100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen, vak 'recht & bestuur' €5,98   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen, vak 'recht & bestuur'

 9 keer bekeken  1 keer verkocht

dit document omvat een uitgebreide samenvatting van het boek 'grondslagen van het recht: hoofdlijnen'. het bevat alle voorgeschreven literatuur voor het vak 'recht en bestuur'. Met deze samenvatting een 7,4 voor het tentamen gehaald!

Voorbeeld 4 van de 81  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 9, hoofdstuk 11 (§1 t/m §2.4), hoofdstuk 13 t/m 22
  • 10 november 2023
  • 81
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
avatar-seller
joepv04
Samenvatting Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen
Hoofdstuk 1:

Functie rechtsregels:
- Rechtsregels verschaffen ons informatie: we kunnen te weten komen welke rechten en
plichten we zelf hebben en welke rechten en plichten anderen hebben
- Op grond daarvan weten we hoe we ons behoren te gedragen en wat we mogen verwachten
van anderen.
- In de derde plaats illustreren de simpele voorvallen hoe ons leven bepaald en gestuurd
wordt door rechtsregels.

Soorten sociale regels:
1. Algemeen aanvaarde regels (in het maatschappelijk verkeer).
2. Groepsregels  bepalen hoe de leden van de groep zich moeten gedragen
3. Morele regels  bevatten normen en waarden die betrekking hebben op fundamentele
levensvragen: gebaseerd op levensbeschouwingen.
4. Regels van beroepsethiek  geeft aan hoe het beroep op een juiste en zorgvuldige wijze
uitgeoefend moet worden (regels over uitoefening van beroep).

Rechtsregels en andere sociale regels staan niet altijd naast elkaar. Dit houdt in dat ze elkaar soms
overlappen.

Soms verwijst een rechtsregel naar sociale regels, zoals morele regels, en verbindt aan die regel
juridische gevolgen  een voorbeeld is artikel 6:3 BW, waarin staat dat bepaalde gevallen dringende
morele verplichtingen een rechtsgevolg kunnen hebben.

Functies van het rechtssysteem:
1. Het scheppen/creëren van sociale orde.
2. Het bevorderen van niet-gewelddadige conflictbeslechting.  het rechtssysteem beslist
over conflicten, waardoor voorkomen wordt dat individuen het recht in eigen hand nemen.
3. Het garanderen van de individuele ontplooiing en autonomie van burgers.  individuen
moeten de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen.
4. Zorgen dat sociale goederen in de samenleving zo eerlijk mogelijk verdeeld worden.
5. Het kanaliseren van sociale verandering  veranderingen in de samenleving moeten
gestructureerd en gecoördineerd plaatsvinden.

De belangrijkste functies van staatsorganen zijn:
1. Wetgeving  dit is het vaststellen van algemene regels.
2. Bestuur  dit houdt in dat de overheid overheidsorganen instelt die regels uitvoeren,
toepassen of op de naleving ervan toezien.
3. Rechtspraak  de rechter oordeelt of de overtreding van rechtsregels daadwerkelijk heeft
plaatsgevonden.

Enkele belangrijke soorten in rechtsregels vastgelegde normen zijn:
1. gedragsnormen  kunnen gedraging verbieden, gebieden of toestaan  zijn gekoppeld aan
dwang of strafsanctie.


1

, 2. Sanctienormen  dit is een regel die aangeeft wat degene die zich niet aan een gedragsnorm
houdt te wachten staat.
3. Bevoegdheidsverlenende norm  geven staatsorganen een bepaalde macht.  dit kan
inhouden dat een staatsorgaan rechten en plichten vaststelt of bepaalde handelingen
verricht.

Wat zijn rechtsregels?
 Rechtsregels zijn regels die op een bepaalde tijd in een bepaalde rechtsgemeenschap
voorkomen.
- Positief recht  hieronder wordt verstaan dat het recht in een bepaalde gemeenschap door
mensen vastgesteld of erkend is.
o Het onderscheidt zich van het ideale recht, door het kenmerk dat het door mensen
is vastgesteld.
- Ideale recht  dit is het recht dat men wenst en nastrevenswaardig vindt.

Positieve rechtsregels hebben doorgaans gelding (ofwel; zijn verbindend).  dit houdt in dat een
rechtsregel op een bepaalde plaats en tijd voor een bepaalde groep personen aanspraak op
gehoorzaamheid heeft.

Effectiviteit van recht  hiermee wordt bedoeld dat het recht in het algemeen daadwerkelijk
gehoorzaamd wordt dan wel daadwerkelijk toegepast of gehandhaafd wordt.
- Bij effectiviteit gaat het vaak om gradaties, om meer of minder.

Gedoogbeleid houdt in dat de overheid bewust overtreding van rechtsregels toelaat.

Betekenissen van ‘recht’:
- Objectief recht  bestaat uit de verzameling van alle Nederlandse rechtsregels.
- Subjectief recht  bevoegdheid of aanspraak; Het geeft een ‘mogen’ aan.
o Een voorbeeld van subjectief recht is het eigendomsrecht.

De Nederlandse Grondwet kent klassieke vrijheidsrechte en de sociale grondrechten.

De positieve kant van het subjectieve recht  dit betekent voor de rechthebbende kant een ‘mogen’
of afspraak’.
De andere kant van het subjectieve recht is dat anderen het subjectieve recht moeten respecteren.

Bij het sluiten van een overeenkomst moet de ene partij dus het subjectieve recht respecteren en de
andere partij moet het subjectieve recht realiseren.




