Samenvatting Inleiding tot de Marketing, Verhage 5e druk
Hoofdstukken: 1,2, 3, 4, 6, 7, 8, 10 , 11
Hoofdstuk 1
1.1 De essentie van marketing is dat je zichtbaar bent. Denk aan Promotie, product, prijs en plaats.
Marketing is per definitie het onderdeel van de economie dat extern gericht is. Houdt zich bezig met:
1. Wat wil de klant
2. Hoe ga je geld verdienen?
Je onderzoekt dus wat de behoeften van mensen zijn, je gaat kijken hoe deze behoeften bevredigd
kunnen worden. Vervolgens kijk je op welke wijze je hiermee geld kunt verdienen.
1.1.1 bedrijven doen aan produceren en marketing. Het voornaamste doel van marketing is om in
te spelen op de wensen en de behoeften van de klant. Managers proberen zich voortdurend
te verplaatsen in de klant i.p.v. producten centraal te stellen.
Verkopen is zien kwijt te raken wat je op de plank hebt liggen.
Marketing is ervoor zorgen dat je je klanten de juiste producten en diensten kunt aanbieden. Dus
marketing omvat de ontwikkeling, prijsbepaling, promotie en distributie van producten, diensten of
ideeën en alle andere activiteiten die de klanten toegevoegde waarde bieden: deze leiden
systematisch tot een hogere omzet of ander gewenst respons, een goede reputatie van de
organisatie en een duurzame relatie met de klant, waarbij alle partijen hun doelstellingen bereiken.
Voorbeeld: je verkoopt geen auto’s, je verkoopt mobiliteit/status/ vrijheid.
1.1.2 een doeltreffend marktbeleid bestaat uit een uitgekiende combinatie van 4
marketinginstrumenten om de markt te bewerken = marketingmix/ 4 P’s. Deze zijn nauw met
elkaar verbonden. Als een verandert dan kan dit gevolgen hebben voor de rest.
Product= goederen, diensten of ideeën die aan de wensen en behoeften van klanten
tegemoetkomen. Maar ook de garantie, de verpakking, het merkimago, het assortiment en de
service. Een productstrategie heeft onder meer betrekking op het ontwikkelen van nieuwe
producten of diensten, verbeteren van bestaande producten en de beslissing om artikelen die niet
langer in een behoefte voorzien uit de markt nemen.
Prijs= hoeveelheid geld die er voor het product of de dienst wordt gevraagd. Bij prijsbeleid let een
bedrijf niet alleen op de kostprijs , maar ook op de prijzen van de concurrenten en het effect van een
verandering van de verkoopprijs op de vraag.
Plaats= ook wel distributie, hierbij gaat het om de manier waarop het bedrijf het product in handen
van de kopers krijgt. Onder het distributiebeleid vallen beslissingen over de keuze van
distributiekanalen (incl. online) en intermediairs (groothandel en detailhandel) die worden
ingeschakeld, het aantal verkooppunten, de gewenste voorraden en logistiek.
Promotie= Het gaat om de manier waarop een bedrijf met de markt communiceert en de verkoop
bevordert. Je moet potentiële kopers attent maken op het product en de voordelen. Dit vereist een
doeltreffende communicatiecampagne om hen te informeren, te overtuigen of aan een product te
helpen herinneren. Promotie of marketingcommunicatie omvat reclame, de inzet van sociale media,
sponsoring, promoties, directe marketing, sales en public relations-activiteiten, waaronder
publiciteit. Je moet beslissingen nemen:
,Communicatiedoelstellingen, Reclamebudget bepalen, Kiezen van beste promotie-instrumenten,
Selecteren van media, Ontwikkelen aantrekkelijke websites, Gebruik van displays, Geven van
kortingen, Deelnemen aan evenementen, Het beoordelen van het effect van deze promotie acties.
1.2.1 verschillen in economie:
Algemene economie= bestuderen we keuzevraagstukken van de mens in zijn streven naar welzijn.
De algemene economie heeft 3 belangrijke invalshoeken:
macro economisch-> hierbij wordt het gedrag van consumenten of ondernemers als groep
geanalyseerd.
Micro- economisch -> gericht op het economisch handelen van individuele huishoudingen.
