Overzicht Neurorecht & forensische psychiatrie
WEEK 1
Neurorecht: drie domeinen van onderzoek (college dinsdag 6 september)
Inleiding/samenvatting van het vak
Inleiding op het vak
De cursus Neurorecht en forensische psychiatrie richt zich op verschillende vragen binnen de forensische psychiatrie:
Hoe wordt de toerekeningsvatbaarheid van een verdachte vastgesteld, en welke rol kunnen hersenscans daarbij spelen?
Wat is de relatie tussen psychische stoornissen en delicten? Kan de neurobiologie helpen om recidive te voorspellen?
Ook andere actuele thema’s binnen dit vakgebied zullen worden behandeld. Vanuit verschillende perspectieven – onder
meer vanuit de psychologie, psychiatrie, neurowetenschappen en het strafrecht – wordt naar het fascinerende en
complexe vakgebied van de forensische psychiatrie gekeken.
Over neurorecht
De laatste jaren wordt de vraag naar de betekenis van neurowetenschap voor het strafrecht steeds nadrukkelijker
gesteld. Bijvoorbeeld, kunnen hersenscans iets zeggen over de toerekeningsvatbaarheid van een verdachte? Is het zo dat
de neurowetenschappen laten zien dat de vrije wil niet bestaat, en dat daarom eigenlijk niemand toerekeningsvatbaar is?
Zou neurotechnologie ons kunnen helpen om de gedachten van mensen – bijvoorbeeld verdachten – op de een of andere
manier te 'lezen'? En kunnen neurobiologische parameters nuttig zijn om het recidiverisico in te schatten? Het
vakgebied waarin op deze vragen een antwoord wordt gezocht, noemt men 'neurorecht'. Het is een zich snel
ontwikkelend en zeer interdisciplinair domein, waarin onder meer neurowetenschappers, ethici, psychiaters,
psychologen in juristen participeren. In deze module komt een aantal centrale problemen binnen het neurorecht aan de
orde – met nadruk op de forensische psychiatrie – waaronder bovengenoemde kwesties. De uitdaging is daarbij steeds
om tot een afgewogen oordeel te komen over de mogelijkheden en onmogelijkheden, en tevens risico's en valkuilen,
van de toepassing van neurotechnieken in het strafrecht. Hiervoor is het nodig zowel naar de technische kant van
neurotechnieken te kijken als naar de normatieve (juridische en ethische) kant. Daarbij geldt als uitgangspunt dat
ondeugdelijke technieken niet gebruikt dienen te worden, maar dat tevens voorkomen moet worden dat behulpzame
technieken onbenut blijven
Over forensische psychiatrie
Forensische psychiatrie betreft het grensvlak tussen psychiatrie en het recht, in de praktijk vaak het strafrecht. Het is een
vakgebied dat in de belangstelling staat en waar veel media-aandacht voor is. Het is ook een vakgebied waar over
gediscussieerd wordt, en waar fundamentele vragen aan de orde zijn. Belangrijke onderdelen zijn de rapportage pro
Justitia, de zorg voor gedetineerden, en tbs. De rapportage pro Justitie bestaat zelf weer uit verschillende onderdelen,
waarbinnen het advies over de toerekeningsvatbaarheid en de inschatting van recidivegevaar centraal staan. In dit
college wordt op een aantal van belangrijke discussies en vragen ingegaan. Zo worden verschillende perspectieven op
de toerekeningsvatbaarheid en risicotaxatie besproken. Bijvoorbeeld, heeft ons rechtssysteem de 'verminderde'
toerekeningsvatbaarheid wel nodig (in Nederland hebben we drie graden van toerekeningsvatbaarheid), en in hoeverre
zou het aanbeveling verdienen als we kunstmatige intelligentie zouden inzetten voor inschatting van het recidiverisico?
Voor tbs geldt momenteel het vereiste dat een verdachte ten tijde van het delict een stoornis heeft; zijn er redenen om dit
criterium te heroverwegen? Voortdurend speelt bij de forensische psychiatrie de uitdaging om twee heel verschillende
domeinen, namelijk psychiatrie en strafrecht – die tegelijkertijd op elkaar aangewezen zijn – op een goede manier te
laten samenwerken.
Pagina 1 van 196
,Ten opzichte van de cursussen Inleiding in de forensische psychiatrie en Forensische psychopathologie biedt deze
cursus verdieping, waarbij het vooral gaat om het inzicht in de discussie, en het vermogen zelf een beargumenteerde
positie in te nemen en deze in tekst en presentatie helder weer te geven.
Leerdoelen kennis, begrip en inzicht en algemene en juridische vaardigheden
- Heeft de student kennis van en inzicht in het neurorecht en de relevantie ervan voor de forensische psychiatrie en
psychologie;
- Heeft de student kennis van en inzicht in methodologie en diagnostiek binnen de forensische psychiatrie alsmede
in behandeling en juridische behandelkaders binnen de forensische psychiatrie;
- Heeft de student kennis van en inzicht in kwesties die spelen rondom toerekeningsvatbaarheid en risico-taxatie;
- Heeft de student inzicht in de werking en grenzen van het recht op het raakvlak van de psychiatrie;
- Heeft de student inzicht in de samenhang van verschillende neurowetenschappelijke, psychiatrische en juridische
perspectieven binnen dit bij uitstek interdisciplinaire domein;
- Is de student in staat om zelfstandig bestaande wetenschappelijke kennis op het snijvlak van de forensische
psychiatrie en het strafrecht te vergaren, op waarde te schatten en daarop kritisch te re ecteren;
- Kan de student multidisciplinair materiaal (o.m. empirische Engelstalige literatuur en strafrechtelijke literatuur)
verzamelen en beoordelen;
- Is de student in staat om kennis van een bepaald deelgebied van de forensische psychiatrie op heldere wijze te
presenteren en erover in discussie te gaan.
Neurorecht binnen het strafrecht
Neurorecht
Dit houdt in: het door technologie een kijkje in de hersenen nemen van de verdachte.
Neurorecht in het strafrecht - actueel
Er is een rapport over neurotechnologie in het strafrecht, maar er is nog geen neuro-technologische toepassing in het
strafrecht. In Pieter Baan Centrum worden wel hersenscans gemaakt, maar het is dus nog niet of cieel in het
geïmplementeerd in het strafrecht. We denken wel al veel na over het vormgeven van het neurorecht in het strafrecht,
omdat je juridisch gezien voorbereid moet zijn als er echt een doorbraak komt. Dat doen we nu al, omdat de technologie
heel snel gaat. Het heeft dus tot nu toe voor patiënten in de praktijk niets opgeleverd in de psychiatrie, die technologie.
Pagina 2 van 196
fl fi
, De laatste jaren gaat het sneller door arti ciële intelligentie en door
Waarom gaat het de laatste jaren sneller? De neuro-psychologie? Dat komt door arti ciële intelligentie. Dat komt dus
omdat een slimme computer snel systemen kan herkennen in de hersenen. Met name door middel van hersenscans
kunnen we al veel meer dan we eerst konden. Je kan ook zien dat bedrijven in ons brein kunnen komen. Denk
bijvoorbeeld aan Google, Facebook en het bedrijf van Elon Musk die een brain-computer maakt. En zo is er een
ontdekking gedaan van een app die met zijn hersengolven een spelletje kan spelen. Er zijn veel grote bedrijven met veel
geld die dit interessant vinden, maar Elon Musk is bang dat computers slimmer worden dan wij. En om ervoor te zorgen
dat we in de game blijven, moeten we zorgen dat we sneller gaan dan de computers. Door informatie te delen. Dat
gebeurt met Brain Computer Interface. Denk bijvoorbeeld aan het brengen van jouw gedachte in een Word-document,
zonder te typen. Dit zijn bepaalde ontwikkelingen buiten het strafrecht binnen de neurowetenschappen, die uiteindelijk
ook binnen het strafrecht terecht gaan komen.
Een andere reden waarom het snel gaat is dat er veel onderzoek nodig is om fundamentele vragen die hierdoor ontstaan
te kunnen beantwoorden. We hebben al een menselijk kader en een juridisch kader over alles wat er met ons lichaam
zelf kan gebeuren, maar nog geen juridisch kader over hoe we de brein of geest zouden moeten beschermen. Het zijn
dus hele snelle ontwikkelingen, maar heel moeilijke vragen, waar we goed over na moeten denken. We moeten dus nu
al beginnen met hierover nadenken, voordat de ontwikkelingen er zijn en we geen juridisch kader hebben. Dat er in de
praktijk over nagedacht wordt, is bijvoorbeeld in het onderstaande rapport terug te lezen: Kansen en risico’s van de
toepassing van neurotechnologie in het strafrecht. We zijn verplicht tijdig over de maatschappelijke impact van zulke
technologie na te denken. Dat geldt ook voor een eventuele toepassing in de forensische context. Hersenlezen of
‘gedachten lezen’ geeft toegang tot het meest private domein. En het is nu eenmaal eigen aan psychiaters om daarin
ge nteresseerd te zijn. Dat kan een spanning opleveren tussen de forensisch psychiater die informatie wil en de prijs in
privacy die betaald zou moeten worden.
Forensische psychiatrie
Forensische psychiatrie binnen dit vak
Pagina 3 van 196
ï fi fi
, Forensische psychiatrie is al een vak geweest in de bachelor. Dit vak ging in de bachelor onder andere over wat
bijvoorbeeld de rol van een jurist in het Pieter Baan Centrum is. Nu gaan we nadenken over ingewikkelde
discussiepunten en moeilijke vraagstukken. We kijken dus niet per se naar welke stoornissen er zijn, maar we denken
vooral na over ingewikkelde vraagstukken, het lezen van teksten waar we het niet mee eens zijn en ergens wat van
vinden en dat goed te beargumenteren. De ene docent kan ook iets anders vinden dan de andere docent. Het is dus echt
een verdieping van het vak op het inleidende vak. En de verdieping zit hem dan vooral in de discussie aangaan door
middel van argumenten. We kijken naar wat wij vinden als jurist. Het gaat dus over forensische psychiatrie en
psychologie, en over forensische psychopathologie: de relatie tussen de stoornis en het delict.
Relatie tussen psychiatrie en strafrecht
Wat is er zo bijzonder aan deze relatie? Onder andere dat beide – psychiatrie en strafrecht – ge nteresseerd zijn in (al
dan niet ernstig) afwijkend gedrag, waarbij het in het strafrecht gaat om strafbaar gedrag en in de psychiatrie om
pathologisch gedrag. En die vinden een overlap in een persoon die vanuit een stoornis een misdrijf pleegt. Vervolgens
zijn zowel het strafrecht als de psychiatrie geïnteresseerd in de gronden van het gedrag en waarom iemand tot dergelijk
gedrag komt. Was het een opwelling of een bestaand plan? Om meer inzicht te krijgen in de relatie tussen de dader en
de daad worden binnen het strafrecht psychologen en psychiaters betrokken.
Ontoerekeningsvatbaarheid
Rapportage
In Nederland wordt een verdachte door twee mensen onderzocht. Het kan er ook een zijn. Maar psychologen doen over
het algemeen de meeste rapportages. Het kan dus één psycholoog zijn, of alleen een psychiater, of beide. Het zijn er
alleen niet twee psychologen bijvoorbeeld.
Casus Eiland Utøya
Het eiland Utøya was een aantal jaar geleden wereldnieuws toen Breivik daar veel leerlingen vermoorde wegens zijn
opvattingen. Hij werd onderzocht door psychologen en psychiaters en die hebben uiteindelijk vastgesteld dat hij
ontoerekeningsvatbaar was. Ze kwamen tot de conclusie dat hij schizofrenie had, door een knik in de opvoeding. Zijn
planning was minder goed, hij kwam minder toe aan dingen, bleef thuiszitten en woonde bij zijn moeder. De uitkomst
van het onderzoek was dus volledig toerekeningsvatbaar. Dit rapport lekte uit. Maar andere psychiaters en psychologen
vonden daar wat van. Kon hij niet plannen? Terwijl het bijna een militaire operatie was en dus heel goed gepland? Een
bom die bijna perfect gemaakt was? Hij kon dingen juist heel goed organiseren. Daarna kwamen twee andere
psychiaters: er is wel iets aan de hand en hij heeft een soort persoonlijkheidsstoornis. Maar, hij is niet psychotisch en dat
is in Noorwegen vereist voor ontoerekeningsvatbaarheid. Als je psychotisch bent, ben je automatisch
ontoerekeningsvatbaar. Er was discussie over. Uiteindelijk koos de rechtbank voor het tweede koppel van onderzoekers
en werd hij niet ontoerekeningsvatbaar verklaard. Veel mensen vinden het onbegrijpelijk dat de rechtbank voor hen
koos.
Pagina 4 van 196
ï