Hoorcolleges Ondernemingsrecht
Week 1
De kern van het ondernemingsrecht: het afzonderen van vermogensbestanddelen in een
entiteit waarbinnen (al dan niet economische) activiteiten plaatsvinden.
De ratio: voorkomen dat het mislukken van maatschappelijke (al dan niet economische)
activiteiten andere entiteiten besmet of dat de entiteit wordt besmet door het mislukken van
activiteiten elders.
De afzondering van vermogensbestanddelen vindt plaats door middel van een ‘rechtsvorm’
(aanhalingstekens want is een mens een rechtsvorm?). De rechtsvorm is een natuurlijk
persoon. Er zijn twee soorten rechtsvormen: contractuele rechtsvormen en institutionele
rechtsvormen.
Contractuele rechtsvormen: personenvennootschappen
-Personenvennootschap = maatschap
-Vennootschap onder firma
-Commanditaire vennootschap
-Zie boek 7a BW en het Wetboek van Koophandel
Let op: in het personenvennootschappen recht geldt een gelaagde structuur!
Maatschap: art. 7a:1655 – 1688 BW
Vof: art. 15-34 WvK m.u.v. art. 19-21 WvK
CV: art. 19-21 WvK
Een maatschap is een overeenkomst tussen ‘maten’ en ‘vennoten’. Een vof en een cv zijn
gekwalificeerde maatschappen art. 3:166 lid 1 BW.
De vennootschappelijke gemeenschap, dat afgescheiden vermogen, is een exclusief
verhaalsobject voor de schuldeisers van de personenvennootschap.
Personenvennootschappen zijn overeenkomsten. Het kan gebeuren de rechter achteraf
constateert dat sprake is van een personenvennootschap. De rechter kan dus zeggen ‘Oh dat is
een personenvennootschap geweest’ ook al wist je dat niet.
,De institutionele rechtsvormen (zie boek 2 BW)
-Dit zijn geen overeenkomsten, maar een zelfstandig instituut.
-De vermogensbestanddelen behoren toe aan de rechtspersoon zelf. Bijvoorbeeld het
kunstgrasveld is van de voetbalvereniging en niet van de leden.
-Zie voor vereniging art. 2:26 BW verenigingen hebben leden, een gericht doel
(bijvoorbeeld in stand houden van een kasteel) en een verbod van winstuitkeringen aan de
leden.
-Zie voor stichting art. 2:285 BW een stichting heeft een doel, maar geen leden. Uitkeringen
voor een ideële of sociale strekking is toegestaan.
Let op: doe bij art. 2:175 lid 1 BW alsof ‘beperkte aansprakelijkheid’ er niet staat.
Week 2
Twee typen rechtsvormen: contractuele rechtsvormen (de personenvennootschappen) en de
institutionele rechtsvormen (rechtspersonen boek 2 BW) < deze komen vandaag niet aan bod.
De vennootschap zonder firma en de commanditaire vennootschap zijn gekwalificeerde
maatschappen. Zij moeten ook voldoen aan de basisomschrijving van 7a:1655 BW.
Arrest van de Hoge Raad: Astense dierenartsenpraktijk: bestaan van een maatschap).
1) Overeenkomst
- Een maatschap wordt ‘aangegaan’ en niet zozeer ‘opgericht’ (die term hoort meer bij
rechtspersonen)
-Geen vormvereisten
-Geen noodzaak van een notariële akte
-Geen statuten die bij het handelsregister door derde kunnen worden geraadpleegd
- Let op: in art. 22 WvK staat dat het aangegaan moet worden dat het wel bij een akte
opgesteld moet worden, maar dat is niet zo. Het gedeelte achter de komma stelt al dat de akte
alleen bedoeld is voor de interne verhoudingen.
2) Samenwerking; gelijkheid/gelijkwaardigheid
-Een maatschap, vof, cv zijn samenwerkingsovereenkomsten. Dit staat niet in art. 7a:1655
BW, maar dit zijn het wel. De partijen zijn gelijken van elkaar. Dit betekent dat wanneer er
bijvoorbeeld iets veranderd moet worden in de samenwerking, het bij unanimiteit moet
gebeuren.
3) Verdeling van voordeel
-Zie art. 7a:1670 BW. De maat die 100.000 euro heeft ingebracht, heeft meer recht op een
aandeel dan de maat die 10.000 euro heeft ingebracht.
4) Inbreng
-Zie art. 7a:1662 lid 1 BW
5) Gerichtheid op voordeel voor alle deelnemers
-Zie art. 7a:1672 BW (geldt wanneer er geen afspraken zijn gemaakt).
-Als je een dergelijk beding maakt waarvan je iemand uitsluit, heet dat naar romeins recht
societas leonina. Dit betekent een leeuwenmaatschap.
-lid 2: wanneer je afspreekt dat er een vennoot is die zich bereid verklaart de verliezen voor
rekening te nemen, is dat toegestaan.
*3 + 5 lijken op elkaar.
,Kostenmaatschap: besparing van kosten en zelfs vermindering van verlies is ook
‘gerichtheid op voordeel voor alle werknemers’. Dit is dus een maatschap die alleen maar
bestaat om de kosten te drukken of de verliezen te drukken.
Een personenvennootschap is een ‘benoemde’ (wordt dus geregeld in de wet), dat wil zeggen
een in de wet als zodanig ‘benoemde’ overeenkomst kwalificatievraag. Onder
omstandigheden moet de rechter zich afvragen wat hij ziet gebeuren. Kan hij dat kwalificeren
als een bedoelde overeenkomst? Hier hoort het arrest Astense dierenartsenpraktijk.
De omstandigheid dat partijen bij een overeenkomst hun rechtsbetrekking zelf de naam
maatschap, vof of cv geven betekent niet dat hun rechtsbetrekking inderdaad een
personenvennootschap is (de rechtsbetrekking kan bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst of
een overeenkomst van opdracht zijn).
Zelfs de omstandigheid dat personen in een relatie tot elkaar staan waarin zij zich niet
realiseerden dat hun rechtsbetrekking een personenvennootschap zou kunnen zijn, sluit niet
uit dat hun rechtsbetrekking een personenvennootschap is. De rechter kan dus concluderen dat
het een maatschap is terwijl je het zelf een andere naam hebt gegeven. De naam die je zelf
eraan geeft is dus minder relevant dan je zou denken.
Maatschap: aansprakelijkheid en vertegenwoordiging
Aansprakelijkheid en vertegenwoordiging zijn belangrijke ondernemingsrechtelijke
leerstukken de basisbepaling is art. 7a:1679 BW: ‘De vennooten zijn niet ieder voor het
geheel voor de schulden der maatschap verbonden; en een der vennooten kan de overige niet
verbinden, indien deze hem daartoe geene volmagt gegeven hebben’. Uitgewerkt in art.
7a:1680 en 1681 BW.
Hoofdregel: de maten/vennoten van een maatschap zijn gedeeltelijk (proportioneel, zelf dus in
hun eigen vermogen) aansprakelijk voor de verbintenissen van de maatschap.
-Voor gelijke delen leidt je af door te kijken naar het aantal maten. Zijn er 2 maten? Ieder voor
de helft. Zijn er 5 maten? Ieder aansprakelijk voor 20%.
-Contractspartijen van maten die naar de rechter stappen hebben meerdere opties. Zij kunnen
ook een privé claim indienen.
- Let op: soms is er hoofdelijke aansprakelijkheid buiten het maatschapsrecht om:
Art. 7:407 lid 2 BW: ‘Indien twee of meer personen tezamen een opdracht hebben ontvangen,
is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming in de nakoming,
tenzij de tekortkoming niet aan hem kan worden toegerekend’.
Voorbeeld: een advocatenkantoor waarbij twee advocaten een maatschap zijn. Dit artikel zegt
indien twee of meer advocaten samen een opdracht ontvangen zijn ze beide voor de
tekortkomingen in de nakoming aansprakelijk. De advocaten zijn dan toch weer hoofdelijk
aansprakelijk, maar niet op grond van het maatschapsrecht. Dit artikel ‘fietst’ dus ineen keer
ertussendoor.
-Hoofdregel: een maat/vennoot van een maatschap kan de maatschap (lees: de andere maten
niet vertegenwoordigen/binden), behalve als de andere maten haar volmacht hebben gegeven.
Art. 7a:1681 BW: ‘Het beding dat eene handeling voor rekening der maatschap is
aangegaan, verbindt slechts den vennoot die dezelve aangegaan heeft, maar niet de overige,
ten zij de laatstgenoemde hem daartoe volmagt hadden gegeven, of de zaak ten voordeele der
maatschap gestrekt hebbe’. De maat moet dus melden aan de wederpartij dat hij volmacht
, heeft van de gehele maatschap. Hij moet melden dat hij namens de maatschap komt. De
wederpartij moet zich ervan vergewissen dat de maat inderdaad een volmacht heeft. Alleen
met de volmacht kan hij namelijk de ondernemingsovereenkomst tot stand brengen.
Vof: omschrijving
-Vof: art. 15-34 WvK, m.u.v. art. 19-21 WvK.
-Art. 16 WvK: ‘De vennootschap onder eene firma is de maatschap, tot de uitoefening van
een bedrijf onder eenen gemeenschappelijken naam aangegaan’.
-Let op: een vof is een gekwalificeerde maatschap. Er moet dus voldaan zijn aan art. 7a:1655
BW.
-Eerst de maatschapsbepalingen, daarna de vofbepalingen.
Vof: vertegenwoordiging en aansprakelijkheid
-Zie art. 17 WvK
Lid 1: een vennoot onder vof is vertegenwoordigingsbevoegd. Hij mag dus namen de vof
contracten sluiten en hoeft dit niet te baseren op eerst gegeven volmachten. Dit is
aantrekkelijker voor het rechtsverkeer.
-Zie art. 18 WvK
Hoofdelijk gebonden voor het gehele bedrag in het privévermogen, niet proportioneel.
-Hoofdregel: de vennoten van een vof zijn volledig (hoofdelijk) aansprakelijk voor de
verbintenissen van de vof.
Cv: omschrijving
-Zie art. 19-21 WvK
-Art. 19 lid 1 WvK: de commanditaire vennootschap is ook weer een gekwalificeerde
maatschap. De cv bouwt dus voort op de maatschapsbepalingen. Dit artikel maakt een wat
moeizaam onderscheid. Kennelijk heb je personen die als geldschieter optreden (de
commanditaire vennoten), en een of meer andere vennoten.
-Lid 2: zijn er meer personen naast die commanditaire, dan is er tegelijk, t.a.v. die meerdere
personen, sprake van een vof.