Nieuwe Tijd l aantekeningen
6 september 2023
1500-1800
Terminologie
Vroegmoderne tijd vanaf jaren ’60 (eerst ancien regime)
- Later bedacht, in die tijd zelf geen label ‘nieuwe tijd’
- Nu wel ingeburgerd (in academische en historische wereld)
- Label modern label om retroperspectief (terugkijkend) te kijken
o Met elke generatie veranderd blik of visie op het verleden (andere context)
modern label door andere kijk op andere manier erover te schrijven,
spreken, interpreteren
- Zo betiteld in landen waar Germaanse talen worden gesproken in landen met
Romaanse talen term vroeg, weggelaten
o Binnen Europa verschillende wetenschappelijke tradities, die uit verschillende
optieken kijken naar die tijd
o Kloof binnen historische wereld
Eigenstandige periode
Petrarca Italiaanse denker en dichter
- Eerste die onderscheid maakte dus oudheid en middeleeuwen
- Oudheid vol grote denkers, prachtige culturele ontwikkelingen, grote heersers.
Middeleeuwen duistere, donkere periode van verval en culturele afbrokkeling
- In zijn eigen tijd nieuwe hoopgevende elementen die nieuwe tijd inluiden
wedergeboorte (renaissance) vanuit donkere gat, nieuw licht, naar boven halen
Dat idee werd later overgenomen door andere denkers Cellarius maakte in zijn boek
historia universalis de eerste driedeling (oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd)
omstreeks 14e / 15e eeuw
Einde middeleeuwen 100-jarige oorlog, epidemieën (bracht economische teneergang),
kleine klimaatcrisis (ijstijd)
Burckhardt bekend boek over Italiaanse renaissance benadrukt middeleeuwse verval
en duistere tijd wordt opgelost in renaissance waar nieuw licht: nadenken over
godsdienst, humanisme
- Dit beeld werd voortdurend herhaald hierna waardoor nu ‘algemeen bekend’
Termen als nieuw en nieuwste, modern en vroegmodern waardeoordeel wordt steeds
beter, vooruitgangsdenken problematisch
Historici kijken naar geschiedenis met de kennis van nu, je weet wat erna komt
(=vooroordeel) zo kun je onterecht oorzaken, gevolgen zien met kennis van wat erna is
- Hardnekkig, proberen te negeren verhindert objectief kijken
Begin nieuwe tijd
, - 1453 (val Constantinopel), 1492, 1517, 1519 (Karel V keizer)
Einde nieuwe tijd
- 1764 (spinning jenny), 1815, 1776, 1789
Waarom bakenen we af?
Onzin
- Complexiteit van de geschiedenis
- Breekpunt kiezen is arbitrair (witte mannen)
o Focus op elites
- Continuïteiten worde genegeerd
- Verschil per land/regio
Wat maakt de nieuwe tijd nieuw
Reformatie
Verlichting + nieuwe technologieën
Moderne economie
Staatsvorming
Individualisering
Globalisering + eco expansie
,7 september 2023
Staatsvorming in de Nieuwe Tijd
Dynastieke staat staat geleid door een machtige, vorstelijke familie
Staatsvorming
- Moderne staat resultaat van lang wordingsproces wortels in Nieuwe Tijd (toen
een belangrijk politiek geheel) (rond 25 over)
- Nationale staat (staat = natie) waaraan bepaald volk gebonden is, één volk
- Periode 1450 – 1800 monarchale staten (vorst aan hoofd)
Concentratie en schaalvergroting
- Omstreeks 1300 > 1000
- Omstreeks 1500 +/- 500 staten worden aaneengesloten, opgenomen in groter
geheel, etc.
