Samenvatting toets stof 4.3.1 psychische aandoeningen
en verslaving
Hoofdstuk 1
1.3.1 Symptoomnetwerken
Klassieke medische benadering van symptomen symptomen zijn een uiting van een ziekte. VB;
hoofdpijn, scheelzien en misselijkheid zijn uitingen van een hersentumor hersentumor is de ziekte
die de symptomen verklaart.
Concept symptoomnetwerken gaat uit van een heel andere opvatting over de betekenis van
symptomen. Symptomen hangen met elkaar samen en versterken elkaar. Zij vormen een netwerk,
een zichzelf onderhoudend systeem (vicieuze cirkel). De symptomen en hun onderlinge relaties
worden gezien als ‘het probleem’.
deze netwerkbenadering van symptomen biedt ook een verklaring voor wat in de klassieke medische
benadering comorbiditeit heet.
Brugsymptomen wanneer symptomen voorkomen in lijstjes van verschillende diagnoses
Volgens onderzoekers blijkt dat alle symptomen van psychiatrische toestandsbeelden direct of indirect
met elkaar zijn verbonden tot één groot psychopathologieweb.
Elementaire syndromen = verschillende netwerkclusters Goekoop en Goekoop beweren dat er
tussen 12 en 15 elementaire syndromen bestaan VB; het ‘beeld’ dat volgens de benadering vanuit de
DSM-5 de naam ‘schizofrenie’ krijgt, is samengesteld uit de elementaire syndromen Psychose,
Remming, desorganisatie, en evt. de clusters depressie en angst. Echter zijn bij iedere individuele
persoon met de diagnose schizofrenie de combinaties van elementaire syndromen verschillend qua
omvang en intensiteit.
Conclusie Deze netwerkbenadering biedt een goede basis voor diagnostiek en behandeling op
maat: iemands klachtenpatroon kan letterlijk als een netwerk worden weergegeven in een plaatje, de
cliënt kan daarin aangeven welke symptomen voor hem het belangrijkste zijn, en vervolgens kunnen
cliënt en behandelaart bespreken hoe die symptomen het best kunnen worden aangepakt.
1.3.2 Transdiagnostische factoren
Transdiagnostische factoren overeenkomende kenmerken bij hulpvragers.
Term is ingegeven door het klassieke medisch denken. Het zou beter zijn om te spreken over
“gemeenschappelijke factoren bij verschillende psychische aandoeningen”.
Overeenkomende factoren per categorie;
- Biologische factoren (neurobiologisch, genetisch)
- Psychologische kenmerken (laag zelfbeeld, onzekerheid, faalangst en perfectionistisch)
- Gedragingen en symptomen (vermijdingsgedrag, verslaving, dwangmatig, sombere en
angstige gevoelens, slaapklachten, dissociatie, psychotisch)
- Traumatische ervaringen in het verleden (misschien wel meest gemeenschappelijke factorbij
psychisch lijden.
- Dezelfde therapieën zijn werkzaam (als er zoveel overlap is in neurobiologische
mechanismen, psychische factoren en symptomatologie, hoeft het niet te verbazen dat ook
dezelfde behandelingen effectief kunnen zijn bij verschillende aandoeningen)
Conclusie; de transdiagnostische factoren doen vermoeden dat psychisch lijden eerder moet worden
opgevat als een fenomeen met uiteenlopende uitingsvormen dan als een verzameling van
afzonderlijke aandoeningen. De belangrijkste vraag is niet meer “wat is jouw diagnose?” maar “wie
ben jij als persoon?/ hoe ben jij die persoon geworden?/ waar heb je precies last van? / waar ben jij
het meest mee geholpen?”
1.5 Sociaal psychiatrische benadering
1
,De sociaal psychiatrische benadering onderscheidt zich van de klinische, medisch georiënteerde
psychiatrie doordat ze vreemde gedragingen van mensen niet opvat als symptomen van een ziekte,
maar als reactie op wat zij in hun leven hebben meegemaakt en hoe zij dat hebben ervaren.
Sociale psychiatrie benadrukt de rol van sociale en maatschappelijke factoren bij psychische
aandoeningen.
Uitgangspunten sociale psychiatrie n.a.v. onderzoek 1996
- Hulpverlening richten op de cliënt in zijn context
- Tegengaan van marginalisering en uitstoting
- Flexibel aanbieden van hulp
- Geestelijke gezondheidsproblemen plaatsen in een epidemiologisch perspectief
- Hulp bieden bij praktische problemen
Opvallend is dat uitgangspunten praktisch van aard zijn.
Koekkoek pleit voor onderscheid maken tussen
- Sociale oorzaken van problemen (armoede, sociale ongelijkheid)
- Sociale gevolgen van problemen (overlast, stigma, verlies van inkomen)
- Sociale interventies bij problemen ( rehabilitatie, versterken van het sociale netwerk)
Wanneer deze zaken integraal deel uitmaken van de psychische gezondheidszorg – naast de
behandeling van psychische klachten – kunnen we zeggen dat alle psychiatrie sociale psychiatrie is.
1.6 culturele aspecten van psychische klachten en psychische gezondheidszorg
Westerse cultuur wordt veel waarde gehecht aan empirisch onderzoek en wetenschappelijk
bewijs voor verklarende theorieën en werkzame therapieën.
Wat als afwijkend of ziek wordt gezien hangt af van de culturele context, maar ook de verklaringen
die gezocht worden voor psychische klachten zijn sterk cultureel bepaald.
VB; mensen met een arabische of turkse achtergrond schrijven hun lichamelijke of psychische
klachten vaak toe aan een ‘Djinn’ of geest.
Vertaalwerk wordt ingezet wanneer je als hulpverlener niet het (culturele) referentiekader van de
hulpvrager deelt.
hoofdstuk 2
Definitie van Herstel: Herstel is het vinden van een zinvol bestaan met of zonder psychiatrische
aandoening. Herstel is een zeer persoonlijk proces, dat bij alle herstellenden anders verloopt. Het
ondersteunen van herstelprocessen vraagt om veel geduld en begrip
herstel verloopt min of meer in fasen Een veelgebruikte indeling in fasen is die van spaniol,
Wewiorski, Gagne en Anthony (2002)
Overweldigd door de aandoening: In deze fase ervaren individuen vaak intense emoties en
onzekerheid bij de diagnose van een aandoening, waarbij ze zich overweldigd voelen door de impact
ervan op hun leven.
Worstelen met de aandoening: Hier proberen mensen actief de symptomen te beheersen en de
uitdagingen aan te gaan die de aandoening met zich meebrengt. Het kan gepaard gaan met
behandeling en therapie.
Symptomatisch herstel: is een proces waarin mensen werken aan het verminderen van de
symptomen die gepaard gaan met hun psychische aandoening,
Leven met de aandoening: In deze fase hebben mensen geleerd om met de aandoening om te gaan
en hebben ze hun leven aangepast aan de nieuwe realiteit. Ze kunnen een gevoel van stabiliteit
ervaren.
Leven voorbij de aandoening: Dit vertegenwoordigt het streven naar herstel en persoonlijke groei.
Mensen proberen hun leven te leiden zoals ze dat willen, ondanks de aandoening, en stellen zichzelf
nieuwe doelen en aspiraties buiten de aandoening.
2
, Functieherstel: Dit gaat over het terugwinnen van het vermogen om dagelijkse activiteiten uit te
voeren en een functioneel leven te leiden. Het omvat het opbouwen van fysieke, cognitieve en
emotionele vaardigheden die nodig zijn voor zelfzorg, werk, studie en andere dagelijkse taken.
Maatschappelijk herstel: Maatschappelijk herstel richt zich op het opnieuw betrekken in de
samenleving na een periode van isolatie of beperking als gevolg van een gezondheidsprobleem. Het
omvat het opbouwen van sociale relaties, deelnemen aan gemeenschapsactiviteiten en het
terugkeren naar werk of onderwijs.
Persoonlijk herstel: gaat over het verbeteren van iemands eigenwaarde, identiteit en levensdoelen.
Het draait om positieve veranderingen in zelfbeeld, zelfrespect en het maken van keuzes die
overeenkomen met waarden en aspiraties. Het omvat ook het integreren van gezondheidsproblemen
in iemands levensverhaal en persoonlijke groei.
Hoofdstuk 4
Het medisch model is ontoereikend
1. Hoewel genetische en neurobiologische factoren onmiskenbaar een rol spelen in het
ontstaan van psychische aandoeningen blijkt er geen specifieke relatie te zijn tussen
genetische afwijkingen en psychische aandoeningen, en zijn er geen hersenziekten te
identificeren die de psychische aandoening verklaren.
2. Mensen met psychische aandoeningen hebben vrijwel altijd meerdere diagnoses en hun
diagnoses veranderen in de loop van de tijd. Dit geeft aan dat de complexiteit en de
dynamiek van psychische problematiek niet is te vangen onder de noemer van een
enkelvoudige ‘ziekte’.
3. Door de nadruk op classificaties en diagnoses blijven belangrijke contextuele aspecten van
psychische aandoeningen vaak onderbelicht, evenals de gevolgen voor het sociale leven.
4. De stigmatiserende werking van psychiatrische diagnoses is een zeer groot nadeel. Het kan
beslist helpend zijn als er voor bepaalde klachten een diagnostische benaming bestaat, maar
in veel gevallen is het nadeel van het (zelf)stigma groter dan het voordeel van een duidelijke
naam.
Een persoonlijke benadering is noodzakelijk omdat psychische aandoeningen geen ziekten zijn
die met standaardprogramma’s zijn te behandelen is het noodzakelijk om ze op een persoonlijke
manier te benaderen, wat betreft zowel de diagnostiek als de behandeling. Vier eenvoudige vragen
zijn daarbij zeer behulpzaam
1. Wat is er met je gebeurd? (wat is er toch gebeurd dat jij er gek van wordt?)
2. Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid?
3. Waar wil je naartoe?
4. Wat heb je nodig?
Door deze vragen als leidraad te gebruiken komt de focus niet te liggen op de klachten en stoornissen,
zoals bij de gangbare psychiatrische diagnostiek, maar komt de hulpvrager echt centraal te staan met
zijn persoonlijke verhaal, eigen sterke en kwetsbare kanten en eigen keuze inrichting
Voor het in kaart brengen van iemands kwetsbaarheid en weerbaarheid zijn van belang;
- De hulpvrager moet zelf actief betrokken worden bij het in kaart brengen van zijn klachten en
krachten. Dat kan door iemand enkele malen per dag een aantal vragen te laten
beantwoorden over zijn gedachten, gevoelens, bezigheden en (genees)middelengebruik van
dat moment.
- Door participerende zelfkwantificatie moet niet alleen naar klachten of negatieve ervaringen
worden gevraagd, maar ook naar positieve. Op die manier kan iemand erachter komen dat hij
niet de hele dag door sombere gevoelens heeft, maar dat er ook momenten zijn waarop hij
zich beter voelt en waar dit mee te maken heeft. Zo’n ontdekking kan hoop en inzicht in
omstandigheden of activiteiten die tot positieve gevoelens leiden. Dit geeft handvatten voor
het zorg- of herstelplan
3