CH1 – Getting Started
1. Casestudy onderzoek gaat niet over:
A. Het begrijpen van een complex sociaal fenomeen
B. Holisme
C. Een hedendaags fenomeen
D. Een ‘wie’ of ‘waar’ vraag
2. Wat is niet waar over casestudy onderzoek?
A. Het wordt vaak in de war gehaald met casestudies als onderwijsmethode
B. Een valkuil is dat het te lang duurt waardoor je een onoverzichtelijk document krijgt
C. De vier toepassingen voor het evalueren van een situatie zijn: uitleggen, omschrijven,
verklaren en illustreren
D. Het kan individuen, groepen, organisaties, sociaal en politiek gerelateerde
fenomenen onderzoeken
3. Welk van de volgende onderzoeksmethoden kan het best worden gebruikt om fenomenen in
het verleden te onderzoeken?
A. Experimenten
B. Archief analyse
C. Enquête
D. Casestudy
CH2 – Design case studies
4. Wat is volgens Yin niet een van de belangrijkste component van een casestudy?
A. De vraag
B. De analyse eenheid
C. Criteria voor het voorstel
D. De link tussen de data en het voorstel
5. … is een conclusie trekken over een populatie op basis van empirische data verzameling van
een steekproef.
A. Statistische generalisatie
B. Analytische generalisatie
C. Betrouwbaarheid
D. Validiteit
6. Wat is geen manier om voor interne validiteit te zorgen?
A. Door pattern matching
B. Door rival explanations
C. Door het gebruiken van logic models
D. Door het het opzetten van een chain of evidence
CH3 – Preparing to collect case study evidence
7. Twee van de gewenste attributen van een onderzoeker zijn:
A. Adaptief zijn en geen vooroordelen hebben
B. Geen vooroordelen hebben en nieuw zijn in het onderwerp om sturing te voorkomen
C. Nieuw zijn in het onderwerp om sturing te voorkomen en adaptief zijn.
D. Een onderzoeker moet zowel adaptief zijn, geen vooroordelen hebben en nieuw zijn
in het onderwerp om sturing te voorkomen
1. Casestudy onderzoek gaat niet over:
A. Het begrijpen van een complex sociaal fenomeen
B. Holisme
C. Een hedendaags fenomeen
D. Een ‘wie’ of ‘waar’ vraag
2. Wat is niet waar over casestudy onderzoek?
A. Het wordt vaak in de war gehaald met casestudies als onderwijsmethode
B. Een valkuil is dat het te lang duurt waardoor je een onoverzichtelijk document krijgt
C. De vier toepassingen voor het evalueren van een situatie zijn: uitleggen, omschrijven,
verklaren en illustreren
D. Het kan individuen, groepen, organisaties, sociaal en politiek gerelateerde
fenomenen onderzoeken
3. Welk van de volgende onderzoeksmethoden kan het best worden gebruikt om fenomenen in
het verleden te onderzoeken?
A. Experimenten
B. Archief analyse
C. Enquête
D. Casestudy
CH2 – Design case studies
4. Wat is volgens Yin niet een van de belangrijkste component van een casestudy?
A. De vraag
B. De analyse eenheid
C. Criteria voor het voorstel
D. De link tussen de data en het voorstel
5. … is een conclusie trekken over een populatie op basis van empirische data verzameling van
een steekproef.
A. Statistische generalisatie
B. Analytische generalisatie
C. Betrouwbaarheid
D. Validiteit
6. Wat is geen manier om voor interne validiteit te zorgen?
A. Door pattern matching
B. Door rival explanations
C. Door het gebruiken van logic models
D. Door het het opzetten van een chain of evidence
CH3 – Preparing to collect case study evidence
7. Twee van de gewenste attributen van een onderzoeker zijn:
A. Adaptief zijn en geen vooroordelen hebben
B. Geen vooroordelen hebben en nieuw zijn in het onderwerp om sturing te voorkomen
C. Nieuw zijn in het onderwerp om sturing te voorkomen en adaptief zijn.
D. Een onderzoeker moet zowel adaptief zijn, geen vooroordelen hebben en nieuw zijn
in het onderwerp om sturing te voorkomen