In dit document heb ik het hoorcollege van week 2 van verbintenissenrecht uitgewerkt. Daarnaast zijn ook de werkgroep en de workshop van deze week uitgewerkt hierin, antwoorden + aantekeningen. Zelf zit ik op het honoursprogramma 'Utrecht Law College'.
Deel 2: onrechtmatige daad en schadevergoedingsrecht
De systematiek van het burgerlijk wetboek: er zijn verschillende boeken die tot elkaar in verband zijn.
- Personenrecht:
o Boek 1: Personen- en familierecht (natuurlijke personen)
o Boek 2: Rechtspersonen
o Boek 4: erfrecht
- Vermogensrecht
o Boek 3: algemeen vermogensrecht
o Boek 4: erfrecht
o Boek 5: Zakelijke rechten
o Boek 6: Verbintenissen algemeen
i. Algemeen deel: titel 1 en 2
ii. Verbintenis uit overeenkomst: titel 5
iii. Onrechtmatige- (titel 3) en rechtmatige daad (titel 4)
o Boek 7: Bijzondere overeenkomsten (bijvoorbeeld koop, ruil, huur, schenking,
arbeidsovereenkomst)
i. Boek 7A => restant van het oude BW, moet nog worden verwerkt in boek 7
o Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
o Boek 9: bestaat niet, want wetgever is nog niet toegekomen aan intellectueel
eigendomsrecht
- Boek 10: internationaal privaatrecht
Waar komt het Burgerlijk Wetboek vandaan?
In de periode van de Gouden Eeuw was Nederland de Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden (1588 – 1795). Er waren toen acht gewesten die afzonderlijke steden hadden en
al deze steden hadden verschillende rechtsgebieden. Denk aan gewoonterecht, ordinanties,
geschreven of mondeling, etc.
Er moest orde komen. Deze kwam in de Bataafsche Republiek/Gemenebest (1795-1806).
Frankrijk was in die tijd een eenheidsstaat en Nederland werd een soort Franse satellietstaat.
In 1798 werd de “Commissie van Twaalf” opgericht, die moesten een poging doen tot een
codificatie van het gewoonterecht. Ze wilden de willekeur van rechters zo oplossen, elke
rechten kon anders oordelen. In 1800 liepen ze toch vast en lukte het niet helemaal.
In de tijd van Napoleon (1806 – 1813) was er het Koninkrijk Holland met Lodewijk Bonaparte
als koning. In Nederland werd in 1809 het wetboek Napoleon (aangepaste versie van Code
Napoleon) gemaakt. Hier was het verlichtingsdenken en machtscentralisatie in verwerkt. In
1810 moest Lodewijk aftreden omdat hij vond dat het te weinig Frankrijk was. Daarna werd
dus in 1807 de Code Napoleon terug ingevoerd.
Tijdens de onafhankelijke Nederlanden (vanaf 1813) gold nog steeds de Code Napoleon,
iedereen wilde daar een beetje vanaf maar het was ook al een tijd aanwezig en kon niet
zomaar weg. Er waren namelijk ook positieve aspecten aan. Koning Willen I wilde een eigen
, BW maken en riep de ‘codificatiecommissie’ in het leven. Dat ging mis. België werd
onafhankelijk en daarna kwam er een nationalistisch gevoel in Nederland. Na ruim 40 jaar
kwam er een eerste eigen BW (wel gebaseerd op de code napoleon).
In 1838 werd het wetboek ingesteld, een eeuw later was de samenleving verder gegaan,
maar veel dingen klopten niet helemaal en rechters begonnen los van het BW te oordelen.
Het gevolg hiervan was ook dat de taakverdeling van de wetgever en de rechter weer
willekeurig was. Eduard Meijers zei in 1947: “Het BW wordt een ‘doodde letter’.” In 1947
krijgt hij een koninklijke opdracht op een BW te ontwerpen. In 1954 toen Meijers was
overleden, werd zijn werk overgenomen door een groepje, maar dit liep een beetje traag. In
1970 en 1976 kwamen de eerste twee boeken pas.
Men was heel bang dat er rechtsonzekerheid zou komen door nieuw vermogensrecht. Er
waren heel veel inspraakrondes en belangengroepen. In 1992 kwamen pas boek 3, 5, 6 en
deels boek 7. Daarna boek 8 (1991), boek 4 (2003), boek 10 (2012).
Historisch: ons BW is een herziening van het oude BW, welke gebaseerd is op de Code Napoleon.
Cultureel filosofisch: er was veel verlichtingsdenken in het BW.
Ideologisch: een eigen identiteit moest er in komen, daarnaast ook soevereiniteit en nationalisme.
Rechtspolitiek: centralisatie van de macht komt terug in het BW, herbezinning taakverdeling wetgever
en rechter.
Wetenschappelijk (dogmatisch): er was een gedachte van ordening en consistente
systematiek/terminologie.
Praktisch: er moest meer zekerheid aan de rechtspraktijk verschaft worden, meer onderwerpen
moesten worden geregeld.
Maar hoe passen we dan al die regels toe in de praktijk?
Een jurist gebruikt een aantal enkele dingen uit zijn “gereedschapskist”:
o De wet (vooral het Burgerlijk Wetboek)
o Jurisprudentie (vooral Hoge Raad)
o Rechtswetenschappelijke literatuur (bijvoorbeeld Legal Intelligence)
Wat doen we dan met deze instrumenten?
o Hiermee kun je straks de werkelijkheid duiden, alles krijgt hierdoor een betekenis en
je ziet dan beter de maatschappelijke feiten en gevolgen.
o Je hebt een rechtsregel (= een algemene regel) Dan heb je een rechtsfeit (= er
gebeurt iets wat van toepassing is tot de algemene regel) Dan heb je een
rechtsgevolg (= een conclusie/gevolg)
Bijvoorbeeld: “Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke
objecten (art. 3:2 BW)” “Deze fiets is voor een menselijke beheersing
vatbaar stoffelijk object” “Deze fiets is een zaak”
Rechtsfeit => een rechtelijk relevant feit waar je niks voor hoeft te doen. Bijvoorbeeld verloop van tijd
(volwassen worden en meer bevoegdheid krijgen) of de geboorte van een kind.
Gedraging persoon:
- Rechtshandeling (art. 3:33 BW) is een handeling met het oogpunt op het rechtsgevolg.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marissanabuursx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,74. Je zit daarna nergens aan vast.