Hoofdstuk 7 - Hechting en hechtingsstoornissen
Hechting: Een affectieve band die een persoon/dier in stand brengt tussen zichzelf
en een specifieke ander, welke hen met elkaar verbindt.
> Bij kinderen vaak als eerst de moeder (deze relatie begint zich al te vormen
tijdens de 6e maand van de zwangerschap);
> Later kunnen er meerdere hechtingsbanden met verschillende mensen
worden aangegaan;
> Bij mensen is er geen vaste hechtingsperiode. Er is wel een gevoelige
periode.
Zelfvertrouwen
De bouwstenen uit de kindertijd zijn van belang op het gedrag van het kind op ieder
ander moment later in zijn/haar leven. Je valt je hele leven terug op de patronen en
reactieschema’s die uit de hechtingsband ontstaan zijn.
> Het kind bouwt door deze relatie zelfvertrouwen en onbewuste schema’s
op, waar het later in zijn/haar leven telkens weer op terug kan vallen.
Hechting
- Het besef dat je er mag zijn en dat de ander er voor je is
- Hechtingsgedrag: Elke vorm van gedrag die bijdraagt aan het principe dat een
persoon in de nabijheid komt of blijft van een bekend ander individu waarvan wordt
verwacht dat hij/zij kan omgaan met de eisen van de omstandigheden en situaties.
> Bijv. Bij nood troost zoeken;
> Kan geactiveerd worden door interne prikkels (ziekte/pijn) en externe
prikkels (bijv. een situatie die angst oproept).
- Doel: Veiligheid creëren om de wereld te verkennen en uiteindelijk onafhankelijkheid
te kunnen verwerven;
- Hechtingsgedrag is aangeboren;
> Verschil mens en dier: Mensen denken bij hechting door hun grotere cognitieve
mogelijkheden zowel bewust als onbewust vaak na over verleden en toekomst, wat
invloed heeft op hun gedrag en gedragspatronen.
Normale ontwikkeling van gehechtheid
Bij gehechtheidsgedrag hoort:
- Nabijheid;
- Interne prikkels (ziekte/pijn);
- Externe prikkels (enge situaties).
Cirkel van veiligheid:
- Sensitiviteit > Responsiviteit > Continuïteit
> De ouder/verzorger moet sensitief zijn voor het gedrag en de behoeften van het
kind;
> De ouder/verzorger moet adequaat kunnen reageren op het gedrag en de
behoeften van het kind;
> Er moet continuïteit zijn in de reacties van de ouder/verzorger.
5
, Secure base (veilige basis):
- uitvalsbasis;
- Zorgt ervoor dat het kind een nieuwe, onbekende, uitdagende situatie durft te
verkennen;
> Het kind in de gaten houden, het kind helpen, met het kind ergens
van kunnen genieten.
Safe haven (veilige haven):
- Toevluchtsoord;
- Maakt dat het kind bescherming ervaart in situaties van gevaar;
> Het kind beschermen, zich comfortabel laten voelen en
geruststellen, gevoelens kunnen ordenen;
> bij mensen (en bij veel dieren) wordt in gelijksoortige situaties het
fight-or-flight response (vecht of vlucht respons) geactiveerd;
> Kinderen kunnen nog niet goed vechten en ze zijn vaak nog te klein
om goed te kunnen vluchten. Daarom zoeken zij bescherming bij een
sterker, ouder en bekend persoon (vaak de hechtingspersoon).
De gehechtheidsrelatie
De gehechtheidsrelatie kent 3 niveaus:
1. Kenmerken van de opvoeder (bijv. het gedrag en de patronen v.d. opvoeder);
2. Kenmerken van het kind (bijv. temperament);
3. Kenmerken van de opvoedingssituatie (bijv. lage SES, kwaliteit v.d. (huwelijks)relatie,
maatschappelijke omstandigheden, etc.)
Gehechtheidsnetwerk:
- Gehechtheid aangaan met meerdere volwassenen;
- Hechting is een levenslang proces en een continu traject.
Ontwikkeling van gehechtheid tijdens de babyleeftijd en de vroege kinderjaren:
Eerste 2 maanden:
- Baby heeft beperkt vermogen om onderscheid te maken tussen verschillende
verzorgers;
- Herkent geur en stemgeluid v.d. moeder, maar geeft geen blijk van voorkeur.
> 2-3 maanden:
- begin sociale interactie d.m.v. meer oogcontact, sociale glimlach, en
responsieve geluidjes maken.
2-7 maanden:
- Baby kan onderscheid maken tussen verzorgers, maar heeft geen voorkeur;
- is op zijn/haar gemak bij bekenden en onbekenden en is sterk gemotiveerd om
initiatief te nemen tot interactie met hen.
> 7-9 maanden:
- ontstaan selectieve gehechtheid. Blijkt uit ontstaan van eenkennigheid en
protest bij het scheiden van het kind met de hechtingsfiguren.
9-18 maanden:
6