Hoofdstuk 11: Bestedingen
11.1 Vraagzijde van de Economie
Bedrijven en overheden produceren om aan behoeften te voldoen, en gezinnen, bedrijven,
overheden en het buitenland nemen deze goederen en diensten af door bestedingen te doen. Elke
sector heeft zijn eigen marktkenmerken, zoals consumentenmarkten, zakelijke markten,
overheidsmarkten en buitenlandse markten.
11.2 Consumptie
Bestedingen van gezinnen staan bekend als consumptie, en producten worden als
consumptiegoederen beschouwd als ze daadwerkelijk door consumenten zijn gekocht. Consumenten
stellen een pakket van goederen en diensten samen om aan hun behoeften te voldoen, wat het
consumptiepatroon wordt genoemd.
Voor ondernemingen en bedrijfstakken is het cruciaal om te begrijpen welke veranderingen er in de
bestedingen optreden, omdat dit invloed heeft op hun afzet.
Consumptiegroei wordt voorspeld door economische bureaus op basis van inkomensontwikkeling,
waarbij andere factoren zoals inkomensverdeling, vermogensontwikkeling, consumentenvertrouwen
en rente ook van belang zijn. Inflatie treedt op wanneer consumptiegoederenprijzen jaar na jaar
stijgen, en de koopkracht, gecorrigeerd voor inflatie, is van belang om de werkelijke toename van de
hoeveelheid gekochte goederen te meten.
Het consumentenvertrouwen, dat het oordeel van consumenten over hun financiële situatie en
economische omgeving weerspiegelt, speelt ook een rol in consumptiebeslissingen. De
consumptiegroei op korte termijn wordt ook beïnvloed door de reële rente en het vermogen.
11.3 Investeringen
11.3.1 Soorten Investeringen
Investeringen worden onderverdeeld in vervangingsinvesteringen (vervangen van oude machines),
uitbreidingsinvesteringen (vergroten van de productiecapaciteit), en voorraadinvesteringen
(aanpassen van voorraden in anticipatie op verwachte vraag).
Diepte-investeringen verhogen de productie per werknemer, terwijl breedte-investeringen dezelfde
hoeveelheid producten per werknemer handhaven.
11.3.2 Groei van Investeringen
Economische onderzoeksbureaus verklaren investeringsontwikkelingen aan de hand van variabelen
zoals afzetverwachtingen, bezettingsgraad, winst, en rente. Hogere afzetverwachtingen,
bezettingsgraden en winsten stimuleren investeringen, terwijl hogere rentetarieven investeringen
remmen.