2

,Hoofdstuk 2:

Codificatie  dit is een poging alle rechtsregels op een rechtsgebied op systematische wijze in een
wetboek (codex) op te nemen.
- Aan begin 19e eeuw werd het recht in Nederland voor het eerst in codificaties
ondergebracht. Doel:
o Een einde maken aan de bestaande lokale en regionale verschillen in rechtsregels en
juridische praktijk  bestrijden heersende rechtsonzekerheid.
o Streven naar een stabiel rechtsstelsel waarin wettelijke regels niet plotseling
veranderen of met terugwerkende kracht zouden gelden.
o Burgers op de hoogte stellen van de wetten.

Klassieke indeling van het nationale recht in drie rechtsgebieden:
 Het privaatrecht, het staats- en bestuursrecht en het strafrecht
o Staats- en bestuursrecht en het strafrecht vallen onder het publiekrecht
o Bovenstaande twee worden onderscheiden van het privaatrecht.

Functionele rechtsgebieden  heeft betrekking op een bepaald (maatschappelijk belangrijk) thema
en regelt relaties tussen betrokkenen. Voorbeelden van functionele rechtsgebieden zijn het
milieurecht en het gezondheidsrecht.

Privaatrecht regelt de juridische relaties tussen burgers, terwijl publiekrecht betrekking heeft op de
verhoudingen tussen overheidsorganen onderling en tussen overheidsorganen en bestuurders.

Rechtsverhoudingen:
- Privaatrecht  rechtsverhouding kenmerkt zich verder doordat betrokkenen dit recht
gebruiken om hun eigen belang te behartigen.
o Betrokken in het privaatrecht zijn nevengeschikt (gelijk)
- Publiekrecht  hier treedt de overheid op ter behartiging van het algemeen belang.
o Hier stelt de overheid de rechtsgevolgen vast. Er is een gezagsrelatie ten opzichte
van de burger. Burger < overheid.

Verschil tussen privaat- en publiekrecht komt ook aan bod bij de rol van de rechter:
- Privaat  wanneer er tussen privaatrechtelijke partijen conflicten zijn, kan dit geschil door
een van de partijen aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd. (initiatief tot inschakeling
rechter ligt bij de partijen zelf.)
- Publiek  regelt de bestuursrechter. Hierbij heeft het OM het vervolgingsmonopolie.

Publiekrecht:
Staatsrecht  bepaalt inrichting en de opbouw van de staat; geeft staatsrechtelijke regels voor
overheidsinstanties en hun bevoegdheden.
Staatsrecht schept ook een juridische grondslag voor het bestuurlijke optreden.

Het bestuursrecht (administratief recht)  deze regels geven aan wat het bestuursorgaan mag ten
opzichte van de burger  welke bevoegdheden bezit het bestuursorgaan?

Staatsrecht  legt de juridische basis voor het overheidsoptreden.


3

, - Belangrijkste staatsrechtelijke regelingen zijn het Statuut en de Grondwet.
Klassieke grondrechten  dit zijn rechten die de burger een sfeer garanderen waarbinnen de
overheid niet zonder overtuigende en wettelijk omschreven rechtvaardiging kan en mag optreden.
- Overheid heeft de plicht om zich te onthouden van staatsbemoeienis.

Sociale grondrechten  zijn grondrechten die geen staatsonthouding eisen, maar juist van de
overheid vragen om op te treden. Bijvoorbeeld vragen om maatregelen om de werkgelegenheid te
bevorderen.
- Deze rechten zijn niet rechtstreeks afdwingbaar  overheid kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het niet nakomen ervan. Er kan wél druk uitgeoefend worden via publieke
opinie.
- Grondrechten staan ook in internationale verdragen.

Bestuursrecht  bevat rechtsregels voor overheidsorganen die belast zijn met de uitvoering en
handhaving van rechtsregels. Is de burger het niet eens met genomen besluit, dan kan hij eventueel
een beroep doen op een gespecialiseerde rechter voor dit soort gevallen: de bestuursrechter.
Bestuursrechter  beoordeelt overheidsoptreden jegens burger.
- Overheidsoptreden dient grondslag te vinden in de wet  bestuursrechtelijk
legaliteitsbeginsel.

Strafrecht  bestaat uit rechtsregels die de feiten die strafbaar zijn gesteld en straf die kan worden
opgelegd aangeven.
- Wetboek van strafrecht  belangrijkste regeling op strafrechtelijk gebied. Bestaat uit drie
boeken: 2 voor misdrijven en 1 boek met algemene bepalingen.
- Algemene bepalingen: regelen welke straffen en maatregelen er zijn.


Privaatrecht:
Het privaatrecht regelt rechtsverhoudingen tussen burgers onderling.
Rechtsverhouding  is het geheel van rechten en plichten tussen twee of meer personen.

Kenmerken privaatrechtelijke relaties:
- De partijen zijn in beginsel gelijkwaardig.
- Partijen mogen hun juridische relatie zelfstandig regelen binnen de grenzen die rechtsregels
aangeven.

Het Burgerlijk Wetboek:
Dit is het belangrijkste en grootste stelsel van regelingen in het privaatrecht.
- Dit Wetboek is verdeeld in 6 boeken:
o Boek 1 gaat over personen- en familierecht  hierin staan bepalingen over de
burgerlijke stand: geboorte en overlijden.
o Boek 2 betreft de rechtspersonen, zoals verenigingen, NV, BV, stichtingen, etc.
o Boek 3 bevat het vermogensrecht in het algemeen. Vermogen is het totaal van
rechten en plichten dat iemand op een bepaald moment heeft.
o Boek 4 regelt het erfrecht  het geeft regels over de overgang van de nalatenschap:
het vermogen dat een overleden persoon nalaat.
o Boek 5 behandelt de zakelijke rechten.  dit zijn de rechten met betrekking tot
stoffelijke voorwerpen. VB; eigendomsrecht.

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joepv04. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75759 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,98  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen