Gedrag en invloeden op gedrag
Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van gedrag en de
mentale processen van de mens als individu.
Sociale psychologie is dat deel van de psychologie die zich bezighoudt met de
wisselwerking van het individu en zijn sociale omgeving.
Sociologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de manier waarop
mensen in grotere verbanden samenleven.
Gedrag staat voor waarneembare activiteiten.
- Bewust gedrag
- Onbewust gedrag
- Gedrag
- Attitude
- Motivatie
1. Lichamelijke factoren
Lichamelijke omstandigheden (genen, pijn, ziekte, honger etc.)
2. Psychische factoren
- Persoonlijkheidseigenschappen
- Zelfbeeld
- Drijfveren
- Attitudes, houding ten opzichte van jezelf, anderen en bepaalde onderwerpen.
3. Sociale factoren
Invloed van mensen
Imitatiemodel, identificatiemodel
4. Culturele en spirituele factoren
Opvattingen, waarden, normen, cultuur, God, Boeddha, Allah, geesten etc.
5. Fysische en geografische factoren
Klimaat, storm, jaargetijde, natuurlijke factoren.
, 1. De psychoanalyse
Sigmund Freud (1856-1939).
Onbewuste krachten hebben een sterke invloed, niet alleen in het geval van ziekte of
verlamming of psychische problemen maar ook in het dagelijks leven spelen onbewuste
driften een belangrijke rol.
De eerste 6 jaar zijn bepalend in het leven.
Sublimeren, hierbij worden seksuele en agressieve lusten omgezet in sociaal geaccepteerd
gedrag.
Menselijk gedrag is deterministisch: de mens is afhankelijk van het lot en heeft daar geen
invloed op.
2. Het behaviorisme
John B. Watson (1878-1958)
Beperken tot observeerbaar gedrag.
De mens is bij geboorte een ‘onbeschreven blad’
- Gedrag is beïnvloedbaar (gedrag kun je zowel af als aanleren)
3. De humanistische psychologie
- Mensen hebben een vrije wil.
- Alle individuen zijn uniek en gemotiveerd om hun mogelijkheden volledig te benutten.
- Echt begrip van menselijk gedrag kun je alleen leren door mensen te bestuderen,
dus niet door het bestuderen van dieren.
- Psychologen moeten individuen bestuderen in plaats van het gemiddelde van een
groep.
Abraham Maslow (1908-1970)
Carl Rogers (1902-1987)
4. De cognitieve psychologie
De cognitie over een onderwerp is de verzameling van iemands gedachten, kennis en
inzichten over dat onderwerp.
3 meer recente stromingen
1. De positieve psychologie
- Wat maakt mensen gelukkig in een goede relatie?
- Wat maakt mensen effectief in hun werk?
- In wat voor soort groepen of gemeenschappen zijn mensen het gelukkigst?
- Hoe kunnen mensen hun talenten of kwaliteiten verder ontwikkelen?
- Welke krachten kunnen mensen inzetten bij hindernissen?
Flow betekent het volledig opgaan in een activiteit
2. De neuropsychologie
Het rechtstreeks kijken bij gebeurtenissen in de hersenen. → Men heeft gevonden waar een
beslissing in de hersenen wordt genomen.
3. De evolutionaire psychologie
Veranderingen door de tijd heen.
, De hersenen van mensen zijn niet vervangen door ‘verbeterde onderdelen’. Maar deze zijn
in de loop van tijd aangevuld met nieuwere delen.
Persoonlijkheid
De persoonlijkheid is de verzameling van duurzame eigenschappen die iemands gedrag
kenmerken.
Nature: aangeboren gedrag
Nurture: aangeleerd gedrag
Big five:
1. Extraversie, mate van gericht zijn op de buitenwereld
2. Vriendelijkheid, gericht zijn op belang van zichzelf of de ander
3. Zorgvuldigheid, mate van gedisciplineerd en georganiseerd zijn
4. Emotionele stabiliteit, mate van stabiliteit en stressbestendigheid
5. Openheid voor ervaring, mate van vernieuwend of behoudend zijn
Socialisatie is het overnemen en verinnerlijken van gedrag, normen en waarden die binnen
een bepaalde groep algemeen aanvaard zijn.
- Imitatie
- Identificatie is het proces waarbij iemand zich vereenzelvigt met kenmerken van een
ander
- Mentale stoornissen
- Persoonlijkheidsstoornissen
Biologische invloeden: erfelijke factoren, verslaving, gevolgen van langdurig ziek zijn,
ondervoeding
Psychische invloeden: het emotioneel niet zo stabiel zijn, het minder goed kunnen omgaan
met problemen, etc.
Sociale invloeden: een beroerde jeugd, langdurige armoede, slecht onderwijs.
Cluster A: mensen die zich heel moeilijk kunnen aanpassen aan hun sociale omgeving.
Cluster B: mensen die emotioneel heel instabiel zijn, onbeperkt aandacht voor zichzelf
opeisen of zonder wroeging over iedereen heen walsen.
Cluster C: mensen die extreem perfectionistisch of extreem angstig zijn.
Humanistische psychologie en persoonlijkheid
- Mensen zijn in grote mate vrij om zelf belangrijke keuzes te maken in hun leven.
Mensen worden voor een deel gevormd door erfelijkheid en opvoeding, maar zij
bepalen ook zelf wie ze willen zijn.
- Mensen hebben fundamentele behoeften die om bevrediging vragen.
- Mensen zijn van nature gericht op zelfactualisatie, ze willen zichzelf ontplooien.