100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
uitgebreide samenvatting introduction to sociology voor inleiding sociologie €5,24
In winkelwagen

Samenvatting

uitgebreide samenvatting introduction to sociology voor inleiding sociologie

1 beoordeling
 82 keer bekeken  9 keer verkocht

Een uitgebreide samenvatting in het Nederlands van het boek: 'introduction to sociology' voor het vak inleiding sociologie. Alle hoofdstukken zijn in het boek uitgebreid samengevat in het Nederlands. Met deze samenvatting, het vak inleiding sociologie behaald.

Voorbeeld 4 van de 113  pagina's

  • Ja
  • 26 oktober 2023
  • 113
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: annelottimp • 2 maanden geleden

avatar-seller
annneeee
Introduction to sociology
Frank van Tubergen

Hoofdstuk 1 questions

1.1The sociological perspective
Individueel perspectief – type uitleg van menselijk gedrag dat zich focust op individuele
oorzaken. Het sociologische perspectief in het gedrag van mensen begrijpen door te kijken
naar de sociale context. Klassieke sociologen zijn Durkheim, Weber, Simmel, Marx en
Engels. De Amerikaanse socioloog Mills bracht de term ‘sociological imagination’, om de
taak voor sociologen te identificeren als sociale oorzaak van menselijk gedrag. Dus het
sociologische perspectief wil menselijk gedrag verklaren aan de hand van de sociale context
die individuen delen. De sociale context is de sociale omgeving waar mensen zich in
bevinden, bijvoorbeeld het land waar de personen in leven. Het sociologische perspectief
gebruikt ‘social phenomenon’, het collectieve menselijk gedrag. Zij willen begrijpen hoe
menselijk gedrag typisch resulteert door gedeelde contextuele condities en hoe dit vervolgens
leidt tot collectieve uitkomsten. Sociologen beweren dus dat gedrag sociale oorzaken heeft en
dat gedeelde sociale contexten resulteren in collectieve resultaten. Sociologen zijn
geïnteresseerd in beschrijven en begrijpen hoe hele samenlevingen en culturen veranderen.

Individeel perspectief  individuele fenomeen, individueel gedrag en individuele
karakteristieken – bv. Waarom heeft John obesitas? Komt dit door genen, persoonlijkheid etc?

Sociologisch perspectief  sociale fenomeen, collectief gedrag, sociale context en sociale
oorzaken – bv. Waarom is er obesitas in de samenleving? Komt dit door het land, wijk, school
of familie?

Individuele en sociologische perspectieven kunnen elkaar aanvullen. Andere sociologen
beweren soms dat individuele oorzaken van menselijk gedrag ‘proximate’ oorzaken zijn
(nabije oorzaken) en niet de ‘ultimate’ oorzaken (uiteindelijke oorzaken). proximate oorzaken
zijn de factoren die dicht bij de fenomenen liggen die de onderzoeker wil verklaren, terwijl de
ultimate oorzaken dieper verborgen liggen op de achtergrond. De proximate oorzaken zijn te
verklaren door de ultimate oorzaken (of distal oorzaken).
Ultimate cause (bv. pesten op school)  proximate cause (bv. negatief zelfbeeld) 
consequence (bv. Obesitas)

Micro level  individuelen: het gedrag, de kenmerken

Meso level  sociale condities die individuelen delen in hun directe omgeving: familie, de
wijk, school, werk, religieuze kring, politieke organisatie en sociale netwerken

Macro level  hoogste level dat individuelen delen: landen of continenten

Sociale contexten refereren naar het meso- en macro level. In werkelijkheid kan de exacte
schaal niet worden vastgelegd met drie niveaus. Sommige buurten kunnen bijvoorbeeld klein
zijn, andere kunnen groter zijn. En grotere buurten kunnen meerdere gezinnen groeperen, dus
het lijkt passender om van vier of meer niveaus te spreken. Het is belangrijk om te onthouden
dat je sociale contexten kunt identificeren op verschillende niveaus – van microscopisch klein
(zoals het gezin) tot grotere contexten die miljoenen mensen delen (zoals het land). Bij een

,ruwe indicatie van dit belangrijke verschil is het nuttig om onderscheid te maken tussen meso
en macro. Soms zie je dat sociologen het nog eenvoudiger dan dit drievoudige onderscheid
maken en alleen de begrippen “micro” en “macro” gebruiken bij het onderscheid maken
tussen individuen en hun sociale context. Als dat zo is, houd er rekening mee dat in dergelijke
gevallen ‘macro’ naar verschillende kan verwijzen niveaus: het meso- of macroniveau.


