Dit zijn uitgebreide college-aantekeningen voor het vak neuropsychologie aan de rijksuniversiteit Groningen, pedagogische wetenschappen.
Alle colleges van studiejaar 23/24 zijn hierin verwerkt. Daarnaast zijn hier en daar extra aantekeningen toegevoegd uit college (opnames) van vorig jaar. Oefenvr...
Rijksuniversiteit Groningen, Pedagogische Wetenschappen
Neuropsychologie – jaar 2, periode 1
INHOUD
College 1 .................................................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 1 – Ontwikkeling van de discipline neuropsychologie ....................................................................... 3
Hoofdstuk 2 – The origins of spe… brain and behavior....................................................................................... 5
College 2 .................................................................................................................................................................. 7
Hoofstuk 3 – Het centrale zenuwstelsel .............................................................................................................. 7
Hoofdstuk 4 – Neuronen ................................................................................................................................... 15
College 3 ................................................................................................................................................................ 18
Hoofdstuk 5 – Communicatie tussen neuronen................................................................................................ 18
College 4 ................................................................................................................................................................ 23
Hoofdstuk 6 – Drugs/medicatie en hormonen ................................................................................................. 23
Hoofdstuk 7 – Onderzoeksmethoden ............................................................................................................... 27
Oefenvragen ...................................................................................................................................................... 30
College 5 ................................................................................................................................................................ 31
Hoofdstuk 10 – Connectivity ............................................................................................................................. 31
Hoofdstuk 17 – Corticale netwerken: disconnect ............................................................................................. 33
Hoofdstuk 11 – Brein asymetrie ........................................................................................................................ 35
Hoofdstuk 12 – INdividuele verschillen in cerebrale organisatie ...................................................................... 36
College 6 ................................................................................................................................................................ 38
Hoofdstuk 8 – Sensorische systeem .................................................................................................................. 38
Hoofdstuk 13 – Occipitale kwab........................................................................................................................ 40
College 7 ................................................................................................................................................................ 46
Hoofdstuk 9 – Motorische systeem .................................................................................................................. 46
Hoofdstuk 14 – Pariëtale kwab ......................................................................................................................... 48
Oefenvragen ...................................................................................................................................................... 50
College 8 ................................................................................................................................................................ 51
Hoofdstuk 15 – Temporaal kwab ...................................................................................................................... 51
Hoofdstuk 16 – Frontaal kwab .......................................................................................................................... 55
College 9 ................................................................................................................................................................ 58
Hoofdstuk 18 – Geheugen................................................................................................................................. 58
Hoofdstuk 19 – Taal .......................................................................................................................................... 65
College 10 .............................................................................................................................................................. 66
Hoofdstuk 20 – Emoties .................................................................................................................................... 66
Hoofdstuk 22 – Aandacht en bewustzijn .......................................................................................................... 70
,Tentamen:
- 45 meerkeuzevragen, elk 1 punt
- 1 open vraag, 15 punten
- Voor een voldoende 40/60 punten
Open vraag: je kiest uit elke kolom een begrip en hiermee maak je een verhaal. Je legt verbanden tussen de
begrippen die je uitkiest.
,COLLEGE 1
HOOFDSTUK 1 – ONTWIKKELING VAN DE DISCIPLINE NEUROPS YCHOLOGIE
HISTORISCHE VISIES OP HERSENEN & GEDRAG
- De Oudheid: het hart vs. het brein
o In de oudheid lagen de gedachtes van mensen in het hart. De hersenen zouden zijn om het
bloed te koelen.
▪ Gezegdes als ‘gebroken hart’. Eigenlijk liggen de gevoelens niet in het hart zelf, maar
heeft het te maken met de amygdala en hippocampus.
o Hippocrates (ca. 460-370 voor Christus)
▪ Hij was de eerste die bedacht dat het functioneren van de hersenen invloed heeft op
wat iemand kan.
▪ Hij had een filosofisch idee over waarom de hersenen zo waren.
o Aristoteles (348-322 voor Christus) en het Mentalisme
▪ Psyche = mind, bewustzijn
▪ Psyche is verantwoordelijk voor het gedrag (tegenovergestelde van Freud). Dit zit in
de hersenen en is verantwoordelijk voor ons gedrag.
▪ Grote invloed op moderne neuropsychologie. Nog steeds vragen we ons af hoe het
komt dat we denken.
- Middeleeuwen en Renaissance: op observatie gebaseerde neuroanatomie
o Leonardo da Vinci (1452-1519)
o Vesalius (1514-1564)
o Ze gingen kijken wat er nou eigenlijk in de hersenen zat. Toen zagen ze dat er veel structuren
in de hersenen zitten. Ze kregen meer tools om dit te doen.
e
- 17 eeuw: begin van moderne wetenschap van het brein
o Descartes (1596-1650) en het Dualisme
o Lichaam = stoffelijk, Geest = niet stoffelijk
o Lichaam-geestprobleem
▪ Hoe hangen die 2 dan samen? Hoe koppel je iets lichamelijks en iets geestelijks?
o Christelijk denken: als we doodgaan blijft het lichamelijke hier, maar het geestelijke gaat de
hemel in. De connectie tussen deze 2 was onduidelijk.
- 18e eeuw: elektriciteit van het brein
o Galvani (1737-1798)
o Niet alleen naar materie kijken, want men kwam erachter dat het brein deels werkte op
elektriciteit (en dat het dus niet alleen biologisch was). Men wilde weten hoe dit werkt.
- 19e eeuw: lokalisatie van functies (gevoel, taal, beweging)
o Gall (1758-1828) en Spurzheim (1776-1832)
o Paul Broca (1824-1880)
▪ NB-er: Monsieur Leborgne (‘Tan’)
▪ Gebied van Broca (productie van taal)
o Ontdekking dat specifieke functies op specifieke plekken zit
o Frenologie = het idee dat de vorm/grootte van de schedel invloed heeft op hoe goed iemand
ergens in is (bijv. talenknobbel).
- Vervolg 19e eeuw: evolutie, genen en gedrag
o Darwin (1809-1892) en het Materialisme
▪ Gedrag verklaren door de werking van het zenuwstelsel, er is geen rol voor de mind
• Religie raakte op de achtergrond dus er werd geen aandacht meer besteed
aan ‘de mind’. Al het gedrag werd verklaard vanuit de biologie.
, ▪ Survival of the fittest: hersenen zijn op een bepaalde manier gegroeid omdat dat
gunstig is voor ons. De hersenen zijn bijvoorbeeld opgedeeld in 2 helften, als de ene
helft afsterft heb je dan nog wel de andere helft. Hierdoor zou de overlevingskans
verhogen.
ste
- 20 eeuw: beter onderzoeksmateriaal: neurotransmitters, psychofarmaca, kraken DNA-codes
o Otto Loewi (1873-1961)
o Francis Crick 1916-2004) en James Watson (1928-…)
Gedistribueerde functies: voorheen dacht men dat (kleine) gebieden specialistische functies hebben. Dat is
deels wel zo, maar grotere functies (bijv. emotie of taal) zijn meestal over de hersenen verdeeld.
Hiërarchische organisatie: bepaalde hersendelen zijn vooral betrokken bij taal, rekenen of bewegen o.i.d. Maar
andere hersengebieden bemoeien zich hier ook wel mee. Het zit niet gewoon op 1 plek.
- Meerdere geheugensystemen
- Twee hersenhelften
- Bewuste en onbewuste informatiestroom
o Het overgrote deel van wat wij doen is onbewust.
o Onbewust: bepaald in hoge mate wat we allemaal geautomatiseerd hebben (lopen, praten,
fietsen). Hierdoor hoef je niet na te denken over wat je doet. Een onbewuste stroom die
tegen je kan werken zijn bijvoorbeeld alle stereotypes.
NEUROSCIENCE IN DE 21STE EEUW
- Nieuwe methoden, opkomst van hersenscantechnieken
- Intensievere samenwerking tussen disciplines
- Nieuwe inzichten verschijnen in hoog tempo → sterkere toename van publicatie
o Echter niet allemaal evidence-based, waardoor er neuromythes ontstaan
o Er was een ‘neuro-hype’: als je ‘neuro’ in een onderzoeksvoorstel zette, was er een veel
grotere kans op financiering. Dus iedereen ging dat doen.
- Onderzoeksgeld voor fundamenteel en toegepast onderzoek
WAT IS DAN NEUROPSYCHOLOGIE?
Neuropsychologie maakt gebruik van inzichten vanuit andere disciplines. Onder andere:
Het bestudeert de relatie tussen fysiologie in de hersenen en gedrag.
WAT IS GEDRAG?
- Moeilijk om te definiëren
- Enkele kenmerken:
o Heeft zowel doel als functie
o Reactie op omgeving
o Bepaald door endocriene systeem en zenuwstelsel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aniquetuinstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.