Trusted Criminals – David Friedrichs
Inhoud
Hoofdstuk 1: The Discovery of White Collar Crime ............................................................................................... 2
Hoofdstuk 2: Studying White Collar Crime and Assessing Its Costs ..................................................................... 7
Hoofdstuk 3: Corporate Crime ............................................................................................................................ 11
Hoofdstuk 4: Occupational Crime and Avocational Crime ................................................................................. 15
Hoofdstuk 5: Governmental Crime: State Crime and Political White Collar Crime ............................................ 21
Hoofdstuk 6: State-Corporate Crime, Crimes of Globalization and Finance Crime ............................................ 26
Hoofdstuk 8: Explaining White Collar Crime; Theories and Accounts ................................................................ 31
Hoofdstuk 9: Law and the Social Control of White Collar Crime ........................................................................ 38
Hoofdstuk 10: Policing and Regulating White Collar Crime ............................................................................... 43
Hoofdstuk 11: Prosecuting, defending, and adjudicating white collar crime .................................................... 49
Hoofdstuk 12: Responding to the Challenge of White Collar Crime ................................................................... 53
1
, Hoofdstuk 1: The Discovery of White Collar Crime
Het kwam voornamelijk aan het licht tijdens de grote financiële crisis in 2008. Maar
witteboordencriminaliteit (wbc) is maar een kleine dimensie van de financiële crisis. Er zijn veel situaties
denkbaar:
- Een museumdirecteur die voor 2 miljoen fraudeert.
- Een apotheker die medicijnen voor kanker verdunde om er meer aan te verdienen.
- Een groot bedrijf wat 3 miljoen betaalt voor een schikking.
- Dokter die zich laat omkopen om bepaalde medicijnen voor te schrijven.
Deze situaties lijken niet veel gemeen te hebben:
Grote machtige organisatie Relatief kleine organisaties
Bedrijven Individuen
Grote sommen geld Relatief weinig geld
Bij beide situaties kunnen er mensenlevens worden bedreigd of kunnen er gezondheidsrisico’s zijn op de
lange termijn. Maar er zijn ook grotere overeenkomsten:
I. Ze lijken allemaal niet op vormen van criminaliteit waar mensen direct aan denken bij het
woord ‘criminaliteit’; het zijn geen traditionele vormen zoals moord, verkrachting en roof.
II. De daders worden vertrouwd en gerespecteerd.
In tegenstelling tot daders van ‘traditionele’ criminaliteit.
III. Deze situaties zijn nooit de focus geweest van de wet en het juridisch system.
IV. Ze worden allemaal gezien als vormen van wbc.
Voor zover er een eenduidige definitie bestaat over het begrip.
De term wbc is nu relatief bekend onder mensen, maar hij zorgt ook voor verwarring. Denk bijvoorbeeld
aan het ongeluk met de Titanic. Sommige mensen zien het daadwerkelijk als een ongeluk, anderen denken
dat het voorkomen had kunnen worden als er niet was bespaard op betere materialen. Zo’n economisch
gemotiveerde beslissing van een gerespecteerde professional en van een bedrijf met een goede naam, kan
worden gezien als een vorm van wbc.
Edwin Sutherland and the discovery of white collar crime
Sutherland kwam al in 1939 met de term wbc. Hij was vooral boos op de grote bedrijven die de
Amerikaanse economie zouden bedreigen met hun praktijken. Hij vond daarbij dat de focus te veel lag op
de criminelen uit de lagere klasse van de maatschappij. Daarom kwam hij met de differentiële
associatietheorie. Deze theorie kijkt naar het leerproces en zal later uitgebreid aan bod komen.
Er waren al meer criminologen die soortgelijke vormen van criminaliteit zagen: Beccaria (1764)
erkende criminaliteit die de ‘great and rich’ pleegden. Marx en Engels (1848) spraken over de machtigen
en geprivilegieerden die ‘criminaliteit’ pleegden. Ross (1907) kwam met ‘the criminaloid’: een zakenman
die uitbuitende daden begaat – die vaak illegaal zijn – vanwege zijn verlangens om zijn winst te
maximaliseren, terwijl hij zich verbergt achter de façade van respectabiliteit en vroomheid. Ross vindt dat
deze criminelen geen moraal hebben en hij houdt ze direct verantwoordelijk voor onnodige doden van
klanten en werkers.
Sutherland zag wbc als criminaliteit in de hogere- of witteboorden klasse, samengesteld uit
gerespecteerde zaken en professionele mensen. Deze vorm is een schending van gedelegeerd of
verondersteld vertrouwen. In 1940 kwam hij met zijn laatste boek en onderzoek. Hij bestudeerde vele
bedrijven en zag dat 97% wbc pleegde en dit vaker deed (recidiveerde). Hier keek hij voornamelijk naar
fraude, het profiteren en het ontwijken van belastingen. Hij zag wbc als een vorm van georganiseerde
misdaad. De criminaliteit is rationeel, opzettelijk, voortdurend en veel verder rijkend dan men dacht.
