Dit is de samenvatting van het kwantitatieve gedeelte van methodologie van sociaalwetenschappelijk onderzoek. De inhoud bestaat uit theorie uit het boek, colleges en kennisclips.
Periode 2.2 Methodologie van sociaalwetenschappelijk onderzoek
Module 6
Kennisclip 1 – Het kwantitatieve onderzoeksproces
De rol van theorie
De nadruk ligt bij kwantitatief onderzoek op deductie. Theorie Hypotheses
Inductie na de analyse van data als een theorie wordt herzien of verworpen.
Operationalisering
1. Conceptualisering: het omschrijven van een concept (labels op aspecten van de sociale
werkelijkheid plakken)
2. Operationalisering: het meetbaar maken van abstracte concepten en begrippen
a. Omschrijving van een specifieke, concrete procedure om een concept te meten de
procedure opstellen om scores toe te kennen aan de variabele
b. Meten doe je per concept. Je meet geen hypothesen.
Sommige concepten kunnen we met een directe maat meten: Measure verwijst naar een
hoeveelheid
Andere concepten worden met meerdere indicatoren gemeten: Indicator een ‘aanwijzing’ (bijv.
stellingen)
- Likert-schaal: meting van attitudes
Meerdere items (indicatoren) omdat:
1. Een indicator zou sommige individuen onjuist classificeren
2. Een indicator verwijst meestal slechts naar een gedeelte van het onderliggende concept
3. Met meerdere indicatoren kun je een meer gedetailleerd onderscheid maken tussen
individuen
Items mag je niet zomaar optellen
Kennisclip 2 – Betrouwbaarheid en validiteit van
metingen
Betrouwbaarheid (meer technisch)
Als je de meting herhaalt, in hoeverre levert dat hetzelfde resultaat op?
- Stabiliteit: is er consistentie door de tijd?
o Vast te stellen door de test-hertest methode
- Interne consistentie: is er samenhang tussen de items?
o Split-half methode: items in 2 groepen splitsen en met elkaar vergelijken
o Cronbach’s alpha
- Inter-observer consistentie: in hoeverre zijn de codeurs het met elkaar eens?
Validiteit (meer filosofisch)
In hoeverre heb je de ‘echte betekenis’ van het verschijnsel gemeten?
- Meetvaliditeit: geldigheid van de meting
- Facevalidity (indruksvaliditeit): beoordeling door andere onderzoekers
, - Criteriumvaliditeit: heeft de test een samenhang met een bepaald criterium
- Construct validity (begripsvaliditeit): sluiten de onderzoeksresultaten aan bij de theorie?
- Convergerend: samenhang met bestaande metingen van hetzelfde concept
Kennisclip 3 – Causaliteit, generaliseerbaarheid en
repliceerbaarheid
Causaliteit
Theorieën specificeren hoe de relaties tussen concepten zijn, en waarom die relaties er zijn
Causale relaties: hoe en waarom leidt de ene gebeurtenis tot een andere?
Dit leidt tot een hypothese: de verwachte relatie tussen twee concepten
Deze relatie kan worden weergegeven in een causaal model
Verschillende effecten van variabelen
- Afhankelijke variabele: het verschijnsel wat we willen verklaren
- Onafhankelijke variabele: de veronderstelde oorzaak van een bepaald verschijnsel
- Mediërende variabele: geeft aan waarom het causaal effect ontstaat (komt tussen beiden)
- Modererende variabele: beïnvloedt de relatie tussen X en Y. het geeft aan wanneer X invloed
heeft op Y. (Bijvoorbeeld geslacht)
- Controle variabele: is er een invloed van X op Y, indien we achtergrondkenmerken “constant
houden”? storende variabele uitschakelen
- Verstorende variabele: niet gemeten variabele, maar deze zou de relatie tussen X en Y
kunnen verstoren
Generaliseerbaarheid
Zijn de uitkomsten te generaliseren verder dan de onderzochte mensen? Is de onderzoeksgroep een
goede afspiegeling van de populatie?
Repliceerbaarheid
Het moet mogelijk zijn om onderzoek op dezelfde manier nogmaals uit te voeren
Replicatie: als een onderzoek herhaald wordt en dezelfde uitkomsten oplevert.
Module 7
Kennisclip 1 – Steekproeftrekking bij kwantitatief
onderzoek I
Terminologie
- Steekproeftrekking: data verzamelen van een selectie van cases uit de populatie
- Populatie: de gehele groep cases waarnaar je wilt generaliseren, waarover je algemene
uitspraken wilt doen
- Steekproef: de geselecteerde cases die je wilt gaan onderzoeken
- Representativiteit van een sample: komen de eigenschappen van de steekproef en de
populatie overeen?
- Sampling fraction: welk percentage van de populatie ga je selecteren voor de steekproef?
o Sample (n) / Populatie (N)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper danarood1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.