9, BLOED
Vloeibaar weefsel. PH is 7,35-7,45. Temp. 38 graden Celsius. 8% van je
lichaamsgewicht, 5-6 liter. Hematocriet is aantal rode bloedcellen.
Bloedplasma
Bestaat 90% uit water waarin stoffen zijn opgelost:
Plasma eiwitten, voedingsstoffen, elektrolyden, ademhalingsgassen, hormonen,
afvalstoffen. Bestanddelen & Funtie
Plasmaeiwitten- 3 belangrijkste Water, oplosmiddel en regeling
1. Albumine. Zorgt voor transporteiwit voor stoffen belangrijk temperatuur
voor osmotisch evenwicht. Elektrolyden(zoals, -Natrum -Calcium
2. Globuline, antilichamen voor bescherming ziekteverwekkers.
3. Fibrinogeen. Stollingsfactoren tegen bloedverlies. -kalium), osmotisch- en
zuur-base evenwicht.
Bloedcellen Doorlaatbaarheid membranen.
Rode bloedcellen (erytrocyten) vervoeren (C)O2 d.m.v. Eiwitten, transport, regelen
hemoglobine(eiwit waar ijzer voor nodig is). De vorm is een osmotische druk, antilichamen,
schijf met een duikje, dit zorgt voor meer oppervlak. bloedstolling
Witte bloedcellen (leukocyten) horen bij het afweersysteem.
Schade kan veroorzaakt worden door tumorcellen of ziekte- Overig:
verwekkers. Hormonen, voedingsstoffen(glucose,
Bloedplaatjes (trombocyten), zorgen voor stolling, eiwit dat vetten, vitaminen, aminozuren),
vrijkomt bij kapot gaan bloedplaatjes is tromboplastinogeen afvalstoffen (ureum), gassen
start van stolling (02/CO2)
Soort cel Aantal Funtie Anemie: bloedarmoede
*erytrocyt 4-6 miljoen Transport (C)O2 - Lager aantal rode bloedcellen dan
normaal
*leukocyt 4.800- Afweer&immuniteit
- Afwijkend hemoglobine gehalte dan
-basofiel 10.800
normaal (meer ijzer eten)
-eosinofiel
-neutrofiel
-lyfocyt
-monocyt
*bloedplaa 250.000-
bloedstolling
tjes 400.000