Slachtoffers kunnen er lastig op reageren omdat de delicten moeilijker te bewijzen zijn.
Aan de ene kant zijn veel auteurs het met Sutherland eens. Aan de andere kant wordt hij niet vaak
geciteerd. Dat komt doordat het concept van wbc voor de meesten vaag is, doordat Sutherland vooral
individualistisch kijkt en vooral sociale structurele factoren (kapitalisme, winstmarges etc.) negeert.
Defining white collar crime
Er is nog steeds verwarring over de term wbc. Dat komt doordat:
I. Veel verschillende termen gebruikt zijn om activiteiten te benoemen die of onder wbc vallen
of gelinkt kunnen worden aan bijvoorbeeld economische criminaliteit, onzichtbare
criminaliteit, commerciële criminaliteit etc.
2
, In sommige gevallen refereren verschillende termen naar dezelfde activiteit, in andere
gevallen refereren ze naar specifieke vormen.
II. De term criminaliteit wordt gebruikt in plaats van deviantie.
a. Het gaat over het beschadigen van iets.
b. Heel wat vormen van wbc wijken niet af van hoe mensen zich normaal gezien gedragen.
c. Veel daders ontwijken het stigma: ze zien zichzelf niet als deviant, hebben geen deviante
levensstijl etc.
In Box 1.2 staat hoe je wbc kan zien: sommigen vinden dat wbc alleen wbc is als het wordt gepleegd door
mensen met een hoge status, sommigen vinden dat het alleen betrekking kan hebben op individuen en
anderen betogen dat het alleen betrekking kan hebben op zowel individuen als organisaties.
Criminologen zijn het er wel over eens dat wbc:
I. Voorkomt in een legitieme werksfeer.
II. Wordt gemotiveerd door het doel om economische winst of beroepsmatig succes te
genereren.
III. Wordt niet gekarakteriseerd door direct, opzettelijk geweld.
De definitie die nu meestal wordt gebruikt is: illegale of niet-ethische daden die publiek vertrouwen
schendt door een individu of organisatie, normaal gezien tijdens legitieme beroepsmatige activiteiten,
door personen met hoge of gerespecteerde sociale status voor persoonlijk of organisationeel gewin.
A multistage approach to defining white collar crime
Er moet worden gekeken in stadia:
I. Polemical: normale criminaliteit tegenover wbc.
II. Typological: criminele patronen en gedrag categoriseren om het te kunnen verklaren en aan
te pakken. Voorbeelden:
Beroepsmatige criminaliteit: in tegenstelling tot wbc is het volgens deze definitie niet
nodig om een hoge status te hebben.
Corporate crime als een aparte vorm van georganiseerde misdaad, omdat er onderscheid
wordt gemaakt het gaat erover dat mensen deze daad plegen voor hun bedrijf.
De categorieën worden onderscheiden door:
o Context (bedrijf, overheid) en het niveau (organisatie, individu).
o Status of positie van de dader (hoge klasse, middel klasse).
o Slachtoffers (samenleving, individu).
o Soort schade (economisch verlies, fysieke schade).
o Classificatie in de wet (fraude, onrechtmatige daad).
De categorieën zijn:
a. Corporate crime: illegale en schadelijke handelingen uitgevoerd door functionarissen
en werknemers van bedrijven om bedrijfs- (en persoonlijke) belangen te bevorderen.
Bedrijfsgeweld, bedrijfsdiefstal, manipulatie, politieke corruptie of
bemoeizucht.
b. Occupational crime: illegale of schadelijke financiële handelingen gepleegd binnen
een context van legitieme bedrijven.
Werknemerscriminaliteit, criminaliteit door professionals,
detailhandelcriminaliteit en dienstencriminaliteit.
c. Governmental crime: reeks handelingen waarbij de overheid zelf zorgt voor illegale of
schadevolle handelingen.
Straatcriminaliteit en politieke wbc.
d. State-corporate crime, crime of globalization, high finance crime: hybride vormen van
wbc die een combinatie zijn van overheids-, bedrijfs-, internationale en financiële
criminaliteit.
High finance crime gaat vooral over criminele activiteiten op een ‘hoog’
niveau zoals criminaliteit door bankiers en verzekeringsmarkten.
e. Enterprise crime, contrepreneurial crime, technocrime en avocational crime: overige
marginale vormen van wbc.
Enterprise: samenwerking legale wereld en georganiseerde misdaad.
Contreprenaurial: fraude en oplichting met legale zaken.
Avocational: door werkers die buiten het bedrijf staan zoals
belastingontduiking en verzekeringsfraude.
Operational: het vormen van een definitie die te gebruiken is voor
onderzoek. Deze definitie is heel lastig bij wbc.
3