WEBCAST RECHTSGESCHIEDENIS 1
Vorming van de Nederlandse Staat
10de eeuw tot 18de eeuw
1. Landsheerlijke periode (10e - 16e eeuw)
2. Opstand (1568-1648 (80jarige oorlog))
3. Republiek der verenigde Nederlanden (1588-1795)
Leenstaten: Heftigen en grafen heben publiekrechtelijke bevoegdheden. Deze bevoegdheid opntvinden zij van de
Duitse Koningen (landsheren) publiekrechtelijke bevoegdheden werden in leem verschaft aan de hertogen en
grafwen en konden daarmee terug gevorderd worden. Daarnaast waren deze bevoedgdheden erfelijk ->
erfrechtelijke iverdrachtr -> zelfstandige kleine vorstdommen: landsheerlijkheden (graaf/hertog machthebber)
14de eeuw voegden allen landheerlijkheden samen -> Bourgondische heerschappij (1384-1482)
Habsburgse heerschappij (1482-1581)
-> allen landheerlijkheden onder Karrel V (1515-1555)
-> gewesten
centralisatiestreef: streven cvcm de ;landsheer opm een centraal bestuur te hebben een landelijk geheel.
-> Staten Generaal (1464)
-> Raad van Staten (1531)
Opstand - 80 jarige oorlof
7 noordelijke Nederlandse gewesten
- Verzet tegen centralisatie
- Inquisitie: het feit dat het Protestants geloof niet toegestaan was i.v.m. het Katholieke geloof van de
Spanjaarden.
Unie van Utrecht: Nederlandse gewesten van noordelijk Nederlanden, die een verdrag sloten om elkaar bij te staan
in de oorlog, maar allen wel een afzonderlijk en soeverein/onafhankelijk gewest bleef (1579)
Plakkaat van Verlatinghe 1581: Opgesteld door de ~Staten-Generaal, dat de Haburgse voorst geen gezaag meer
heeft over de Nederlandse gewesten en hierdoor had er niemand meer een oppermacht in de Nederlandse
gewesten ->
1. Geldt alleen voor de Nederlandse gewesten
2. De 7 gewesten gaan op zoek naar een nieuwe vorst
-> confederatie: geen centraal gezaghebber, maar 7 gewesten aan elkaar zijde
-> decentralisatie: slechts over uitwendige gelegenheden als;
a. Buitenlandse betrekkingen
b. Landmacht
c. Marine
1
,I.R.S EUR
- Werd er centraal besluit in D-H gemaakt (S-G)
- In overleg met allen gewesten
- Slechts bij unanimiteit, akkoord van de Staten-Generaal
Vestiging van de eenheidsstaat
Vestiging eenheidsstaat (1795-1840)
I. Franse tijd (1795-1813)
II. Regeerperiode Willem I (1813-1840)
I. Franse Tijd 1795-1813)
A. Bataafse republiek (1795-1806)
B. Koninkrijk Holland (1806-1810)
C. Inlijving bij Frankrijk (1810-1813)
A. Bataafse republiek (1795-1806)
I. Eenheidsstaat: onzelfstandige gebiedsdelen, bestuur van de departementen zijn ondergeschikt aan het ventrale
bestuur
II. Grondwet:
• Staatsregeling (1798) - 380 artikelen
1. Grondrechten
2. Overheidsambten
a. Bevoegdheden
b. Verhouden van de ambten
• Machtenscheiding
-> Staatsregeling 1801
-> Staatsregeling 1805
▫ Machtenscheiding niet centraal
▫ Verkorte versies
B. Koninkrijk Holland (1806-1810)
Lodewijk Napoleon Koning van Holland
Constitutie 1806
C. Inlijving bij Frankrijk (1810-1813)
I. Franse constitutie uit 1804 geldt (Grondwet)
II. Codificatie privaat & strafrecht
• Deze blijven gelden na de onafhankerlijkheid van NL 1813
• Code Civil (BW) gelde tot 1838
• Code Penalk (Sr) 1886
II.Regeerperiode Willem I (1813-1840)
1813-1815 Soverein vorst van de Verenigde Nederlanden - Willem I
Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834)
Bedenker van de Grondwet uit 1814 -> ambten met bevoegdheden
• Soeverein vorst
• Staten-Generaal
1815 Koninkrijk der Nederlanden (BE& NL) -> Willem I Koning
• Grondwet 24 AUG 1815 van Hogendorp
• Bevoegdheden Koning
• Bevoegdheden Staten-Generaal
• Tweekamerstelsel
• Meer grondrechten
2
,I.R.S EUR
• Geldt nog steeds
Verlicht despoot: de Koning regeerde vooral zelf zonder hulp van de S-G (de praktijk van de verhouding tussen
Koning en ambten) -> frustratie in het zuiden van het Koninkrijk -> afscheiding van Belgie in 1830 & 1839 officieel
afscheiding
Ontslag van ministers -> aankondiging van ministeriële verantwoordelijkheid (1839)
Troonsafstand Willem I in 1840
Vestiging Parlementaire democratie
Parlementaire democratie:
• INVOEREN PARLEMENTAIRE CONTROLE
I. Grondwetherziening 1840
II. Grondwetherziening 1848
III. Kwestie-Meijer & Luxemburgse kwestie
• INVOEREN ALGEMEEN KIESRECHT
A. Ontstaan politieke partijen
B. Grondwetherziening 1917
Parlementaire democratie: parlement heeft ook een controlerende rol, staatsrechtelijke stelde algemeen kiesrecht
I. Grondwetherziening 1840
A. Ontstaan door afscheiding van België
• Invoering van strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid: hierbij kunnen de ministers strafrechtelijk
vervolgd worden, zodra de koning de grondwet schendt.
