- In de common law landen geldt het stare decisis beginsel, het beginsel dat men bij
gedane uitspraken moet blijven. De rechter is dus formeel gebonden aan eerdere
uitspraken. Dit stelsel kent formele precedentwerking.
- Aristoteles zegt: 'gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld, ongelijke gevallen
ongelijk’. Behandel gelijke gevallen gelijk, tenzij er een relevant verschil ongelijke
behandeling rechtvaardigt. Het tegenovergestelde van rechtvaardigheid als
eerlijkheid is willekeur.
Star edecisis: gevalsvergelijking
- Analogieredenering = een bijzondere regel wordt veralgemeend en van toepassing
verklaard op een niet uitdrukkelijk geregeld geval die in relevante opzichten lijkt op
het wel geregelde geval. (p.65)
- De a contrario-redenering = een analogieredenering wordt afgewezen op grond van
het feit aft het geval in relevante opzichten afwijkt van een geregeld geval. (p.66)
- Rechtsverfijning = het bereik van de regel wordt ingeperkt door het stellen van extra
voorwaarden de toepasselijkheid van de regel. (p.67)
Staat tegenover analogieredenering.
Rechtsvinding = het vinden, interpreteren, creëren en toepassen van rechtsregels door de
rechter in de context van een rechtsgeding. (p.51 e.v.). De rechter past de wet mechanisch
toe.
Rechtsvorming = dat rechters zelf rechtsregels moeten verzinnen. En het maken van wetten
door andere instanties. Door theologisch te interpreteren doet de rechter aan
rechtsvorming.
Objectief recht
Consistentie:
- Rechtszekerheid = gecodificeerd recht (wetten op schrift gesteld): voorspelbaar,
controleerbaar.
- Rechtsgelijkheid = gelijke gevallen gelijk behandelen.
- Rechtseenheid = gelijke gevallen gelijk behandelen. Alle rechters zullen naar dezelfde
wetten verwijzen en dus ongeveer dezelfde uitspraken hebben.
Montesquieu: de rechter is de bouche de la loi: de spreekbuis van de wet. (p. 22, 52)
Deductie: modus ponens (p.52, 53):
1. Rechtsregel.
2. Rechtsfeiten.
3. Conclusie.
- P -> q
- P
- Q
, Rechtsregel: analyse
Het ontleden van een bepaald geheel zodat we zicht krijgen op de samenstellende delen. We
krijgen zicht op de structuur van de regel en daarmee op de manier waarop de deze moeten
toepassen. (P.38)
Art. 310 Sr
Kwalificeren, juridificeren
Art 289 sr
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als
schuldig aan moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste
dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
V1 opzet
V2 voorbedachte rade
V3 de dood van het slachtoffer
R levenslange gevangenisstraf of tijdelijke ten hoogste van dertig jaren of geldboeten van de
vijfde categorie.
Q1 levenslange gevangenisstraf
Q2 gevangenisstraf ten hoogste van 30 jaren
Q3 geldboete van de 5e categorie
P1, p2, p3 --> q1 V q2 V q3
V = of
= als, dan
--; = niet
V omgedraaid = en