Gedetailleerde samenvatting van casus 4 van het keuzevak effectieve bestanddelen van psychologische behandelingen in het ziekenhuis. Alle bronnen zijn waar mogelijk gebruikt en bij naam benoemd. De bronnen zijn ingedeeld onder de leerdoelen.
Casus 4 – Specifieke en non-specifieke therapiefactoren
Leerdoel 1: Wat zijn specifieke en non-specifieke factoren (common factors) in
psychotherapie?
Common factors
Contextuele model: er zijn drie waarmee psychotherapie voordelen produceert.
Psychotherapie heeft geen unitaire (geen specifieke ingrediënten) invloed maar werkt via
verschillende mechanismen. De mechanismen onderliggen aan de paden zijn de ultieme
sociale wezens.
Specifieke ingrediënten zijn wel nodig voor het uitvoeren van therapie: opstellen coherente
behandeling waarin een therapeut gelooft; overtuigend rationeel voor cliënten.
Voor de paden kunnen worden geactiveerd moet er eerst spraken zijn van een initiële
therapeutische relatie: bij de eerste ontmoeting bepaalt de cliënt of de therapeut betrouwbaar
is, de benodigde expertise heeft en of hij/zij de tijd wil nemen om het probleem en de context
te begrijpen. De formatie van de initiële band is een combinatie van bottom-up en top-down
verwerking. Snel via het uiterlijk van de therapeut en de therapeutische setting. Patiënten
hebben verwachtingen door voorgaande ervaringen, aanbevelingen van anderen, culturele
overtuigingen, etc.. De initiële relatie is kritiek.
Paden:
1. De echte relatie (praktische zaken)
= de persoonlijke relatie tussen therapeut en patiënt getekend door de mate waarin ze oprecht
met elkaar zijn en op elkaar aansluiten. Het wordt beïnvloed door algemene sociale processen,
de interactie is:
a) De interactie is vertrouwelijk, met bepaalde limieten.
b) Er wordt moeilijk materiaal gedeeld die niet de band verstoort.
Psychotherapie biedt een menselijke connectie met een empathische en verzorgende individu.
2. De creatie van verwachtingen door verklaringen van stoornissen en de behandeling.
Verwachtingen hebben een sterke invloed op ervaring. Men is vaak sterk gedemoraliseerd door
hun stress en het falen in hun problemen overkomen. Via psychotherapie is her moralisatie.
Daarnaast komen patiënten vaak met een verklaring gevorm door eigen psychologische
overtuigingen (volk psychologie). Vaak zijn deze niet adaptief: staan geen oplossingen toe. In
de loop van tijd zal de patiënt geloven dat het uitvoeren van de taken van therapie helpt bij de
problemen wat de verwachting benadrukt dat hij/zij heeft wat nodig is self-efficacy. Er moet
overeenstemming zijn over de doelen en taken (therapeutische alliantie).
3. De uitvaardiging van gezondheid bevorderende acties.
Er bestaat een behandeling die de patiënt acceptabel vindt en een oplossing is voor diens
problemen. In elke behandeling zullen er specifieke therapeutische acties zitten. De vraag is
hoe deze samen het voordeel creëren van psychotherapie. Het contextuele model stelt dat de
specifieke ingrediënten niet alleen verwachtingen creëren (pad 2), maar universeel een aantal
, heilzame acties produceren. Lokt de therapie deze gezonde acties uit, dan zal de therapie
effectief zijn.
Het medisch model stelt dat de specifieke ingrediënten van een theoretische aanpak
belangrijke bronnen zijn van psychotherapeutische effecten.
Component studies: vergelijken studies met en studies zonder bepaald onderdeel: -.20. Dit
indiceert een voorkeur voor studies zonder het component. De componenten zijn dus niet
noodzakelijk voor het voordeel van psychotherapeutische studies.
Interactie-effecten: interactie tussen behandelingen en karakteristieken van de cliënt steunt de
specificiteit van behandelingen. Er kan echter geen interactie-effect worden gevonden.
Leerdoel 2: Hoe onderzoek je dit en wat zijn de bewijzen hiervan?
Leerdoel 3: Wat zijn de kritische kanttekeningen bij onderzoek naar de effectiviteit bij
specifieke en non specifieke factoren?
Bewijs common factors
0.2 klein
0.5 medium
0.8 groot
Alliantie: bestaat uit drie onderdelen:
- De band/vertrouwen.
- Overeenstemming doelen therapie.
- Overeenstemming taken therapie.
Onderzoek: meten vroeg in therapie (sessie 3 of 4), correleren met uitkomst. De correlatie is .
27 wat gelijk staat een Cohen’s D van 0.57 medium.
Kritiek:
1. De vroege symptoomverlichting leidt tot een sterke alliantie in de derde of vierde sessie.
Na het controleren van al bestaande verandering blijft het effect echter bestaan.
2. Het kan zijn dat de correlatie tussen alliantie en uitkomst komt door de patiënts
contributie aan de alliantie. De patiënt is bereid een sterke alliantie te vormen betere
prognose = karakteristiek patiënt. Uit onderzoek komt echter dat de contributie van de
patiënt niet uit maakt. Effectieve therapeuten vormen sterkere allianties.
3. Halo-effect door zowel het beoordelen van de alliantie als de uitkomst. De correlatie is
echter robuust ook bij beoordeling van andere personen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper manonvdstarre. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.