Aantekeningen van de hoorcollege's van Henk Roest tot nu toe. Aantekeningen zijn gemaakt tijdens de hoorcollege's en verder niet geordend of gecheckt op spelling, wel compleet. Zowel Engels als Nederlands.
Cultuur: biedt een soort basis voor de denkpatronen voor een individu die onderdeel is van
de samenleving. Hier komen normen en waarden uit voort (regels en zaken die men
belangrijk vindt en nastreeft). Cultuur is dynamiek in vormen als ruimte en tijd.
Cultuurverschillen hebben effect op attitudevorming. Cultuur is een multi-interpretabel
begrip.
Internationale gebruiken: culturele gebruiken die gewoon zijn voor een identificeerbare
groep, die groter is dan de grenzen van 1 natie. Meestal gebaseerd op religie.
Nationale cultuur: ervaringen, beliefs, aangeleerde gedragspatronen en waarden, gedeeld
door inwoners van dezelfde natie.
Subcultuur: identificeerbare patronen die binnen een grotere cultuur bestaan. Een specifieke
cultuur binnen een dominante cultuur met een afwijkende deelverzameling aan normen en
waarden op bepaalde onderdelen. (Dominante cultuur: een cultuur die gedragen wordt door
een groep die binnen een samenleving overheersend is). Subcultuur behoort wel tot de
dominante cultuur. Heterogeniteit binnen dominante culturen.
Subcultuur en marketing
Kenmerken van verschillende subculturen zijn: ze hebben aparte communicatie, koop en
verbruik gedrag. Het zijn interessante doelgroepen. Omdat ze een grotere verklarend gedrag
hebben voor consumentengedrag dan een dominante cultuur.
Valkuilen: Als jij je focust op allerlei subculturen kan de dominante cultuur deze massamedia
ook zien. Het kan dan voorkomen dat ze gaan twijfelen of het wel bij hen past. Extreme
differentiatie in marketingstrategie is kostbaar.
Oplossing: Cryptic Marketing: gericht op dominante cultuur maar met symbolen die ook de
subculturen aanspreken. De dominante cultuur (her)kent deze symbolen vaak niet. Hiermee
bespaar je als marketeer veel geld en verliest de dominante cultuur geen vertrouwen in jouw
advertentie.
Wat betekent dit voor een marketeer?
Marketing implicaties schoonheid: bijvoorbeeld blanke huid in Azië en een bruine huid in
Europa, Afrikaanse landen ronde vormen, dikke vrouwen in Nederland is Doutzen Kroes dun.
Hier zit wel een verandering in: niet-westerse culturen vinden steeds vaker mooi wat in het
westen de standaard is.
Marketing implicaties onderwijs: McDonalds speelt hierop in door in landen waar onderwijs
niet geavanceerd is met afbeeldingen te werken.
Marketing implicaties grenzen: Anglo-American en Asian-American vb. slide 11.
Promotional focus: welke voordelen kunnen er worden behaald wanneer het product wordt
gebruikt. Werkte goed voor de Anglo-Americans.
Prevention focus: welke gevaren en nadelen kunnen er voorkomen worden wanneer het
product wordt gebruikt. Werkte goed voor de Asian-Americans.
Maar: zodra men meer tijd kreeg om de advertenties te bestuderen verdwenen de
verschillen. Dus het verschil maken tussen deze twee groepen werkt als je bijvoorbeeld een
bilboard langs de snelweg plaatst. Wanneer je dit in een magazine plaatst maakt die
promotional of prevention focus niet meer uit.
,Cultuur en waarden
Waarden zijn: standaarden of idealen met betrekking tot gedrag die de samenleving als
geheel accepteert als belangrijk om na te streven.
Instrumentele waarden: hebben betrekking op het gedrag dat je moet vertonen om te
komen tot de eindwaarden.
Eindwaarden: doelen in iemands leven.
Uit deze waarden komen normen voor. Produceert normen: ‘Grenzen gesteld aan gedrag’
Regels die specificeren wat er in bepaalde situaties wel of niet kan worden gedaan.
Culturen en waarden: Geert Hofstede en zijn vijf dimensies.
Machtsafstand of Powerdistance.
De mate van ongelijkheid tussen mensen in een cultuur. Deze ongelijkheid kan groeien als de
ongelijkheid wordt geaccepteerd door zowel de machthebbenden als de niet
machthebbenden.
Individualisme of Collectivisme: zelfconcept is ‘ ik’ of ‘ wij’ .
Masculinity of Femininity: de mate waarin waarden horende bij traditionele mannen-rollen
worden nagestreefd. Masculinity: prestatiegericht. Femininity: gelukig leven, zorgzaam en
behulpzaam zijn.
Onzekerheidsvermijding of Uncertainty Avoidance (high or low). De mate waarin
gecontroleerd wordt voor onzekere situaties in de toekomst. Hangt af van mate van angst.
Vertaald zich in veel wet- en regelgeving tegenover flexibel georiënteerde landen.
Lange termijn oriëntatie vs korte termijn orientatie. De mate waarin een cultuur lange
termijn commitment omhelst. Normatieve culturen: houden sterk vast aan idealen en
tradities en laten deze in de weg staan van de toekomst en staan niet open voor verandering.
Pragmatische culturen: hier wil men zich voorbereiden op de toekomst en focussen op
resultaten.
Hofstede minpunten:
Unit of analysis: hij bepaalt de verschillen in cultuur op basis van natie. Dit wil niet zeggen
dat de culturen ook deze grenzen volgen.
Accuraatheid data: de verschillende doelgroepen hebben misschien de vragen van Hofstede
op verschillende manier geïnterpreteerd. Individualistische culturen hebben de vragen
waarschijnlijk meer op basis van henzelf beantwoord.
Cultuur is dynamisch. Hofstede heeft daarom een zesde dimensie toegevoegd. De mate
waarin in een cultuur impulsen wil of kan controleren.
Attitude vorming: Attitude: houding ten opzichte van een bepaald persoon of object.
Waarden beïnvloeden attitudes. Een waarde kan meerdere attitudes beïnvloeden en een
attitude kan beïnvloed worden door meerdere waarden.
,Attitude is gelijk aan de som van een aantal producten x belief (in welke mate de waarde
wordt bevredigd x evaluatie
Waarom waarden? Competitief voordeel behalen als je hierop inspeelt. Bijvoorbeeld Fair
trade, exclusieve producten, biologische producten.
Waarden zijn echter niet de enige dingen die consumentengedrag beïnvloeden.
Omgevingsfactoren zullen dit ook doen.
Via welke manieren verspreidt cultuur zich:
Ethnoscapes: door de globalisering verspreiden mensen zich fysiek veel sneller en beter over
de wereld.
Technoscapes: door de globalisering zijn er veel multinationals dus gaat de stroom van
producten en diensten ook veel sneller over de hele wereld.
Finanscapes: Internationale kapitaalmarkten, geldstromen gaan over de hele wereld heen.
Mediascapes: De media is door alle technologische ontwikkelingen veel internationaler.
Ideoscapes: verspreiden van ideologieën.
Sociale klasse, wordt bepaald aan de hand van status.
Wordt opgedeeld in drie groepen/niveaus:
The Upper Class
The Middle Class
The Lower Class
Hoe wordt bepaald bij welke klasse je behoord?
Objectieve indicatoren: beroep, bezittingen, woonsituatie, inkomen, opleiding, waarden
normen.
Hoe bepaald iemand dat zelf? Subjectieve indicatoren: je zet jezelf af tegen iemand die een
klasse hoger dan jou zit.
Sociale klasse is een natuurlijke vorm van segmentatie in consumentengedrag. Waar
verschillen sociale klassen op?
- Beïnvloedbaarheid (hoe hoger de klasse hoe minder beïnvloedbaar).
- Passende communicatie en distributiekanalen(vb: hogere klassen hebben vaker een NEE
NEE sticker.
-Normen en waarden
-Evaluatiecriteria voor producten: Lagere klassen maken productkeuzes op basis van
functionele motieven (utilitaire). Hogere klassen maken productkeuzes op basis van
estetische motieven (hoe mooi is iets).
Social Mobility: de mate waarin mensen zich naar boven of naar beneden kunnen werken in
het sociale klasse systeem.
-upward social mobility: mensen krijgen een hogere positie
-downward social mobility: mensen krijgen een lagere positie
-horizontal mobility: je plek in de sociale klasse wijzigt niet, ondanks een verandering in jouw
leven.
, Economische mobility is niet hetzelfde als social mobility. Als jij bijvoorbeeld als tokkie de
loterij wint, verandert niet opeens jouw sociale klasse.
Expressed social status is niet altijd gelijk aan de actual social status.
De manier waarop jij je presenteert is niet altijd hetzelfde als de sociale status waar je bij wilt
horen.
Parody display: het opzettelijk vermijden van status symbolen
Fraudulent symbolisme: uitgewerkt status symbool. Werkt niet meer zoals vroeger.
Lecture 3 Marketing
Social influence: efforts by one ore more individuals to change the perceptions beliefs,
attitudes, or behaviours of one or more others.
De inspanning van een individu om iets te veranderen bij andere invididuen.
The source is generally considered very reliable => de bron wordt vaker als betrouwbaar
ervaren dan iets wat al dichtbij ons ligt qua kennis.
Three Topics on Social Influence
- Conformity: wat doet sociale invloed met een invidu? Comformeren is je eigen gedrag
aanpassen aan het gedrag van de groep op basis van de informatie of de druk die zij voelen
vanuit die groep.
Compliance: als iemand jou een specifieke regel oplegt, pas je je aan, ook als je het er niet
mee eens bent. Dit is meer een momentopname.
Differ in terms of: Request: implicit (conformity) or explicit (compliance)
Threat: disapproval or penalties
Behaviour: choice or compulsory
Effect: change in beliefs = conformity soms wel of niet bij compliance vaak niet.
Complience is heel erg gerelateerd aan obedience (sociale invloed die iemand in een relatie
voelt ten opzichte van een machtiger persoon, je volgt automatisch de regels zonder hier
over na te denken. Bij Complience houdt je wel je eigen mening.
Comformity two dimensions: verandering in gedrag op zich. Automatic Mimicry.
Verandering in denken: social norms.
What is informational social influence:
The influence of other people that results from taking their comments or actions as a source
of information as to what is correct or proper. Example: deciding which side of the road to
drive on. It occurs when the reality is ambiguous and group information is used to justify
conformity.
What is Normative influence: the influence of other people that comes from the desire to
avoid their disapproval, harsh judgments, and other social sanctions. Example: clothing and
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fwouter. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.