Meso-economisch-> gericht op de branche
Bedrijfseconomie= houdt zich bezig met de economische aspecten van activiteiten binnen een
bedrijfshuishouding en hun onderlinge samenhang. Dus het economisch handelen van mens in een
organisatie.
Commerciële economie= analyseren de houding en het gedrag van de consument zodat zij hun
producten optimaal kunnen afstemmen op de wensen en de behoeften van de klant.
1.2.3 Niveaus van marketing:
Macromarketing= maatschappij staat centraal, dus je kijkt op het niveau van de samenleving.
Mesomarketing= bedrijfstak staat centraal, beperkt zich tot een bepaalde sector in de samenleving.
Micromarketing= organisatie staat centraal, dus je kijkt vanuit het management van het bedrijf.
Bedrijfstak= schakel, die bestaat uit bedrijven die een gelijkwaardige functie in de productie of
handel van een bepaald product vervullen.
Branche= groep organisaties die bepaalde overeenkomsten vertonen op het gebied van de
productietechnieken en de geleverde producten.
1.3 Marketingconcept stelt dat het inspelen op de wensen en de behoeften van de koper en het
opbouwen van een relatie met de klant de sleutel is tot succesvol ondernemerschap,
uitgangspunten:
Consumentgerichte aanpak: streven naar tevreden klanten, duurzame relaties opbouwen.
Geïntegreerde aanpak: alle in het marketingplan omschreven activiteiten op elkaar
afstemmen.
Een breed omschreven werkterrein: de formulering richten op de behoeften van de klant, zo
breed mogelijk. Dus wij maken vervoersmiddelen i.p.v.. Wij maken auto’s.
Concurrentieanalyse: in kaart brengen van kansen en bedreigingen op de markt en
inventaristeren van sterke en zwakke punten van het bedrijf. Zorg voor
concurrentievoordeel.
Marktonderzoek en doelgroep keuze: informatie verzamelen over het koopgedrag,
segmenteren op behoeften en voorkeuren en zich richten op deze doelgroepen.
Je kan beter een markt hebben dan een fabriek, de vraag naar producten is belangrijker voor het
voortbestaan van een bedrijf dan het bezit van een gebouw of machines. Want als de vraag
terugloopt is die fabriek die voor het aanbod zorgt, overbodig. Toch is winst zeer noodzakelijk.
, 1.4.1 Taak 1: Je moet de behoeften en wensen van mensen opsporen, de behoeften worden niet
gecreëerd, ze worden onderzocht. Mensen weten vaak zelf niet waaraan ze behoefte hebben,
daarom is marktonderzoek nodig. Zodra de consument op basis van zijn behoeften en wensen in
actie komt = consumentengedrag, er ontstaat dan vraag naar bepaalde producten.
1.4.2 Taak 2: inspelen op de vraag/ behoefte van de potentiële klant door marketingbeleid 4P & 3R
De 4p’s zijn als marketinginstrumenten noodzakelijk, maar in de concurrentiestrijd minder belangrijk.
De 3R’s zijn daarentegen wel belangrijk.
4P’s Product, Prijs, Plaats en Promotie/ marketingcommunicatie. Dus een toolkit waarmee je werkt.
Product= producten en diensten afstemmen op de wensen en behoeften van de klanten.
Prijs= letten op de prijzen van concurrenten en op het effect van verandering van de verkoopprijs.
Plaats/Distributie= zorg dat de producten op het juiste tijdsstip op de juiste plaats verkrijgbaar zijn.
Promotie= potentiële kopers attent maken op het product en de voordelen die het biedt.
1.4.3 3R’s : Reputatie, Relatie en Respons, de R’s is wat je wil realiseren.
Reputatie= zorgt ervoor dat je merk een bepaald imago krijgt, dit kan wel een deukje hebben.
Service is belangrijk om een goede reputatie te ontwikkelen.
Relatie= Niet gericht op verkopen maar op lange termijn! Hoe sterker de relatie, hoe moeilijker deze
te verbreken is. Communicatie is van belang.
Respons= hoe en wanneer krijg ik een respons van de klant. (d.m.v. R’S)
De basistaken van het marketingmanagement zijn:
1. Analyse
2. Planning
3. Uitvoering
4. Controle en bijsturing