1.2social problems
sociologen onderzoeken gebeurtenissen die worden beschouwd als sociale problemen. Sociale
problemen of ‘public issue’, wordt opgevat als een probleem dat:
- het individu overstijgt (het raakt veel mensen)
- het een kwestie is waarover veel mensen zich zorgen maken (het is in strijd met
bepaalde waarden)
persoonlijk probleem is een probleem gerelateerd aan het persoonlijk leven van een individu.
Sociale problemen verschillen van tijd en tussen samenlevingen, dit komt doordat problemen
samen met de mensen veranderen in de loop van de tijd en ruimte. Een andere reden is dat wat
de meeste mensen als ‘wenselijk’ beschouwen in de loop van de tijd in verschillende
contexten veranderd. Contexten, of te wel mainstream waarden zijn geen universele constante
maar zij verschillen in tijd en ruimte. Wat in het ene land een sociaal probleem is, kan in een
ander land geen sociaal probleem zijn. Zelfs binnen dezelfde sociale context kunnen mensen
het oneens zijn over de vraag of iets een sociaal probleem is of niet. wat mensen als een
sociaal probleem beschouwen hangt af van hun waarden.

Voorbeelden van sociale problemen zijn:
- corruptie in organisaties
- criminaliteit en onveilige wijken
- pesten op school
- geweld en mishandeling in families
- inkomensongelijkheid
- oorlog, vluchtelingen crisissen
- discriminatie
- terrorisme
- opwarming van de aarde
- gezondheidsproblemen

1.3three aims of sociology
er zijn 3 kerndoelen van de sociologie: beschrijven, verklaren en toepassen. Sociologen
benaderen problemen vanuit een wetenschappelijk perspectief, als sociale fenomenen. Sociale
problemen hebben een normatieve dimensie: wenselijke doelen of waarden worden bedreigd,
mensen willen dit probleem oplossen en politici, beleidsmakers en organisaties bieden
hiervoor verschillende maatregelen en interventies aan. De sociale problemen worden
bestudeerd als sociale fenomenen, dit betekent dat ze niet worden bestudeerd als een
normatief probleem, maar als een wetenschappelijk fenomeen van belang. Het begrijpen van
sociale fenomenen door het begrijpen en oplossen van sociale problemen.

Bij een sociaal probleem geeft de socioloog eerst een accurate beschrijving van de sociale
fenomenen. Daarna geeft de socioloog de wetenschappelijke uitleg voor de sociale
fenomenen. Tot slot is het toepassen en delen van haar inzichten. Door dit te doen keert ze
terug naar het normatieve domein, naar de publieke bezorgdheid over de sociale problemen.

,Dus, wanneer sociologen werken, wordt er gekeken naar de actuele sociale problemen die in
de samenleving bestaan, hun werk heeft een zogenaamde maatschappelijke relevantie. De
relevantie van sociologie voor de samenleving is de wetenschappelijke kennis die ze
produceren in het licht van maatschappelijke problemen. Hun bijdrage is in de eerste plaats
het maken van nauwkeurige beschrijvingen van sociale fenomenen. Dit is van cruciaal belang,
omdat misvattingen over sociale problemen maar al te vaak voorkomen. Ten tweede gaan
sociologen dieper in op de processen die ten grondslag liggen aan sociale fenomenen. Ze
construeren en testen systematisch verklaringen, die leiden tot een beter begrip van de
oorzaken van sociale fenomenen. En dan, ten derde, kunnen ze hun kennis zodanig toepassen
dat ze wetenschappelijk onderbouwde voorspellingen kunnen doen over wat er zal gebeuren,
en sociale interventies ontwikkelen en evalueren.


1.4 three types of sociological questions
Elke sociologische studie begint met het stellen van een vraag die gerelateerd is aan één of
meerder doelen. Wetenschappelijke vragen, moeten daarom worden onderscheiden van
normatieve vragen (normatieve vraag is een vraag die een waardeoordeel met zich
meebrengt). Vragen over sociale problemen worden op een normatieve manier geformuleerd.
Sociale problemen gaan gepaard met normatieve vragen over ‘wat er zou moeten gebeuren?’.
Wanneer sociologen sociale problemen als sociale fenomenen bestuderen, worden deze
normatieve elementen terzijde geplaatst en worden in plaats daarvan de wetenschappelijke
aspecten benadrukt.

