Hoofdstuk 6: Marktstructuur
6.1 Structuur, Gedrag en Resultaat
De marktstructuur verwijst naar de omstandigheden die het gedrag van ondernemingen beïnvloeden.
Het aantal aanbieders is een structureel kenmerk dat invloed uitoefent op ondernemersgedrag.
Veranderingen in marktstructuren hebben invloed op bedrijfstakken. De SGR-methode verklaart
wederzijdse beïnvloeding tussen bedrijfstakstructuren en ondernemersgedrag. Ondernemersgedrag
leidt tot resultaten, terwijl resultaten ook gedrag beïnvloeden, zoals bedrijfsconcentratie door
overnames.
6.2 Structuur van Bedrijfstakken
6.2.1 Structuurkenmerken van Bedrijfstakken
Concurrentie wordt bepaald door variabelen zoals het aantal aanbieders, aard van het product,
kostenstructuur van productie, toetredingsbarrières, kenmerken van de vraag, enzovoort.
Aantal aanbieders: Groot aantal aanbieders leidt tot weinig marktmacht, terwijl enkele aanbieders
meer invloed hebben op prijzen.
Aard van het product: Homogene producten tonen geen verschillen; heterogene producten hebben
onderscheidende kenmerken
Kostenstructuur: Analyse van constante en variabele kosten en verschillen tussen grote en kleine
ondernemingen.
Toetredingsbarrières: Obstakels zoals hoge vaste kosten, productdifferentiatie, patenten, integratie,
strategische overcapaciteit.
Kenmerken van de vraag: Groei, concentratie van afnemers, aandeel consumentengoederen en
export.
6.2.2 Marktvormen
Volledig vrije mededinging: Veel aanbieders, homogene producten, lage toetredingsbarrières.
Monopolistische concurrentie: Veel aanbieders met kleine productverschillen, concurrentie op basis
van differentiatie.
Oligopolie: Klein aantal aanbieders met invloed op elkaars activiteiten.
Monopolie: Eén aanbieder met aanzienlijke marktmacht.
6.3 Ondernemingsgedrag en Resultaat
6.3.1 Winstmaximalisatie
Ondernemers streven naar maximale winst, vaak geformuleerd aan de hand van rendementsdoelen.
Prijszetting, marktmacht en kostenleiderschap zijn strategieën voor winstmaximalisatie.
Prijszetting: Hangt af van marktmacht, marktconcentratie en internationalisatiegraad.
Kostenleiderschap: Streven naar laagste kosten voor hogere winstmarges.
Investeringen en innovatie: Verbetering van processen en productdifferentiatie.