Dit is de samenvatting van het vak 'Fysiologie' (0673), gevolgd op de RUG tijdens jaar 2, cyclus 2.1.2. (nieuwe curriculum). Het document bevat de twee kennisclips van jufdanielle over 'de lever', de kennisclip van jufdanielle over 'gal en galwegen', en daarnaast het seminar over 'de functie van de...
Fysiologie (0673)
KC Jufdanielle: Lever
• Lever zit rechtsboven in onze buikholte
• Tussen het rechter- (1) en linkerkwab (2) heb je het
ligamentum falciforme. Aan de onderkant het ligamentum
teres hepatis. Aan de achterkant zie je ook de lobus caudatus
(3) en lobus quadratus (4).
• De lever maakt gal aan à gaat via de galwegen naar de
galblaas voor opslag, waarna het eens in de zoveel tijd richting
de darm wordt gestuurd.
• Ductus choledochus.
• Bloedvaten die naar de lever gaan komen binnen in de ‘lever hilus’:
o Poortader (vena porta): zit bloed in dat van de darmen komt.
o Arteria hepatica propria: levert de lever O2-rijk bloed
o Vena cava: daar komt bloed vanuit de venae hepaticae, waarmee het bloed de lever weer verlaat.
• Inzoomen op leverweefsel à kleine leverlobjes/leverlobuli
(zo’n 100.000): zeshoekige kamertjes in de lever. Hier zitten de
hepatocyten (= levercellen), met daartussen bloedruimtes
(sinusoïden).
o Bloed stroomt naar het midden toe, en stroomt weg
via de centrale venen. Maar in de tussentijd hebben
alle hepatocyten hun werk kunnen uitvoeren en op die
manier de functie van de lever kunnen uitvoeren.
o Afweercellen: kupffer-cellen à macrofagen die
standaard in het leverweefsel zitten, om daar via fagocytose de vieze zaken, zoals bacteriën en virussen, maar
ook bijvoorbeeld verouderde cellen en celresten uit de bloedruimtes te kunnen opruimen.
o Kleine galcapillairen. De gal die wordt gemaakt door de hepatocyten kan zo wegstromen en richting de
galwegen gaan.
o Bij elk van de 6 hoeken zien we 3 buisjes à = portale gebied, met daarin de aftakkingen van de vena porta, de
a. hepatica en de galbuis.
• De lever heeft meer dan 200 functies à worden allemaal uitgevoerd in het leverlobje, wanneer
het bloed langs de hepatocyt stroomt en wanneer gal de andere kant op stroomt.
o Reguleren van de bloedsamenstelling in ons lichaam
§ Alle voedingsstoffen die binnenkomen vanuit de darmen gaan eerst richting
de lever zodat niet het hele lichaam wordt overspoeld met voedingsstoffen:
• Koolhydraten: als veel glucose binnenkomt net na de maaltijd,
wordt glucose o.i.v. insuline opgenomen in de levercellen en opgeslagen als glycogeen à
kan op momenten dat we niet aan het eten zijn worden opgeknipt naar glucose o.i.v.
glucagon à zo houden we onze bloedsuikerspiegel mooi gelijk gedurende de dag zonder de
hele tijd te hoeven eten.
• Vetten: worden omgezet naar vetzuren en glycerol, om er daarna bv. ATP van te kunnen
maken. Kan ook andersom: voorraad aanleggen als vetweefsel.
o Lever maakt ook cholesterol: belangrijke bouwsteen voor o.a. hormonen en
vitamine D.
• Eiwitten: aminozuren die niet meer nodig zijn, of bouwstenen die uit het DNA komen,
kunnen worden omgezet naar ureum en urinezuur, en worden vervolgens uitgeplast.
1
, o Lever kan ook zelf eiwitten maken: bv. aminozuren in elkaar zetten (behalve de
essentiële aminozuren), en belangrijke plasma-eiwitten (zoals albumine en
fibrinogeen).
o Afweerfunctie (Kupffer-cellen)
o Rol in opslag v stoffen (bv. vitamines)
o Detoxen van bloed
o Uitscheiden van gal
• Segmenten van de lever: losse gedeeltes van de lever met elk hun eigen bloedtoevoer,
bloedafvoer en galafvoer à hierdoor is het operatief mogelijk om een of meer segmenten
weg te halen voor bv. een transplantatie. De overgebleven segmenten kunnen dan
vervolgens regenereren waarmee de lever tot zijn oorspronkelijke grootte weer kan
teruggroeien.
2
, KC Jufdanielle: Gal en galwegen
• Hepatocyten (levercellen) maken tot wel 1 L gal per dag aan.
• Gal: vloeistof die vooral functioneel is in de vertering + de uitscheiding v stoffen die niet via de nieren kunnen worden
uitgescheiden.
• Gal bestaat uit:
o Galzure zouten: emulgeren vet à groter oppervlak
beschikbaar voor verteringsenzymen (bv. lipase) à
vetten beter verteerd en opgenomen (geldt ook voor de
opname van de vetoplosbare vitamines A, D, E en K).
o Cholesterol à gal is enige manier om cholesterol
effectief uit te scheiden.
§ ‘Gal’ wordt ook wel ‘chole’ genoemd à alles
wat met ‘chole’ begint, heeft te maken met onze galwegen (bv. cholecystitis = galblaasontsteking)
o Bilirubine: afbraakproduct van hemoglobine (Hb) uit onze rode bloedcellen.
§ In de lever worden oude rode bloedcellen door de kupffer-cellen afgebroken à komt bilirubine bij vrij
à wordt vervolgens verwerkt door te koppelen aan glucuronzuur (=conjugatie) à stofje geschikt
gemaakt om uit te scheiden via gal.
o Water: om alle stoffen in op te lossen.
o Ionen:
§ Bv. HCO3- (= bicarbonaat): helpt het maagzuur te neutraliseren in de darm, want de darm heeft niet
dezelfde beschermlagen als de maag, en is dus erg gevoelig voor de zure maaginhoud.
• Gal gemaakt à komt terecht in galkanaaltjes: smalle
kanaaltjes die tussen de hepatocyten doorlopen à
galkanaaltjes voegen samen en worden steeds groter, tot we
uitkomen bij de ductus hepaticus dexter (rechts) en sinister
(links) à daarna voegen ze samen tot de ductus hepaticus
communis:
o Helft van de gal: ductus choledochus à papil van
Vater à duodenum (= 1e stukje van de dunne darm +
de plek waar de ductus pancreaticus uit de alvleesklier erbij komt).
§ Doorgang naar duodenum wordt geregeld door de sfincter van oddi (= kringspier).
o Andere helft van de gal: niet direct naar darmen, maar van ductus cysticus nr galblaas à daar kan de gal nog
een beetje indikken, omdat de galblaaswand het water opneemt, waardoor het nog geconcentreerder wordt.
§ Op piekmomenten (bv. net na de maaltijd) knijpt de galblaas samen en stuurt het de gal naar het
duodenum toe à wordt aangestuurd door o.a. het hormoon cholecystitis quinine.
• Enterohepatische kringloop à recyclen: galzure zouten die helpen bij het verteren van vetten
komen met gal in het duodenum terecht à in laatste deel v/d dunne darm worden de meeste van
deze zouten weer opgenomen à via de poortader weer richting lever en nogmaals gebruikt in gal.
o Gebeurt 4-12 keer/dag, o.a. afhankelijk van hoe vaak je eet en hoe vette maaltijden je eet.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mariecusters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.