Samenvatting boek
Motivatie
- Onder motivatie verstaan we het totaal van beweegredenen of motieven dat op een
bepaald ogenblik werkzaam is binnen een individu.
Motivatie wordt bepaald door:
1. Interne kracht (behoeften)
2. Externe kracht ( situatie)
3. Betekenisgeving aan situatie en behoeften
Motivatie door interne krachten
- Theorie van Maslow (zie aantekeningen)
1. Fysiologische behoeften -> gaat hier om de behoefte aan zaken die nodig zijn om
in leven te blijven. (bijv, water, voedsel)
2. veiligheids behoeften -> behoefte aan veiligheid, zekerheid en bescherming
3. sociale behoefte -> behoefte aan sociaal contact, vriendschap, liefde en ergens bij
horen
4. erkenningsbehoefte -> hierbij gaat het om de behoefte aan waardering en respect
door anderen, aan achting en status
5. zelfactualiseringsbehoefte -> behoefte aan kennis, waarheid en
wijsheid om tot zelfontplooiing of persoonlijke groei te komen
- Aan maslows theorie liggen 2 uitgangspunten:
- Deprivatie van behoefte leidt tot activatie. Wanneer er sprake is
van een tekort (deprivatie), een onbevredigde behoefte, zal de
mens in beweging komen (activatie)
- Behoefte zijn hiërarchisch geordend. Maslow is van mening dat er
een vaste ordening zit in behoeften. Wanneer de ene behoefte is bevredigd, dan pas
is er behoefte aan een andere behoefte.
- Theorie van alderfer
- Volgend alderfer zijn er 3 soorten behoeften, deze staan beschreven in zijn ERG-
theorie
1. Existentiële behoefte, dit is behoefte aan materiele zekerheid
2. Relationele behoeften, dit is behoefte aan goede relaties met andere mensen, en aan
liefde en vriendschap
3. Groeibehoefte, dit is de behoefte aan persoonlijke groei, aan mogelijkheden zichzelf
te ontplooien.
- Theorie van mcclelland
1. Prestatie behoeften, als deze behoefte dominant is, zullen mensen vooral gericht
zijn op het leveren van goede prestaties.
2. Machtsbehoefte, mensen bij wie deze behoefte dominant is, streven naar invloed
en controle van andere.
3. Affiliatiebehoeften, als deze behoefte dominant is, zijn mensen gericht op het
scheppen van goede relaties met anderen.
, Motivatie door externe kracht
- Bij motivatie door extrerne krachten gaat het om de situatie
- Wet van het effect:
- De gevolgen van een handeling bepalen of iemand de neiging heeft om die handeling
te herhalen of juist achterwege te laten.
Motivatie door betekenisgeving aan situatie en behoeften
- Mensen kunnen gedrag vertonen omdat dat wordt uitgelokt door de situatie, dit is
een trekkende kracht. Anderzijds worden ze aangezet tot gedrag door hun behoefte,
dit is een duwende kracht.
- Verwachtingstheorie:
- Of mensen geneigd zijn om zich in te spannen voor het werk, hangt volgend de
theorie af van verschillende overwegingen:
1. Het verband tussen inspanning en prestatie. Dit is de ingeschatte kans dat een
bepaalde inspanning leidt tot goede prestaties
2. Het verband tussen prestaties en opbrengsten. Dit is de mate waarin iemand
gelooft dat goede prestaties daadwerkelijk zullen leiden tot gewaardeeerde
opbrengsten
3. De waarde van opbrengsten. Het werk kan verschillende positieve opbrengsten
verschaffen, zoals een goed loon, een hoge status, voldoende groeimogelijkheden
etc. er kunnen ook negatieve opbrengsten zijn, zoals frustratie, conflicten en
stress.
- Attributie theorie
- Verklaart waarom mensen zich inspannen, als ze het idee hebben dat ze met hun
inspanning succes kunnen bereiken, dan doen ze dat.
- Interne attributie -> we spreken van interne attributie wanneer iemand tot de
conclusie is dat hij de enige is die het fout of juist goed doet, hij zal dan de oorzaak bij
zichzelf zoeken
- Externe attributie -> er is sprake van externe attributie als mensen hun slagen of
falen toeschrijven aan omstandigheden.
- Fundamentele attributiefout -> ontstaan omdat mensen de neiging hebben om de
oorzaken van gedrag bij andere personen eerder toe te schrijven aan de
eigenschappen van die persoon, dan aan de omstandigheden.
Werk intrinsieke motieven
- Hebben te maken met de uitdaging die er van het werk zelf uitgaat en met het plezier
in het werk. Mensen doen niet hun best omdat ze verwachten beloond te worden,
maar omdat ze het werk leuk vinden en plezier ontlenen aan een goede prestatie
Werk extrinsieke motieven
- Hebben te maken met de opbrengsten die daarmee verkregen worden. Te denken
valt aan geld, beloningen, goede werkomstandigheden, status enzovoort.