Anatomie en Fysiologie | MBO Verpleegkunde Niveau 4 | ThiemeMeulenhoff | Hoofdstuk 20 uit het boek Anatomie en Fysiologie gaat over de Nieren en Urinewegen.
Antwoord: Afvalstoffen uit het bloed verwijderen, de juiste samenstelling van het bloed controleren en zo nodig aan te passen.
3.
Welke 4 componenten worden uitgescheiden door de nieren?
Antwoord: Water, zouten, zure en basische stoffen, afvalstoffen en overtollige stoffen.
4.
Wat is de ligging van de nieren?
Antwoord: De nieren liggen hoog in de buikholte, tegen de achterste buikwand aan en achter het buikvlies. Ze liggen ter weerszijden van de wervelkolom, met de holle kant naar elkaar toegekeerd.
5.
In de samenvatting wordt genoemd dat de rechternier wat lager ligt dan de linker. Wat is hier eigenlijk de reden van?
Antwoord: De lever duwt de rechternier iets naar beneden.
6.
Hoe wordt het centrum van de holle zijde van de nier ook wel genoemd?
Antwoord: De nierpoort of nierhilus.
7.
Waar gaan bloedvaten, zenuwtakken en lymfevaten de nier in en uit? Hier begint ook de urineleider.
Antwoord: In het centrum van de holle zijde, dus de nierpoort / nierhilus.
8.
Wat bevindt zich op zowel de linker als rechter nier?
Antwoord: De bijnier of glandula suprarenalis.
9.
Waarvoor zorgen het steunvet (perirenaal vet) en de bindweefselmantel (fascia renalis)?
Antwoord: Deze houden de nieren op hun plaats en beschermen de nieren tegen schokken en stoten van buitenaf.
10.
De nier is opgebouwd uit 4 onderdelen. Van buiten naar binnen zijn dat ..
20.1 Nieren
De nieren (renes) hebben de taak afvalstoffen uit het bloed te verwijderen, de juiste samenstelling
van het bloed te controleren en zo nodig aan te passen. Hierbij is sprake van vier componenten die in
meer of mindere mate uitgescheiden worden. Deze componenten zijn:
-water: meer of minder wateruitscheiding beïnvloedt het bloedvolume en daardoor de bloeddruk
-zouten: meer of minder zoutenuitscheiding heeft invloed op de waterhuishouding en daardoor ook
op het bloedvolume en de bloeddruk
-zure en basische stoffen: uitscheiding ervan heeft invloed op de zuurgraad van het bloed
-afvalstoffen en overtollige stoffen afkomstige van de stofwisseling
20.1.1 Ligging van de nieren
De nieren zijn twee boonvormige organen, elk zo groot als een vuist. Ze liggen hoog in de buikholte,
tegen de achterste buikwand aan en achter het buikvlies. Ze liggen ter weerszijden van de
wervelkolom, met de holle kant naar elkaar toegekeerd.
De nieren zijn buikorganen maar worden door hun hoge ligging grotendeels beschermd door de
borstkas. De linkernier ligt tegen het middenrif aan, de rechternier ligt iets lager.
Het centrum van de holle zijde is het nierpoort (nierhilus). Dat is de plaats waar bloedvaten,
zenuwtakken en lymfevaten de nier in en uitgaan en waar de urineleider begint. Bovenop elke nier
ligt een bijnier (glandula suprarenalis). De bijnieren zijn hormoonklieren. Bijnier en nier zijn omgeven
door steunvet (perirenaal vet). Rondom het steunvet ligt een stevige bindweefselmantel, de fascia
renalis. Het steunvet en de bindweefselmantel houden de nieren op hun plaats en beschermen de
nieren tegen schokken en stoten van buitenaf.
21.1.2 Bouw van de nier
De buitenkant van de nier heeft een glad oppervlak. Van binnen ziet de nier er kwabbig uit. De nier is
opgebouwd uit vier duidelijk te onderscheiden onderdelen. Van buiten naar binnen zijn dat:
-nierkapsel - nierschors - niermerg - nierbekken
, Anatomie – H20 Nieren en urinewegen
Het nierkapsel is een dun, stevig bindweefselkapsel.
De nierschors (cortex renalis) is het gespikkelde weefsel dat direct onder het nierkapsel ligt. Op
sommige plaatsen loopt de nierschors in smalle banen naar het centrum van de nier toe.
Tussen en binnen de nierschors ligt het niermerg (medulla renalis). De merggebieden hebben de
vorm van stompe kegels en worden mergpiramiden genoemd. Per nier zijn er zes tot achttien
mergpiramiden. Ze hebben een gestreept uiterlijk. De strepen doen denken aan een stralenkans en
heten dan ook mergstralen. De brede basis van elk mergpiramide ligt steeds min of meer evenwijdig
aan het nierkapsel. De top van de mergpiramide wordt de nierpapil genoemd. Deze is naar het
centrum van de nier gericht. Bij zo’n nierpapil monden drie tot zes mergpiramiden uit in één holte.
Dat is de nierkelk (calix).
De nierkelken monden op hun beurt uit in een grote centrale holte in de nier, het nierbekken (pyelum
of pelvis). Het nierbekken vernauwt naar mediaal en gaat ter hoogte van de nierpoort over in de
urineleider (ureter). Nierkelken, nierbekken en urineleider maken deel uit van de urinewegen.
20.2 Functionele niereenheden
De filtering van het bloed begint in de nierschors, in microscopisch kleine structuren die je
functionele niereenheden noemt. Elke nier heeft ruim 1 miljoen functionele niereenheden.
Delen van de functionele niereenheid (nefron) zijn:
-kapsel van Bowman
-glomerulus
-proximale tubulus
-lis van Henle
-distale tubulus
-verzamelbuis
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michll. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.