Antwoordmodel oefententamen Inleiding Burgerlijk Recht eindtoets
Vraag Antwoord Vindplaats *zie tevens de in hoorcolleges en werkgroepen besproken stof*
1. B Hijma & Olthof 2017, nr. 28.
2. A Art. 7:2 jo. art. 3:39 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 2.2, 10.2; Hijma
& Olthof 2017, nr. 47, 465-466.
3. C Art. 3:63 lid 2 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 3.2-3.4, Hijma &
Olthof 2017, nr. 75-76, 77-78, 83, 85.
4. B HR 21 december 1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC0088, NJ 1991/251
(Van Geest/Nederlof), r.o. 3.2, 3.3, 4.2.
5. D Art. 6:31 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 5.3; Hijma & Olthof 2017,
nr. 337.
6. D Art. 6:75 BW; garantie gegeven; Nieuwenhuis 2019, par. 6.4;
Hijma & Olthof 2017, nr. 368, 370.
7. D Nieuwenhuis 2019, par. 6.1-6.6; Hijma & Olthof 2017, nr. 331,
332 e.v.
8. C Art. 6:7, 99, 102, 164, 162 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 5.2, 7.2-
7.4.1, 9.4; Hijma & Olthof 2017, nr. 308-310, 396c, 407-412,
425.
9. A Art. 6:179 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 7.4.9; Hijma & Olthof
2017, nr. 389, 436.
10. D Nieuwenhuis 2019, par. 7.2.2; Hijma & Olthof 2017, nr. 410.
11. C Art. 6:198 jo art. 6:201 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 8.2; Hijma &
Olthof 2017, nr. 73, 437-439.
12. C Art. 6:98 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 9.3.3, Hijma & Olthof
2017, nr. 396, 397.
13. A Nieuwenhuis 2019, par. 9.2.1-9.2.2, 9.5; Hijma & Olthof 2017, nr.
365a, 392-392a, 398.
14. A Nieuwenhuis 2019, par. 1.2.1, 1.2.7; Hijma & Olthof 2017, nr.
104, 154.
15. D Art. 3:4 jo. art. 5:3 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 1.2.4; Hijma &
Olthof 2017, nr. 13-14, 208, 211-212.
16. C Art. 3:84 jo. 3:90 jo. art. 3:115 sub a BW; Nieuwenhuis 2019,
par. 10.3, m.n. 10.3.3; Hijma & Olthof 2017, nr. 125-126, 174.
17. D Nieuwenhuis 2019, par. 10.3.9-10.3.12; Hijma & Olthof 2017, nr.
151-153.
18. C Art. 3:84 jo. 3:94 jo. 3:88 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 10.2.2,
10.4; Hijma & Olthof 2017, nr. 129-129a, 156-158a.
19. B Art. 3:7, art. 6:142 BW; Nieuwenhuis 2019, par. 13.1, 13.7;
Hijma & Olthof 2017, nr. 19, 256, 274.
1