100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Newton Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Muziek en telecommunicatie €4,44
In winkelwagen

Antwoorden

Newton Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Muziek en telecommunicatie

1 beoordeling
 1041 keer bekeken  2 keer verkocht

Newton Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Muziek en telecommunicatie VWO

Voorbeeld 3 van de 23  pagina's

  • 19 maart 2018
  • 23
  • 2016/2017
  • Antwoorden
  • Onbekend
  • 5vwo
Alle documenten voor dit vak (1764)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: josylenefdelooze • 2 jaar geleden

avatar-seller
bvderheijden
7 Muziek en telecommunicatie
Trillingen en golven | vwo



Uitwerkingen basisboek
7.1 INTRODUCTIE

1 [W] Hoe kun je tijd meten met trillingen?

2 [W] Experiment: Registratie van geluid

3 [W] Voorkennistest

4
a In 120 ms legt het geluid af. Dat is heen en
terug dus de put is 20,4 meter diep.
b Het menselijk lichaam bestaat vooral uit water, dus moet er gerekend worden met de
geluidssnelheid in water (en die is 1,5 km/s).
c In rubber zijn de moleculen niet zo sterk met elkaar verbonden als in een metaal. De
trillingen worden daardoor minder gemakkelijk doorgegeven, zodat de
geluidssnelheid lager is.

5
a Door de toonhoogte
b De geluidssterkte van het teruggekaatste signaal
c Er wordt een geluidspuls uitgezonden en het gereflecteerde geluid wordt
opgevangen. Het tijdsverschil tussen de uitgezonden puls en de ontvangen puls is
een maat voor de afstand van de boot tot de vissen.

6
a Een microfoon
b Een luidspreker
c Bij een hoge toon worden meer trillingen per seconde gemaakt dan bij een lage toon.
De frequentie van een hoge toon is hoger dan van een lage toon.
d De maximale uitwijking van de trillingen is bij een harde toon groter dan bij een
zachte toon.

7 Naarmate het geluid verder van de geluidsbron af komt, zal het zich over een steeds
2
groter oppervlak verdelen. Daardoor wordt de geluidssterkte door één m steeds kleiner.



7.2 GELUID, TRILLINGEN EN ZUIVERE TONEN

8 [W] Experiment: Eén en twee stemvorken

9 [W] Experiment: Geluid ‘bekijken’ met stemvork, microfoon, toongenerator en
oscilloscoop

10 Waar of niet waar?
a Waar
b Waar
c Niet waar: De toonhoogte van een snaar kun je veranderen door de snaarspanning
te veranderen of door het inkorten van een snaar.

© ThiemeMeulenhoff bv CONCEPT Pagina 1 van 23

, d Waar
e Waar
f Niet waar: In een u,t-diagram kun je de trillingstijd aflezen, en daarmee kun je de
frequentie berekenen.

11
a De dikste snaar heeft de grootste massa. Een grote massa is moeilijker op gang te
brengen en af te remmen, dus heeft een lagere frequentie. De dikste snaar hoort dus
bij de laagste frequentie.
b Bij het stemmen verander je de spankracht in de snaar. Bij een grotere spankracht
wordt de toon hoger en bij een kleinere spankracht wordt de toon lager.
c Tijdens het spelen maak je de snaar langer of korter door hem op een fret vast te
drukken. Hoe korter de snaar, hoe kleiner de massa, dus hoe hoger de toon.

12
a Het zijn allemaal sinuslijnen.
b Trilling D heeft de grootste amplitude en trilling A de kleinste.
c Trilling B heeft de grootste frequentie en trilling D de kleinste.

13
a Oscillogram C is als enige een sinuslijn, dus stelt een harmonische trilling voor.
b




c Bij B hoor je een klap of knal en bij D hoor je ruis.

14
De onderste stemvork is van ander, stijver, materiaal gemaakt. Deze stemvork heeft een
grotere veerconstante, er is dus een grotere kracht (en dus ook versnelling en vertraging),
zodat de frequentie toeneemt.

15 Eigen antwoord van de leerling




© ThiemeMeulenhoff bv CONCEPT Pagina 2 van 23

, 16 De dikte van de benen is voor beide stemvorken gelijk, dus is de stijfheid gelijk. De
stemvork met de langste benen heeft een grotere massa en dus een lagere frequentie.

17
a Zie de getrokken lijn.




b Zie de gestippelde lijn.
c




18
a Bij een grotere beginuitwijking verandert de frequentie niet.
b Bij een stuggere veer zal de frequentie groter worden.
c De massa van het blokje wordt groter, dus wordt de frequentie lager.

19
a D
b B

20 [W] Experiment

21
a Er zijn 4 trillingen op 5,7 hokje  .

De frequentie is .

© ThiemeMeulenhoff bv CONCEPT Pagina 3 van 23

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bvderheijden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,44. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53022 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,44  2x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd