1.2 Basisvaardigheden
1.2.1 Talstelsels
Talstelsel: systeem om hoeveelheden op te kunnen schrijven en ermee te
kunnen rekenen dat voor iedereen begrepen en gehanteerd kan worden.
Romeins cijfer Waarde
I 1
V 5
X 10
L 50
C 100
D 500
M 1000
Additief talstelsel:
systeem waarin de waarde van het voorgestelde getal bepaald wordt door
het totaal van de symbolen.
De regels waren:
Een symbool gevolgd door een symbool voor een even groot of kleiner
getal, betekent dat de waarde van beide symbolen bij elkaar opgeteld
moeten worden. Dus XX= 10+10=20 en XIII=13
Een symbool gevolgd door een symbool met een grotere waarde betekent
dat het kleinste getal van het grootste getal moet worden afgetrokken.
IX betekent dan 10-1=9
Nadeel is: het heeft een beperkt aantal symbolen en het rekenen op een blaadje
is erg bewerkelijk. Bijzonder is dat het symbool voor nul niet nodig is.
Positiestelsel:
De waarde van een cijfer wordt niet alleen bepaald door het cijfer zelf,
maar ook door de plaats waar dat cijfer in het getal staat.
In dit stelstel is het genoodzaakt dat er een symbool voor 0 gebruikt
wordt. De positie voor honderdtallen kan bij dit getal niet leeg gelaten
worden 3073
Tientallig positiestelsel:
Basis voor ons positiestelsel is het getal 10.
10-3 betekent 10 x 10 x 10
10-2 betekent 10 x 10
Visualiseren van getallen
Twee manieren om getallen in beeld te brengen:
1. Materialen: blokjes
2. Model: getallenlijn
1