PART 5: GROEI VAN DE GEEST EN DE PERSOON
HOOFDSTUK 11: DE ONTWIKKELING VAN LICHAAM, DENKEN EN TAAL
1. lichamelijke ontwikkeling
1.1. prenatale ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie / developmental psychology: De tak van de psychologie die veranderingen in de capaciteiten en
stijlen van gedrag van mensen in kaart brengt naarmate ze ouder worden en probeert de factoren te begrijpen die die
veranderingen veroorzaken of beïnvloeden.
1. De eerste fase is de zygote fase. Deze beslaat de eerste twee weken. De fase begint wanneer de eicel bevrucht raakt door
de zaadcel en eindigt met de innesteling in het baarmoederslijmvlies. Gedurende deze periode treedt in hoog tempo
celdeling op, waardoor de zygoot aanzienlijk groeit in omvang.
2. Na de innestelling spreken we over de embryonale fase. Deze begint rond het begin van de derde week, en duurt
ongeveer tot en met week acht. In deze periodes begint de specificatie van cellen. Het grootste deel van het centrale
zenuwstelsel wordt gevormd in deze periode, en alle organen, zintuigen en ledematen worden aangelegd. Rond het eind
van deze periode begint het embryo zich te bewegen en kan het stimuli ontvangen.
3. De foetale fase ligt wat arbitrair aan het eind van de achtste week. Vanaf dat moment zijn de belangrijkste structuren
gevormd en zijn alleen de externe genitaliën en het centraal zenuwstelsel nog steeds vol in ontwikkeling. In de foetale
fase, die duurt tot het kind voldragen is, weer vooral op het groeien, en niet zozeer in het vormen van specifieke
structuren.
Teratogenen / teratogens: Externe agentia, zoals medicijnen en straling, die schadelijke effecten kunnen hebben op een zich
ontwikkelend embryo of foetus.
1.2. fysieke ontwikkeling: puberteit en adolescentie
- Jongens overwegend wat later beginnen aan de puberteit. Omdat de ontwikkelingen zo verschillend zijn is dit moeilijk
precies vast te stellen, maar de groeispurt, en zeker de groei van schaam- en okselhaar begint bij jongens ongeveer een
jaar later dan bij meisjes.
- Verder is het vooral een seksespecifieke ontwikkeling.
- Bij meisjes begint gemiddeld rond hun elfde de borstgroei, waarna, over de loop van ongeveer twee jaar de groei van
schaam- en okselhaar begint, de groeispurt inzet en de lichaamsvorm sterk verandert. Dan, gemiddeld tussen het
dertiende en vertiende levensjaar, treedt de eerste menstruatie op. De volwassen borstgrootte wordt gemiddeld rond het
vijftiende levensjaar bereikt.
- Bij jongens begint de groei van de balzak nog betrekkelijk vroeg, maar zien we verder gemiddeld ongeveer een jaar later,
de groeispurt inzetten, waarna hun penis langer wordt, hun schaam- en oksel haar begint te groeien en ze de baard in de
keel krijgen. Ten slotte begint rond het vijftiende levensjaar de haargroei op het gezicht.
- Tussen 1860 en 1960 is bij hen de eerste menstruatie steeds vroeger gekomen. Was deze in beginsel nog rond het
zestiende levensjaar, sinds 1960 ligt deze ongeveer rond het dertiende levensjaar. Over het algemeen wordt deze
wijziging toegeschreven aan de verbeterde levensstandaard, en dan met name op het gebied van voeding.
- Wel begint de borstontwikkeling nog steeds op jongere leeftijd. Ook hier wordt voeding als belangrijkste factor
aangewezen, maar in dit geval lijkt met name het toenemend aantal meisjes met overgewicht (obesitas) een oorzaak van
de historische verschuiving te zijn.
Puberteitsperiode / Puberty: in het leven waarin kinderen volwassen worden en fysieke kenmerken krijgen, waaronder
geslachtsrijpheid.
2. hoe kinderen leren over de omgeving
2.1. Het kind als ontdekkingsreiziger
Gedeelde aandacht / shared attention: Twee individuen die allebei naar hetzelfde ding of evenement gaan en die ervaring delen.
Sociale referentie / social referencing: Het proces waarbij baby's de non-verbale emotionele uitdrukkingen van een verzorger
gebruiken als aanwijzingen om hun gedrag te sturen.
- Zuigelingen geven de voorkeur aan nieuwe stimuli, zoals blijkt uit het feit dat ze er langer naar kijken. Deze betrouwbare
neiging wordt gebruikt om de perceptie en het geheugen van baby's te bestuderen.
- Baby's vertonen een sterke drang om hun omgeving te beheersen; Ze raken van streek als de controle wordt
weggenomen.
- Tegen 5 of 6 maanden onderzoeken baby's voorwerpen met hun handen en ogen, waarbij ze zich concentreren op de
unieke eigenschappen van de voorwerpen.