-> contraseign: alle besluiten van de Koning moeten medeondertekend worden door een of meerdere ministers
II.Grondwetherziening 1848
Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872)
A. Invoering politieke ministeriële verantwoordelijkheid: ministers verantwoordelijk, voor de regering ingevoerde
beleid. Kritiek mag alleen tegenover de ministers geuit worden en niet op de koning i.v.m. onschendbaarheid.
(Art.42 lid 2 Gw)
B. Ontbindingsrecht: regering kan het parlement ontbinden. Dit leidt tot nieuwe verkiezingen. (Art.64 Gw)
Kwestie-Meijer & Luxemburgse kwestie (1866)
Kwestie-Meijer: betreft de reikwijdte van de politieke ministeriële verantwoordelijkheid
-> al het handelen & nalaten van de regering valt onder de verantwoordelijkheid van de politieke ministeriële
verantwoordelijkheid (regering wordt door het parlement gecontroleert)
Luxemburgse kwestie 1868: ministers die of kabinet dat niet het vertrouwen van de meerderheid van het kabinet
heeft, moet ontslag nemen = vertrouwingsnorm
• Ongeschreven recht
Vestiging parlementaire stelsel: positie van het parlement ten opzichte van de regering sterker -> parlementaire
controle rol (1)
Algemeen kiesrecht (2)
I. Ontstaan politieke partijen
1878 - Anti Revolutionair Partij (voor CDA)
3
, I.R.S EUR
Centraal bij parlement verkiezingen
-> wie mag stemmen?
Grondwetsherziening van 1848-> censuskiesrecht: mannen mochten stemmen die bepaald hoeveelheid aan
belasting betaalde
1887 -> uitbreiding maar geen algemeen kiesrecht
Grondwetherziening 1917 ->
I. Gelijke subsidies voor bijzonder en openbaar onderwijs
II. Nieuw kiesstelsel -> Evenredig kiesstelsel
III. Algemeen mannenkiesrecht: mannen van een bepaalde leeftijd hadden het recht om te stemmen & verkozen te
worden
IIII. Recht van vrouwen om gekozen te worden (passief kiesrecht)
V. Algemeen vrouwen kiesrecht = actief ook 1919 -> opgenomen 1920
RECHTSGESCHIEDENIS Bestuursrecht I
Begin van de 19de eeuw was er heen mogelijkheid om naar een onafhankelijke bestuursrechter te stappen, als
burger.
Het oplossen van bestuursrechtelijke beschillen werd niet gezien als een taak van de rechter, wel was het mogelijk
tot administratief beroep: beroep bij een hoger bestuurlijke instantie.
• Gemeenteraad
• College van Gedeputeerde Staten (Provincies)
• De Kroon (hoogste bestuurlijke instantie in NL destijds)
Beleidsaspecten, als beleid zelf + bestuursorgaan kon een nieuw besluit vormen, ter vervanging van het oud
bestuurlijk besluit, van het lager orgaan
1861 - Wet op de Raad van State
Beslissing van de Kroon werden geadviseerd door de Geschillen van Bestuur van de Kroon, deze advies werd altijd
gevolgd (Kroonberoep)
• Midden jaren 80
1887 - Grondwet bood een mogelijkheid tot bestuursgeschillen van de Raad van State
Art.154 Gw: De we gewone rechter, college met administratief beroep bevoegdheid
Ontstaan van;
De Rade van Beroep
De Centrale Raad van Beroep
• De ongevallen wet 19:1
• Sociale verzekeringswetten
• In beroep
Echter, voor een groot categorie bestuurshandelingen waren er geen beroepsmogelijkheden.
• De burgerlijke rechter zorgde voor de aanvullende rechtsbescherming
1905 - minister van Justitie Loeff; administratieve kamers bij de ‘gewone’ onafhankelijke rechterlijke macht
(administratief beroep mogelijk in beroep, hoger beroep & cassatie mogelijk zijn)
• Tegenstander hoogleraar Struycker; burger ontvangst betere bescherming bij proces van administratief
beroep
• Het bestuur was een gemeenschap instituut dat niet onderworpen is aan een onafhankelijke rechter
• 1937 = verweten van Loeff ideaal
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper imaansohail. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.