Samenvatting motivatie en activiteit
Week 1
LGM
Stress is normaal. Optimale stress leidt tot piekprestaties. Te veel stress maakt ziek.
Klachten bij veel stress:
Lichamelijk: slapeloosheid, vermoeidheid, hartkloppingen, verhoogde spierspanning,
hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, tandenknarsen.
Psychisch: lusteloosheid, somberheid, gejaagdheid, gespannen, snel geëmotioneerd,
snel geïrriteerd.
Gedragsmatige signalen: klagen en verwijten, piekeren, druk doen, te veel eten, te
veel alcohol, te veel medicijnen.
Tips: regelmatige lichaamsbeweging, gezond eten, stoppen met roken, matig koffie
en alcoholgebruik, voldoende slaap. Ook: ontspannende activiteiten en
ontspannings- of relaxatietherapie.
Progressieve relaxatie (Jacobson):
Richt zich op verschil tussen spanning en ontspanning in de spieren.
Progressief: steeds aanspreken van een volgende spiergroep, de deelnemer
uitnodigen steeds verder te ontspannen. Gevoel van aanspannen en ontspannen
aanleren dat steeds fijner wordt, dus proprioceptieve zintuigen leren gebruiken.
Toegepaste relaxatie van öst:
Progressieve relaxatie
Alleen ontspannen
Relaxatie gekoppeld aan zelfinstructie
Differentiële relaxatie
Snelle relaxatie
Zelf relaxatietraining aanbieden:
Kies bewust je eigen positie en houding. (ernaast zitten, zelfde hoogte)
Neem de tijd voor de oefening en ga niet te snel. Je kunt zelf ook gedeltelijk een
beetje mee doen.
Gebruik een rustige en kalme stem.
Overleg met deelnemeer over uitgangspositie (liggend, zittend, etc.) sluiten ogen of
niet?
Aandachtspunten:
Leren ontspannen is net als fietsen. Sommige kunnen het meteen, voor adneren is
het lastiger.
Geef niet na één keer op.
Sprake van traumatisering: ontspannen kan lastig zijn. Kies voor rustige opbouw.
BGM
Attractiviteit: aantrekkelijkheid. Binnen de PMT wordt de cliënt uitgenodigd om letterlijk in
beweging te komen. Dat gaat het beste wanneer de activiteit attractief is: de cliënt wordt als
het ware verleid om in actie te komen.
, Oproepbaarheid: ervaringen kunnen worden opgedaan die in het kader van de
sessiedoelstelling betekenisvol zijn. Intake en evaluatie hebben een grote rol. Creëren van
kansen om te experimenteren met wat de cliënt wil leren en ontwikkelen.
Uitbouwbaarheid: kan ik genoeg zinnige vervolgen ontwerpen en passende
contextmanipulaties doen vanuit dit startarrangement?:
MVG:
Bio-psycho-sociaal model:
ICF model:
Achtergrond ICF model: doel van classificatie:
Eenheid in taal, algemeen raamwerk over
gezondheid en daaraan gerelateerde
omstandigheden.
Maakt mondiale communicatie mogelijk
tussen verschillende disciplines en
wetenschappen.
Componenten ICF model:
Functies/ anatomische eigenschappen: stoornis in of verlies van…
Activiteiten: beperkingen, uitvoering vs vermogen.
Participatie: participatieproblemen, uitvoering vs vermogen.
Externe factoren: invloed van fysieke en sociale omgeving. Ondersteunende en
belemmerende factoren.