- Omstreeks 1900 +/- 50
Territoriale staten worde groter, groeien
Situatie in ME
- Feodale staat / standenstaat door 3 standen in samenleving bestuurd
(geestelijkheid, adel, gegoede burgerij) (elites) vorst is eerste onder zijn gelijke
- Relatieve machtsbalans koning niet veel machtiger dan edelen en kerk heeft veel
macht (paus, bisschoppen)
Einde middeleeuwen Honderdjarige Oorlog (1337 – 1453)
- Conflict tussen Engeland en Frankrijk
o Engeland bezat veel landerijen in Frankrijk
o Engelse en Franse koninklijke familie verweven
o Toen de Franse troon openviel stuurde Engeland een leger
- Veel tussenperioden van rust, dan weer veldslagen
- Engeland slaagt er niet in om Frankrijk in te lijven
- Hongersnoden, epidemieën enorme disruptie maatschappelijke orde
Tijdens die tijd ontstond er in die landen een gevoel van samenhorigheid gezamenlijke
vijand verbind ´nationale identiteit’ (nationalisme) politieke samenhorigheid
Ontwikkelingen in de NT
Traditionele machtsbalans doorbroken wereldlijke vorsten winnen aan macht steeds
meer verheven figuren (in NT vorsten machtigste vorsten van hele geschiedenis)
- Schakelen concurrerende machten uit ten koste van adel (macht ingeperkt) en
kerk (krijgt ook steeds meer te maken met protestantisme)
- Dynastieke logica (hoe blijf je aan de macht) blijft dominant, maar steeds meer
vervangen door staats logica (gaan botsen)
Hoe?
1. Nadenken hoe een gebied zo efficiënt mogelijk besturen
2. Territoriale schaalvergroting
3. Centralisatiepolitiek (macht concentreren bij de vorst)
, 1. Vanaf renaissance komen denkers over staatsinrichting op door maatschappelijke
ontwikkelingen
- Inspiratiebron: Machiavelli Il Principe = handboek voor vorsten, wordt Europese
hype radicale ideeën: pleidooi voor machtige vorst die alle middelen kan inzetten
om orde te bewaren beter gevreesd, niet altijd rekening houden, gebruiken
geweld goede ideeën door tijd heen naar achtergrond
2. Territoriale schaalvergroting
- Huwelijkspolitiek
- Oorlog
- Titels kopen, landerijen kopen
- Koloniseren
3. Centralisatie
- Belasting (geldkist spekken en meer controle over onoverzichtelijke lokale/regionale
belasting)
- Leenmannen vervangen door ambtenaren
- Beroepsleger (eigen leger, salaris) (voor rijke vorsten)
- Oprichting bestuurlijke instellingen (adviesraden, rechtbanken)
- Staatsgeloof
- Standaardisering van wetten
- Uitbouw professionele administratie
Situatie begin 16e eeuw
Nog steeds +/- 500 kleine bestuurseenheden
Opkomst grote territoriale staten
- Spanje, Frankrijk, Engeland
Daarnaast alternatieve bestuursvormen
- Kieskoningschap (Heilig Roome Rijk; Polen/Litouwen
- Republieken (Italiaanse stadstaten)
Heilige Roomse Rijk
- Erfgenaam van Romeinse Rijk via Karel de Grote
o Voor inwoners belang als ‘erfgenaam’ te worden gezien
- Belichaming ideaal van één christenrijk
- Zeer verdeeld opdeling in Kreitzen (cirkels)
- Habsburgse huis (machtigste vorstelijke familie ooit geweest) aan de macht
o Kerngebied huidige Oostenrijk, vanaf daar territorium uitgebreid
o 1452 Frederik III keizer keizerschap blijft in de familie tot 1918 gekozen
door 7 keurvorsten, keer op keer Habsburgers
o Machtig door huwelijkspolitiek
Karel V (1500 – 1558) 1516 koning Spanje en 1519 verkiezing tot keize
- Grootste uitbreiding van HRR ooit
- HRR / Oostenrijk / Nederlanden familiale erfenis Habsburgs
- Italië en MZ-eilanden via Spaanse grootouders
- Kolonies in Amerika