1 Wat is governance?
Organisatorisch management
- Kwaliteit en veiligheid: focust op het level waar het management- en leiderschapswerk gewoonlijk bevindt.
- Patiëntgerichte zorg: organisaties streven ernaar om patiëntgerichte zorg te leveren om patiënt
uitkomsten te verbeteren.
- Organisatorisch gedrag: voorziet inzichten in het gedrag van individuen en groepen in de organisaties
en de effecten op de resultaten en de levering van de gezondheidszorg.
- Financieel management: financieel management is verbonden aan gezondheidsservice management
en wordt geanalyseerd vanuit het perspectief van een gezondheidszorgorganisatie.
- Health service operations management: gebruik van operationeel management theorie en concepten
voor operationeel beheer van individuele eenheden binnen de gezondheidszorg aanbieders.
Beleid op 3 niveaus:
1. Binnen de instituten (mesoniveau)
2. In het dagelijkse praktijken van mensen (microniveau)
3. In het bredere socio-politieke context (macroniveau)
Bestuur tijdens crisis
Socio-politieke context
- Afhankelijkheid van en beïnvloedt door verschillende stakeholders
- Rol van de burgermeester in veiligheidsregio’s
- RIVM als het centrum van expertise
- Kracht verschillen, zoals medisch specialistische associaties die werken
door de media
Organisatorisch
- Organisatorische netwerken en lagen
- Het delen van beschermende middelen binnen en tussen organisaties
- Coördineren van IC patiënten
- Zelf-producerende IC ventilatoren
- Lege ziekenhuizen, limiteren van de ‘normale zorg’
Dagelijkse praktijk
- Verzekeren dat (schoonmaak) personeel naar het ziekenhuis blijft komen
- Niet-corona patiënten die misschien zorg nodig hebben worden uitgesteld. Welke fysieke en mentale
consequenties kan dit op hen hebben?
Lessen voor zorgbestuur
Een veerkrachtig systeem is geen ‘snelle fix’ maar een lange, gelaagde benadering en systeem leren is nodig.
- Een crisis verandert over tijd, situatie en actoren het belang van framing
- Werken aan relaties is belangrijk voor vertrouwen en solidariteit (vertrouwen is relationeel en heeft
werk nodig)
- Framing van een crisis en de verschillen in ervaringen en kennis is cruciaal organiseren van
tegenwerkende krachten
- Maak plaats voor leren tijdens de crisis
- Spanningen tussen institutionele logica (competitie, samenwerking, professionele zelfregulatie)
- Data-infrastructuur vereist (informele) werk en politiek
- Representatie van de volledige zorgketen is cruciaal
- De rol van frontlinie werkers moet worden erkend
1
,Lessen voor zorgbestuur (regionaal)
- Wie, wat, waar is ‘de regio’? (Veiligheidsregio, GGD-GHOR, ROAZ, waterautoriteiten etc.)
gefragmenteerde institutionele landschap vereist constante coördinatie
o GHOR = Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio
o ROAZ = Regionaal Overleg Acute Zorgketen
- Wie ‘bezit’ zorg gedurende een crisis (bestuur kwestie, er is geen duidelijk antwoord,
gedecentraliseerd multicentersysteem, coördinatie tussen alle verschillende systemen)
o Acute vs. Langdurige zorg
o Rol van regelgevende instanties, verzekeraars
o Gecentraliseerd vs. Gedecentraliseerde coördinatie
Literatuur college 1
Rhodes (2007) – Understanding Governance
Governance: verwijst naar het regeren met en door netwerken. Rhodes definieert het als:
1. Onderlinge afhankelijkheid tussen organisaties. Governance is breder dan alleen de overheid en omvat
ook niet-statelijke actoren. Door de grenzen van de staat te veranderen, werden de grenzen tussen
publieke, private en vrijwillige sectoren verschoven en ondoorzichtig.
2. Voortdurende interacties tussen netwerkleden, veroorzaakt door de noodzaak om bronnen uit te
wisselen en te onderhandelen over gedeelde doelen.
3. Spelachtige interacties, geworteld in vertrouwen en gereguleerd door spelregels waarover is
onderhandeld en overeengekomen door netwerkdeelnemers.
4. Een aanzienlijke mate van autonomie t.o.v. de staat. Netwerken hoeven geen verantwoording aan de
staat af te leggen: ze zijn zelf-organiserend (door interacties). Hoewel de staat geen bevoorrechte,
soevereine positie inneemt, kan hij wel indirect en onvolmaakt sturing geven aan netwerken.
Wat is de rol van governance? Wie wordt gestuurd en hoe? Wat brengt governance met zich mee?
- De netwerkleden worden gestuurd door de staat. Er is geen hiërarchisch systeem.
