Kunst geschiedenis
Beeldende kunst
De voorstelling is letterlijk wat je ziet. Een figuratief voorstelling is een herkenbare
voorstelling. Bij een abstract kunstwerk verwijst de voorstelling naar niets herkenbaars en
bestaat vooral uit lijn, vorm en kleur. Half-abstract / geabstraheerd is dat de voorstelling
deels herkenbaar maar ook vereenvoudigd is.
De vormgeving is hoe het kunstwerk gemaakt is dus de vorm, kleur, compositie, etc.
vorm
- geometrisch = meetkundige vormen
- organisch = vormen gebaseerd op natuur
- gestileerd = vereenvoudigde vormen(zonder details)
- open of gesloten vorm
- positief en negatief, de positief vorm wordt gecreeerd door negatief vorm
- vormcontrast (sterk verschil tussen twee vormsoorten).
kleur
Primaire kleuren (rood,blauw, geel), secundaire kleuren (groen, oranje, paars), tertiaire
kleuren (primaire en secundaire kleuren gemengd), verzadigde (felle zuivere) kleuren en
onverzadigde gemengde (onzuiver) kleuren
kleurcontrasten
complementaire kleurcontrast dat zijn kleuren die elkaar versterken. warm-koud contrast,
warme kleur lijkt op je af te komen en het koud lijkt te wijken. Licht-donker contrast, licht
vlak naast een donker vlak, werkt soms ruimtelijk. kleur-kleurcontrast, 2 primaire kleuren
naast elkaar. Verzadigd-onverzadigd contrast, verzadigde kleur naast een onverzadigd
kleurvlak.
Licht
De eigen schaduw is de schaduw op een voorwerp. Slagschaduw is de schaduw op de
ondergrond. Plasticiteit is de ruimtelijkheid door schaduw. Clair obscur is een groot
verschil / contrast tussen licht en donker
Ruimte
Kleurperspectief is dan de kleuren vervagen in de verte. Lijnperspectief zijn de lijnen die
samenkomen in een verdwijnpunt. Groot - klein perspectief is (als iets kleiner is dan lijkt het
verder en als iets groter is dan lijkt het groter en verder heb je overlapping, eigenschaduw
en afsnijding.
Compositie
Compositie betekent hoe de vormgeving eigenschappen zijn geordend in een kunstwerk.
Een statische compositie is een driehoekscompositie of een symmetrische
,compositie. Een dynamische compositie is een asymmetrische compositie of een
diagonaal compositie. Een overall compositie heeft geen specifieke aandachtspunt.
Dans
Bij de voorstelling van dans vragen we ons af wat er wordt uitgevoerd, wat er te zien is en
wat er te horen. Bij de vormgeving van dans kijken we naar de choreografie. De
choreografie stuurt hoe toeschouwers de voorstelling interpreteren. De vormgeving bestaat
uit drie delen ruimte, tijd en kracht. Bij vormgeving hoort ook muziek dans wordt bijna
altijd wel geleid op muziek. En theatervormgeving daar hebben we het over decor,
rekwisieten, kostuums, grime, licht en geluid. En film, soms kan dans onderdeel zijn van een
film of video.
Ruimte
Het om de gebruik van de ruimte waar de dans wordt vertoont bijv door de richting waar de
danser zich heen beweegt, hoogtelagen (springen ze, zitten ze, liggen ze?), blikrichting is
de focus van de danser. En patronen zijn de patronen die dansers vormen.
Tijd
Het is niet alleen de duur van de dans maar ook de tempo van de bewegingen. De duur is
het lang of het kort laten duren van de beweging. Het ritme is het accentueren van een
beweging binnen een dansfrase door bewegingen langer / korter te laten duren en door
meer / minder spanning te bewegen. Dans Frase is het herhalen van de dansbeweging. Bij
freezes zijn het de stops in een choreografie. En een canon waar de dansers elkaar
opvolgen.
Kracht
Staat voor hoe het lichaam wordt gebruikt door de dansers. De hoeveelheid kracht is van
invloed op hoe een beweging overkomt. Bij momenten van passief toegeven aan de
zwaartekracht is door het hele lichaamsgewicht te laten vallen. Bij momenten van actieve
inzet van gewicht dat je je eigen krachten inzet bij het slaan, stoten en duwen. Bij
momenten van actieve inzet van gewicht maar dan gebruik je geen lichaamskracht.
Bij gezelschapsdans ligt de nadruk op zelf meedoen, meestal beeld de dans geen verhaal
uit. Bijvoorbeeld ballroom, streetdance en Latin. Bij theaterdans is een bedachte
choreograaf, is uitgevoerd door professionele dansers, is bestemd voor publiek en heeft
vaak een thema of verhaal. Bijvoorbeeld klassiek ballet, modern dans en jazz.
Bij de betekenis wat is de inhoud of de betekenis van de dansvoorstelling
, Film
De voorstelling van een film is het ontwerp, de boodschap of het verhaal van de film. De
vormgeving is hoe wordt alles in beeld gebracht. Fictie is een verzonnen verhaal. Non -
fictie is een echt gebeurde verhaal.
Het verhaal is zakelijke, chronologische opsomming van gebeurtenissen waar de film over
gaat. Het plot is de volgorde waarin en het perspectief waaruit het verhaal in de film wordt
vertelt. Bij het scenario wordt de film per scène beschreven / uitgetekend.
Je hebt een vijftal film vormgevingsaspecten: enscenering, kadrering, camerastandpunt,
camerabeweging, montage en nabewerking
Enscenering
Is alles wat zich voor de camera afspeelt bijv film locatie, aankleding filmset, belichting,
kostuums en spel acteurs.
Kadrering
Is de verschillende afstanden waarop de camera kan filmen. De camera kan inzoomen of
uitzoomen waardoor de kadering veranderd.
- distant shot is wanneer er vanaf een hele lange afstand wordt gefilmd.
- totaal shot is dat het object totaal in beeld wordt gebracht.
- medium shot wordt een deel van het onderwerp in beeld gebracht maar dan meer in
detail. Er is nog steeds een deel van de omgeving zichtbaar.
- close up toont alle detail van het onderwerp, de focus ligt hier op de emotie en
expressie, het gehele hoofd is in beeld.
Camerastandpunt
Het gaat om de perspectieven. Bij neutraal perspectief staat de camera op ooghoogte. Bij
vogelperspectief staat de camera hoog en kijkt neer op het onderwerp. Bij
kikvorsperspectief staat de camera laag en kijkt het op naar het onderwerp.
Als het camerastandpunt subjectief ( point of view ) is kijk je mee met de auteur vanuit de
blik van een acteur. Bij objectief zie je het als toeschouwer.
Camerabewegingen
Dat zijn de bewegingen van de camera zelf.
- tilt, de camera staat stil en beweegt alleen van hoog naar laag of andersom.
- pan (panorama shot), van rechts naar links, of links naar rechts.
- lift, de camera beweegt met behulp van een kraan omhoog en omlaag.
- dolly, de camera staat op een wagen die rijdt op rails.
- craneshot, de camera hangt op een kraanarm die vrij kan bewegen
- hand held, de camera wordt bewogen door de cameraman.
Montage
Is de manier waarop film en geluidsopnamen aan elkaar zijn vastgemaakt.