Wie schreven er over de Germanen?
- Tactitus schreef Germania : 98nChr.
Deel 1: Monografie Germaanse volkeren (land,klimaat,godsdienst, sociale structuur)
Deel 2: Afzonderlijke stammen in topografische volgorde
- Caesar schreef de Gallische Oorlog: 51v.Chr
Een groot propaganda boek.
Hij schreef over de Kelten (uit Gallië) maar ook over de Germanen. Hij haalt ze wel steeds
door elkaar. Hij dacht dat Belgen Galliërs waren, maar dat waren Germanen.
Archeologische bronnen:
Er is een Sarcofaag gevonden; Sarcofaag van Portonaccio. Dit laat de confrontatie van de
Romeinen tegen de Sueven zien. Dit is een goed voorbeeld van Romeinse vormentaal: bovenaan
zie je huiselijke hoogte punten, en onderaan zie je gevechten; Equitees, voetsoldaten en
barbaren.
Wat gebeurde er met het Romeinse rijk na 293? Waarom ging het steeds slechter?
De buitengrenzen werden steeds moeilijker te verdedigen, zeker als ze niet genoeg bemenst
waren en de Foederati zich niet betrouwbaar genoeg gedroegen. In de 3e eeuw begint de
neergang in het Romeinse rijk:
- Belastingstuk
- Druk van de Hunnen
- Epidemieën
- Militaire coups, politieke instabiliteit
- Demografische neergang, onzekere toekomst
Einde 3e eeuw besluit Keizer Diocletianus het Romeinse rijk te verdelen; een gedeelte in het
westen bestuurd door Rome door een keizer en onderkeizer, en een gedeelte in het oosten
bestuurd door Constantinopel ook door keizer en onderkeizer. (395n.Chr) Dit systeem heet een
Tetrarchie, ze bestuurden het rijk met 4. Het belangrijkste in een tetrarchie is goede
samenwerking, maar dit liep mis. Er waren veel onderlinge problemen, maar de 2-deling bleef in
stand.
4.1
• Je kunt de begrippen ‘stijl’ en ‘school’ (in de kunst) uitleggen
Stijl draait om de individuele expressie en creativiteit van een kunstenaar, terwijl school verwijst
naar een collectieve groep kunstenaars die gemeenschappelijke artistieke waarden en praktijken
delen. Stijl kan zowel binnen als tussen scholen variëren, terwijl een school meestal een
specifieke artistieke filosofie belichaamt en invloed heeft op de kunstwerken die eraan zijn
verbonden. Vormentaal is een stijl wat vormen uit moet drukken. Een stijl is een bepaalde wet
waaraan alle kunstwerken van een bepaald volk binnen een bepaalde periode en binnen een
bepaald geografisch gebied lijken te beantwoorden.
• Je kunt uitleggen waarom we de Grieks-Romeinse cultuur ‘klassiek’ noemen
37
,De Grieks-Romeinse cultuur wordt als "klassiek" beschouwd vanwege haar diepgaande en
blijvende impact op de westerse beschaving en haar status als een bron van inspiratie en
bewondering voor generaties kunstenaars, denkers en geleerden
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten benoemen tussen de Egyptische beeldhouwkunst
en die uit de archaïsche periode van de Grieken
- De Egyptische beeldhouwkunst:
Kenmerken:
o Statisch
o Frontaal
o Armen strak langs lichaam
o Gekleed
o Gebalde vuisten
o Geen portret
o Strakke symmetrie
o Ene been voor het andere
o Gekleed
o Geen emotie in gezicht
Doel: Religieuze en ceremoniële doeleinden.
Beelden werden gemaakt om goden, farao's en overledenen te vereren.
- Griekse archaïsche beeldhouwkunst kenmerken:
o Naakt
o Wat losser
o Voeten soms naast elkaar / armen niet meer even strak langs
lichaam
o Meer emotie (Archaische Glimlach: Rampin-kop)
Doel: Verering van goden en helden, maar soms ook
puur esthetisch.
De Egyptische beeldhouwkunst was sterk gericht op symboliek
en religie, met nadruk op stijfheid en symmetrie, en de Griekse
beeldhouwkunst in de archaïsche periode was meer gericht op
realisme, de representatie van het menselijk lichaam en de
ontwikkeling van esthetische idealen.
• Je kent de begrippen kouros en korè
38
, Kouros en kore beelden zijn typen beeldhouwwerken die veel
voorkwamen tijdens de archaïsche periode.
Kouros:
- Een mannelijk beeldhouwwerk
- Naakt
- Jeugdig
- Symmetrisch
- Archaïsche glimlach
- Statig
Doel: Werden gebruikt als heiligdommen of als gedenktekens
voor overleden personen
Kore:
- Een vrouwelijk beeldhouwwerk
- Gekleed in gewaden met lange mantel
- Jeugdig
- Eventuele sieraden
- Natuurlijk, eleganter
Doel: Esthetische en artistieke functie en werden vaak gebruikt
in heiligdommen en openbare ruimtes
• Je kunt het verband tussen de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling
van het realisme in de kunst uitleggen
Dat had meerdere reden:
o Observatie en anatomie; Filosofen zoals Pythagoras en Hippocrates benadrukten het
belang van empirisch onderzoek. Ze moedigden iedereen aan om beter om zich heen te
kijken en te observeren, zo begonnen beeldhouwers en schilders met het bestuderen
van de menselijke anatomie om realistischer menselijke figuren te creëren.
o Filosofische idealen; Er werd veel nagedacht over ‘echte schoonheid’. Denk bijvoorbeeld
aan de Gulden sneden van Pythagoras, ook dit werd in de kunst toegepast om
evenwichtige werken te maken
o Geometrie en perspectief: De Grieken ontwikkelden geavanceerde wiskundige principes,
waaronder geometrie. Deze wiskundige kennis had invloed op de manier waarop
kunstenaars perspectief en verhoudingen benaderden in hun kunstwerken.
• Je kunt uitleggen waarom in eind 5e eeuw er competitie tussen kunstenaars komt en wat het
gevolg hiervan was
39