- Dit artikel gaat over het Britse politieke systeem
- De staat is niet het enige interactie lid, maar de staat heeft wel macht/autonomie om de regels te veranderen.
- De staat kan sturen door de regels en grenzen vast te leggen door wetten, etc.
De belangrijkste concepten van dit artikel: gedifferentieerde politiek
- Core executive (kern uitvoerend): ‘Wie doet wat?’ en ‘Wie heeft welke middelen?’
- Hollowing-out the state (uithollen): de groei van governance heeft het vermogen van de uitvoerende
macht om effectief te handelen verminderd, waardoor het minder afhankelijk werd van een
commando-operatiecode en meer afhankelijk van diplomatie. De staat is van bovenaf uitgehold
(bijvoorbeeld door internationale onderlinge afhankelijkheid), van onderaf (door vermarkting en
netwerken), en zijwaarts (door agentschappen en verschillende soorten parastatale lichamen).
- Policy networks (politieke netwerken): reeksen van formele en informele institutionele verbanden
tussen overheids- en andere actoren, gestructureerd rond gedeelde belangen bij het maken en
uitvoeren van overheidsbeleid.
- Network governance (netwerk governance): een nieuw proces van bestuur; of een veranderde toestand
van geordende heerschappij; of de nieuwe methode waarmee de samenleving wordt geregeerd.
Verschillende niveaus, sturing, machten, rol van de overheid:
- Macroniveau (gaat over Brits politiek systeem)
- De macht van de overheid is nog steeds relatief hoog, omdat de andere actoren wel macht hebben,
maar niet zoveel als de staat.
2
, Scholten (2019) – Hospital governance
Ziekenhuisbestuur wordt gedefinieerd als:
1. Een geheel van processen en instrumenten in verband met besluitvorming bij het sturen van het
geheel van institutionele activiteiten
2. Het beïnvloeden van de meest belangrijke aspecten van organisatorisch gedrag
3. Het erkennen van de complexe relaties tussen meerdere belanghebbenden
Ziekenhuisbestuur is complex door 2 door elkaar lopende dynamieken: interne en externe dynamiek.
- Interne dynamiek: geworteld in het karakter van ziekenhuisorganisatie als een professionele
organisatie, bestaande uit verschillende onderling afhankelijke, maar relatief autonome groepen (bv.
Artsen, verpleegkundigen, managers en toezichthouders)
o Met name managers en artsen worden over het algemeen beschouwd als dominante actoren
in het ziekenhuisbestuur met eigen doelstellingen en besluitvormingsstructuur, en hun
onderlinge afhankelijkheid bij het produceren van gezondheidszorg dubbelzinnigheid.
o Managers nemen besluiten top-down; artsen nemen besluiten doorgaans bottom-up.
- Externe dynamiek: vloeit voort uit de druk van regeringen en belanghebbenden om het
ziekenhuisbestuur te veranderen.
4 fundamentele organiserende principes:
1. Erkenning van wederzijdse afhankelijkheid
2. Het naast elkaar plaatsen van ziekenhuismanagement en artsen in het ziekenhuisbestuur
(juxta positioning)
3. Het delen van verantwoordelijkheid
4. Consensuele besluitvorming
Governance is nodig om een nieuwe strategie te bepalen.
Belangrijkste concepten van dit artikel:
- Dualiteit tussen twee actoren (manager en arts). Verschillende actoren/eenheden werken samen en
binnen de eenheden is er een wederzijdse afhankelijkheid en bestuur.
- Bestuurbaarheid (governability) is de algemene bestuurscapaciteit van het ziekenhuis.
- Besluitvorming: om beslissingen te kunnen maken heb je bestuur nodig en verschillende mensen om
de besluitvorming te delen.
Verschillen in niveau, sturing, macht en de rol van de overheid?
- Mesoniveau
- Gezamenlijke macht
- De overheid is een van de actoren die ziekenhuisbestuur beïnvloedt
Riley (2006) – Governance in operating room nursing
Governmentality: de verpleegkundigen die hun kennis gebruiken die chirurgen niet hebben – maar wel nodig
hebben om hun werk te kunnen verrichten – om de chirurgen te sturen in een manier van werken.
Verpleegkundigen hebben capaciteiten die ze een gevoel van autonomie geven.
Verpleegkundigen sturen chirurgen en elkaar op 3 manieren:
1. Technische kennis van de benodigdheden van een chirurg voor de operatie (voorkeur voor
instrumenten, verpleegkundigen concurreren door selectief informatie achter te houden)
2. Lichamen op tijd in schrobben (tijdsgewoontes, volgorde van operaties overeenkomstig veranderen)
3. Diepgaande kennis van chirurgen (benaderbaarheid van de chirurg tijdens de operatie)
Belangrijkste concepten van dit artikel: governmentality gaat niet alleen over overheid en bestuur, maar de
manier waarop je het doet.
3