a. Spijkerschrift (3400v.C.) Uruk-Mesopotamie’
b. Proto-Elamitisch (3200v.C.) Iran
c. Hierogliefenschrift (3300v.C.) Egypte
d. Harappaanse schrift (2400v.C.) Indusvallei
e. Orakelbot, China (1750v.C.)
Waarom is tijdvak 2 raar? Tijdvak 2 is de Oudheid, tijd van Grieken en Romeinen. Duurt van
3000v.C.-500n.C. Maar 3000v.C. waren er nog geen Grieken en Romeinen. Om 2000v.C. ook
nog niet. Die kwamen pas rond 800v.C. Het gaat hier dus eigenlijk vooral over de Egyptenaren.
2.1
• Je kent de Griekse periodisering in Myceense Tijd, Donkere Eeuwen, Archaïsche Tijd,
Klassieke Tijd, Hellenistische Tijd en Romeinse Tijd
1. Helladische tijd 3000-1900vc
2. Myceense tijd 1900-1100vc
3. Donkere eeuwen: 1100-800vc (we weten het niet, Knossos verwoest etc)
4. Archaische tijd: 800-480vc (opbouw Griekse democratieën, groei, bloei)
5. Klassieke tijd: 480-330vc (Alexander de Grote, stempel drukken op culturen)
6. Hellenistische tijd: 330vc-146/8vc (Dood Alexander de Grote, verdeling Griekenland)
7. Romeinse tijd: 14/8vc-476nc (Romeinse rijk neemt Griekenland/Macedonie volledig over
• Je kunt uitleggen wat de functie is van een periodisering en waarom een periodisering altijd
subjectief is
Periodisering geeft vorm aan een verhaal. Zo kan je duidelijk zien wie wanneer heerste. Maar de
periodes lopen in elkaar over dus het blijft subjectief.
• Je kent de belangrijkste hoofdrolspelers uit de Trojaanse Oorlog: Achilles, Agamemnon, Paris
en Helena
De Grieken / Mycenen :
• Agamemnon was de koning van Mycene
• Menelaos was de koning van Sparta, broer van Agamemnon.
• Helena, vrouw van Menelaos, 'gestolen' door Troje
• Odysseus: Koning Ithaka, eigenlijk aanvoerder. 'De slimste der Grieken'
• Achilles: Griekse held
De eer moest hersteld worden. Menelaos wilde zijn vrouw Helena terug en zijn broer
Agamemnon zou hem daar wel mee helpen.
Trojanen:
• Priamus: Koning van Troje, goede man waarmee je afspraken kan maken
• Paris: Jonge zoon Priamus, heeft Helena 'gestolen'
• Hektor: Trojaanse held, zoon Priamus
• Aeneas: Trojaanse Prins die de vader van de Romeinen genoemd zou worden
9
, Hoe checken we of het verhaal van Homerus over het paard van Troje klopt? Heinrich
Schliemann wilde Troje zoeken. In 1871 heeft hij resten kunnen vinden zoals sierraden van
Priamus. Daarna heeft hij ook resten gevonden van Mycene (1874) zoals de Tholosgraven en
lineair-b kleitablet. Ook vond hij wat hij dacht het dodenmasker van Agamemnon was, maar dit
was het niet. Het was 150 jaar ouder. Hij was 'bezeten' door de Griekse cultuur, zo noemde hij
zijn zoon Agamemnon. Het dodenmasker van Toetanchamon en de slag van Troje lag ongeveer
50 jaar uit elkaar.
• Je kunt uitleggen waarom de Ilias zowel een rijke als een onbetrouwbare historische bron is te
noemen.
Homeros heeft de verhalen over de Ilias en de Odyssee voor het eerst op papier gebracht. Hij
schrijft over iets wat meer dan 400 jaar voor hem gebeurd is, rond 1300. Hoe betrouwbaar is dat
'horen van' waarvan hij deze 'kennis' heeft? Rapsoden uit zijn tijd zoals Homerus zelf, waren
getraind op het precies navertellen wat zij hadden gehoord. Eeuw op eeuw werden dingen
doorgegeven op een relatief precieze manier. Het was dus redelijk betrouwbaar. Wat het minder
betrouwbaar maakt zijn de latere toevoegingen aan zijn boeken, hij vergaarde steeds meer
kennis in latere jaren en dacht dat dit leuk/mooi zou zijn om toe te voegen in zijn oudere boeken.
Wat hij vertelde was wel waar, maar niet alles paste in de tijd van de boeken.
Het laatste moment 1278vc komen we voor het laatst Trojanen tegen in andere bronnen dan
Homeros, zo weten we dat zij toen nog bestonden. 1200 De laatste benoeming van Mycenen.
Je kan dus stellen dat de slag om Troje tussen 1278-1200 was.
• Je kunt een omschrijving geven van het begrip ‘polis’ en daarbij de begrippen acropolis en
agora gebruiken
In de loop van de 17e eeuw ontstonden polissen, staatkundige eenheden, ook wel Griekse
staten genoemd. In de polis had je het hoogste punt van de stad, de Acropolis. Denk aan de
Akropolis in Athene. Ook heb je in de Polis de Agora, een plein of marktplaats.
• Je kent de belangrijkste oorzaken waarom Grieken gingen koloniseren in de 8e, 7e en 6e eeuw
v.Chr.
De bevolking in Griekenland groeide erg snel met de komst van polissen. Het probleem was
alleen dat de grond in Griekenland niet erg vruchtbaar is en dat er niet veel ruimte is om uit te
breiden door de bergen. Ook waren ze op zoek naar nieuwe plaatsen voor handel en
grondstoffen. Ik griekenland had je voornamelijk olijven, en druiven, maar daar hield het bij op. In
Afrika konden ze bijvoorbeeld aan Dadels komen
• Je kent minstens vier belangrijke Griekse kolonies in het Middellandse Zeegebied
1. Syracuse (Siracusa) - Syracuse, gelegen op het eiland Sicilië, was een van de
belangrijkste Griekse kolonies in het westelijke Middellandse Zeegebied. Het werd
gesticht door Korinthische kolonisten in de 8e eeuw voor Christus en groeide uit tot een
welvarende stadstaat.
2. Massalia (Marseille) - Massalia, dat later bekend werd als Marseille, was een Griekse
kolonie gesticht door Phocaeërs uit Klein-Azië (het moderne Turkije) in de 6e eeuw voor
Christus. Het was een belangrijk handelscentrum en speelde een rol in de verspreiding
van de Griekse cultuur naar het westen.
3. Byzantium (Istanbul) - Byzantium, later bekend als Constantinopel en nu Istanbul, was
een Griekse kolonie gesticht door kolonisten uit Megara in de 7e eeuw voor Christus.
10