzijn van een ander is het een goede
keuze. Ethiek is meer de theorie en moraal is meer de praktijk. De visie achter de
moraal is ethiek. Bijv. je wilt iemand helpen. Diegene helpen is de moraal. de
opvattingen daarachter is de ethiek.
als je onethisch handelt dan doe je iets wat niet goed is, maar als je immoreel
handelt dan is dat heel erg, dan doe je bewust iets ernstig fout.
2. verschil immoreel en amoreel
amoreel: iets wat niet moreel is (en dus niks te maken heeft met moreel)
, Immoreel is het tegenovergestelde van moreel. Immoreel handelen is een ernstige
overtreding van de morele regels, onethisch handelen is dit in mindere mate. Als
een handeling amoreel is, heeft de handeling niets met moraal te maken; een
amorele handeling is dus noch ethisch noch onethisch, oftewel ethisch neutraal.
(fietsen, een boterham eten)
3. ethisch neutraal
ethische neutrale handeling: een handeling die geen betrekking heeft op de moraal.
het heeft niks te maken met de morele regels.
4. letterlijke betekenis oudheid ethiek en moraal
ethiek en moraal betekenden gewoonte/gebruik. De woorden verschoven van
“normaal” naar “normatief”.
morelen zijn vaak ontstaan door gewoonten
die gewoonten werden verplichtingen → norm
zede = gewoonte
waarde: datgene wat je belangrijk vindt, waar je naar streeft of wat je wilt behouden.
Een waarde kan je in één of enkele woorden uitdrukken (milieu,familie)
norm: gedragsregels waaraan je je moet houden om een bepaalde waarde te
bereiken of te behouden. (niet je afval op straat gooien, voor elkaar zorgen)
één waarde leidt tot meerdere normen.
5. invulling oude filosofen ethiek en moraal en verschil met andere filosofen
ethiek: de juiste manier van leven
In de oudheid gingen ethiek en moraal vooral over: wat is de juiste manier van
leven? Hoe word ik gelukkig, wat is een goede manier van leven? Het uitgangspunt
is egocentrisch: hoe leid ik een goed en gelukkig leven? maar niet egoïstisch omdat
ze zeiden dat je alleen een goed leven kan leiden in harmonie met je medemens.
nu:
Gaat over de vraag: welke gevolgen hebben de keuzes die ik maak voor het welzijn
van een ander? Wat is de invloed van mijn gedrag op het geluk van een ander.Je
spreekt pas van een ethische keuze als het invloed heeft op het welzijn van een
ander. de ander staat centraal, niet je eigen geluk.
6. ontwikkeling
De ontwikkeling van egocentrische ethiek naar de ethiek die gaat over het welzijn
van anderen. De betekenis is dus verschoven, maar er zijn nog genoeg
hedendaagse filosofen die pleiten voor een herwaardering voor die oude ethische
vraag “hoe word ik gelukkig?”.
7. verschillen: moraal, zeden en omgangsvormen (etiquette)
Zeden zijn gewoontes, ze hebben geen dwingend karakter
Omgangsvormen lijken op gewoontes, maar gaan meer over hoe je met andere
mensen omgaat; het zijn etiquette-regels.Als je voor iemand de deur openhoudt is
dat niet perse moraal, maar gewoon een omgangsvorm.
moraal en zeden: zijn dwingender, als je morele regels overtreedt is er
verontwaardiging, bij het tegengaan van ethiek is er sprake van minachting
8. verschil moraal en etiquette
moraal: normatief
etiquette: gedragsregels
- moraal overtreden: schuldig
etiquette overtreden: stom
- moraal gericht op welzijn van anderen
, etiquette: regels van maatschappelijk verkeer
- moraal is normatief, dus veel algemener
etiquette voor sociaal verkeer van een bepaalde klasse
- moraal: zit diep en vast in de samenleving
etiquette regels kunnen makkelijker veranderen
Wie de moraal overtreedt is een schurk (vaak strafbaar), wie de etiquette overtreedt is een
lomperik (bijna nooit strafbaar).
Daarnaast zijn morele regels veel sterker dan etiquette regels. Moraal heeft echt te maken
met het welzijn van anderen; om iets moreel goed te doen moet je extra moeite doen en
jezelf vaak een beetje wegcijferen.
Ook zijn etiquette regels minder normatief dan morele regels; etiquette regels zijn gebonden
aan de groep mensen (cultuur) die het betreft, ze zijn veel minder algemeen. Morele regels
daarentegen gaan op voor iedereen in de samenleving, de intentie is dat ze universeel
zouden moeten zijn.
Plus; morele regels liggen voor een lange tijd vast, terwijl omgangsvormen in een hoger
tempo veranderen.
9 ethisch monisme en ethisch pluralisme
ethisch monisme: één begrip staat centraal, er bestaat maar één moraal, één moreel
systeem.
ethisch pluralisme: er bestaat een veelheid van moralen, er zijn meerdere morele systemen,
die niet tot elkaar terug te voeren zijn. De verschillen zijn fundamenteel en onoverbrugbaar.
(macintyre)
10. evolutionaire visie op moraal
de ontwikkeling is niet hetzelfde geweest op verschillende plekken op aarde
Morele systemen veranderen door de tijd heen. Je zou het zo kunnen zien: er is ooit een
oermoraal geweest. Mensen gingen verspreid wonen en ze namen alleen de morele regels
met zich mee die van toepassing waren op hun situatie. Daardoor ontstonden er meerdere
morele systemen.
11. bestanddelen moraal
gevormd door stelsel van gedragsregels met een dwingend karakter: het zijn meer of minder
stringente geboden en verboden
plichten, deugden, ondeugden
Een moreel systeem bestaat uit normen en waarden, maar ook plichten/deugden/
12. verschil moraal en wetenschappelijke theorie
moraal open systeem
wetenschappelijke theorie: gesloten systeem
1. Morele regels kunnen nog veranderen, maar wetenschappelijke theorieën zijn op een
gegeven moment ‘af’.
deugd: positieve karaktereigenschappen die een persoon heeft, die we bewonderen of
prijzen.
karaktereigenschappen waarvan we zeggen dat het goed is dat een persoon die heeft.
1. Wat zijn volgens jou de noodzakelijke voorwaarden voor een goed leven? Noem er
zoveel mogelijk.
goede gezondheid, vrijheid, veiligheid, financiële stabiliteit, hobby/ baan waar je
gelukkig van wordt, basisbehoeften
piramide van maslow: