Hoofdstuk 8. Jeugdliteratuur
8.1 Achtergrondkennis
8.1.1 Waarom boeken lezen?
Lezen is erg belangrijk. Je doet kennis op van de wereld, het vergroot de taalontwikkeling, je
ontwikkelt zelfreflectie, je leert je in te leven in andere mensen en culturen, je moet je concentreren,
je ziet dat het leven er in andere tijden heel anders uitzag en je draagt bij aan een literaire vorming
waar je heel je leven plezier van hebt.
8.1.2 Door de eeuwen heen
Tot 1700
Voor de 18e eeuw waren er geen kinderboeken. Er waren 2 miljoen mensen in Nederland, waarvan
1/3e kinderen die overleden voordat ze 4 werden. Kinderen werden gezien als minivolwassenen.
In de middeleeuwen lazen alleen enkele kloosterlingen; voor hun leerlingen was er alleen het
abecedarium (abc gedicht) en een kleiplankje met een ijzeren stift, want boeken en papier waren
duur.
Vanaf het midden van de 15e eeuw gingen meer mensen lezen, maar het was erg duur voor ‘gewone’
burgers.
Erasmus (1500) komt voor het eerst met adviezen welke boeken meer geschikt zijn voor kinderen en
jongeren.
Na de val van Antwerpen (1585) zijn er ingrijpende veranderingen. Iedereen moet via de Bijbel zelf
rechtstreeks bij God moeten komen, dus iedereen moe leren lezen en naar school.
In de 18e eeuw stelt John Locke vast dat iedereen naar school moet.
18e eeuw
De Franse Rousseau schreef het boek ‘Robinson Crusoë’ in de eerste instantie voor volwassenen,
maar werd al snel gelezen door kinderen. In het boek gingen romantiek en rationalisme samen. Al
snel kwamen er meer van dit soort boeken: robinsonades.
19e eeuw
Dankzij verbeteringen aan de drukpers werden boeken snel goedkoper. Ook komen er steeds meer
kinderboeken zoals Dik Trom, Alice in Wonderland, Pinokkio en Jungle Book.
20e eeuw
Geleidelijk aan werden er echte kinderboeken geschreven. Pietje Bel is een van de eerste echte
kinderboeken met een enorm succes. Ook begon Annie M.G. Schmidt met het schrijven van haar nog
steeds succesvolle boeken.
8.1.3 Kenmerken van kinderboeken en jeugdboeken
Tussen kinderboeken en volwassenenboeken zitten nog twee tussencategorieën
1. Jeugdboeken: voor kinderen die net van de basisschool af zijn
2. Adolescentenromans: voor jongeren tussen de 15 en 25, ook wel cross-overs en Young Adult
literatuur genoemd
Bepaalde kenmerken gebruiken we om onderscheid tussen boeken voor kinderen, jongeren en
volwassenen te maken
Woordkeus
Kinderen leren eerst eenlettergrepige woordjes met een betekenis, zoals ik, maan, roos en vis. Daarna
wordt het steeds moeilijker: langer woorden, niet-klankzuivere woorden en abstractere woorden.
Zonder woordenkennis is het lastig om een tekst te begrijpen en staan in volwassenenboeken veel
woorden die kinderen nog niet kennen.
Zinsbouw
Hoe jonger de lezer, hoe eenvoudiger de zinnen.
, Vertelperspectief
De meest voorkomende perspectieven zijn ik-verteller en hij-verteller (derde persoon verteller of
personale vertelsituatie).
In kinderboeken kom je vaker auctoriale/auctoriële perspectieven tegen. Er is dan sprake van een
alwetende verteller.
In kinderboeken zal je nooit een volwassenenperspectief tegen komen: kinderen moeten zich kunnen
inleven in de hoofdpersoon.
Tijd
Het verleden, heden en toekomst lopen soms door elkaar heen in een volwassenenboek. De verteller
kan anticiperen (vooruitlopen) en teruggrijpen (flashbacks). Hoe jonger het kind, hoe meer de
schrijver zich houdt aan de chronologie. Een kleuterboek is het mooist als de vertelde tijd (duur van
het verhaal) hetzelfde is als de verteltijd (duur van het lezen).
Thematiek en onderwerp
Een onderwerp is concreter dan een thema
- Een onderwerp is wat de hoofdpersoon meemaakt
- Motieven zijn handelingen die bepalend zijn voor het verhaal
- Een thema hoeft niet genoemd te worden in het boek en wordt bepaald door de motieven
Illustraties
In kinderboeken zijn de illustraties vaak nog belangrijker dan de tekst zelf.
8.1.4 Klassieke of historische kinderboeken
Wat is klassiek?
Klassieke boeken zijn boeken die een prominente plaats hebben in de literatuur, zoals Le petit Prince,
Robinson Crusoë en Beatrijs.
Bewerkingen van klassiekers
Van veel klassiekers worden nieuwe versies gemaakt, zoals een nieuwe druk van een boek. Ook
verschijnen afbeeldingen van personen en dingen uit klassiekers op allerlei voorwerpen, zoals Jip en
Janneke op bestek. Dat maakt boeken klassiek.
Klassiek niet hetzelfde als historisch
In een klassiek boek hoeft geen geschiedenis te zitten en elk historisch boek is niet klassiek.
8.1.5 Wijzer worden van informatieve boeken
In het onderwijs:
- Informatie uit onze informatiemaatschappij verwerken
- Niet alles kun je van internet halen
- Sommige kinderen houden niet van fictie en wel van non-fictie, dus zo lezen ze wel boeken
Beoordelingscriteria
- Kleuters
o Onderwerp in de belevingswereld
o Heldere foto’s; tekst niet nodig
o Feiten die waar zijn
- Oudere kinderen
o Toegankelijkheid: duidelijk, motiverend, goeie inhoudsopgave en begrippenlijst
o Begrijpelijkheid: zinslengte, woordkeuze, overzichtelijkheid en doelgericht
o Betrouwbaarheid
o Visie van de schrijver