Voorbeelden van normatieve vragen die gerelateerd kunnen worden aan sociale problemen:
- ‘moeten we de inkomensongelijkheid reduceren?’
- ‘moeten we meer doen om de stijgende criminaliteit tegen te gaan?’
- ‘moeten we een beleid van positieve discriminatie invoeren om de carrière van
vrouwen te stimuleren?’

Alle 3 de vragen gaan over wat iemand zou moeten doen; antwoorden op normatieve vragen
impliceren waardeoordelen over wat mensen als goed of slecht beschouwen voor zichzelf of
voor de samenleving in het algemeen. Antwoorden op deze vragen hangen dus af op waar
iemand in gelooft, doelen, waarden en normen. Daarom is het belangrijk om
wetenschappelijke vragen te stellen, dit zijn vragen die geen waardeoordelen bevatten.

Er zijn 3 types wetenschappelijke vragen:
- Descriptieve vragen  hoeveel? Of wat gebeurt er?
o Hierbij observeert en beschrijft een socioloog de sociale fenomenen
- Theoretische/verklarende vragen  waarom gebeurt dit?
o Hierbij observeert de socioloog of zijn verklaring klopt. Om te begrijpen.
- Toepassingsvragen  wat gebeurt er in de toekomst? Of wat zijn de consequenties
van een bepaalde sociale interventie?
o Hierbij voorspelt en intervenieert de socioloog


1.5The art of asking good sociological questions
Twee elementen voor het ontwikkelen van een goede sociologische vraag zijn precisie en
relevantie. Bij precisie gaat het om dat de vraag niet vaag is en niet meerdere interpretaties
bevat. De kunst is hierbij om slecht gedefinieerde vragen te herformuleren in precieze vragen.

, Hoe nauwkeuriger de vraag is hoe beter hij wordt, want dan is de vraag duidelijk. Je maakt
dan expliciet waarin je bent geïnteresseerd.
- Slecht gedefinieerde vraag  vaag en dubbelzinnig
- Precieze vraag  duidelijke interpretatie

Om je vragen preciezer te maken moet je alle elementen specificeren  question ingeredients
- Gedrag waarin je bent geïnteresseerd
- De sociale context
- De periode
- De bevolking

Het tweede element draait om relevantie. De
sociologische vraag wordt meer relevant wanneer je
het kan relateren aan sociale problemen die bestaan in
de gemeenschap.

Foutieve theoretische vraag  vraag die uitleg wil
geven over iets dat niet bestaat.

Vergelijkende casusvraag  vraag die een vergelijking maakt tussen casussen, zoals
meerdere sociale contexten, meerdere momenten in de tijd en/of meerdere populaties.

1.6sociology and common sense
- academische sociologie  de manier waarop academische instellingen de sociale
wereld beschrijven en verklaren. Kenmerken hiervan zijn de systematische manier van
kennis vergaren, het openbaar maken en bekritiseren van verklaringen, de
ontwikkeling van coherente theorieën en rigoureuze testen.
- Privé sociologie  de manier waarop mensen in het dagelijks leven betekenis geven
aan de sociale wereld. Als zodanig zijn we geneigd tot, onder andere, intuïtief denken,
impliciet redeneren, ontwikkelen van onsamenhangende en vage ideeën, houden
kennis privé te houden en op zoek te gaan naar bevestiging.




1.7sociology as cumulative science
Sociologie is een cumulatieve wetenschap; de beoefening dat theorieën en observaties van
eerder studies worden opgenomen in het werk van opeenvolgende studies.

Durkheim’s onderzoek: Suicide (1897)
Een van de beroemdste studies in de sociologie is Suïcide van Durkheim, dat in 1897 werd
gepubliceerd. Veel sociologen beschouwen dit klassieke werk tegenwoordig als een
voorbeeldige studie over hoe het sociologische perspectief kan worden toegepast om
menselijk gedrag te begrijpen. In deze gerenommeerde studie werd het onderwerp van het
onderzoek - zelfmoord - ten tijde van het schrijven beschouwd als een immorele daad,

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annneeee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,24. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,24  9x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd