Oefenvragen Geneeskunde UU 2020-2021
Dit geldt ook voor decentrale selectie 2023-2024
Beste (hopelijk) toekomstige geneeskundestudent,
Ik ben Alissa en ik ben momenteel een derdejaars geneeskundestudent aan UU. Ik heb precies drie jaar
geleden ook meegedaan aan de decentrale selectie van GNK UU. Zo blijkt dat de leerstof ieder jaar
rouleert en dat dit jaar bijna dezelfde leerstof moet leren. Ik weet hoe zwaar de selectie is en wil graag
daarom zoveel mogelijk mensen helpen tegen een kleine vergoeding ;) (blijf een skere student).
Ik heb een soort “interview” voor mezelf gemaakt, zodat anderen mij heel makkelijk konden overhoren
evenals mijzelf. Met een wit blaadje bedekte ik de antwoorden en heb ik dit tig herhaald, totdat ik het kon
dromen. Dit gaat alleen om het cognitieve kennis gedeelte. Het cognitieve inzicht en non-cognitieve
gedeelte heb ik zonder voorbereiden gemaakt. + krijgen jullie een overzicht over de basics van ECG.
Ik ben uiteindelijk zeer gunstig geplaatst en gun jullie die mogelijkheid dus ook. Veel plezier met leren!
Mail mij gerust met eventuele vragen én of er fouten zijn in het document naar alissarepplier@gmail.com
Side note: Ik heb alles vertaald van het Engels naar het Nederlands. Er staan soms nog Engelse termen in,
omdat ik even het juiste Nederlandse woord niet wist, of ik vond het niet belangrijk genoeg. De reden
hiervoor is dat het Engels meer lijkt op het Latijn dan het Nederlands.
Ik heb de selectie stof t.o.v. 2020-2021 en 2023-2024 vergeleken met elkaar. Hierbij de opgenoemde
verschillen:
Anatomie:
Ik heb gebruik gemaakt van de 4e editie van Gray’s Anatomy. Dit jaar wordt gevraagd naar de 5e
editie. Ik acht de verschillen echter tussen deze edities minimaal.
- Hoofdstuk 1 – The Body
Geen verschillen.
- Hoofdstuk 2 – Back
Is dit jaar geschrapt. Staat ook niet meer in dit document.
- Hoofdstuk 6 – Lower limb
Geen verschillen.
- Hoofdstuk 7 – Upper limb
In mijn document geen verschillen bij Conceptual overview, te beginnen bij Functions.
Er is een deel toegevoegd wat dit jaar selectiestof is. Dit staat niet in het document.
Het gaat hierom de regional anatomy van elbow joint, cubital fossa en forearm.
- Hoofdstuk 3 – Thorax
Geen verschillen.
Fysiologie:
Hierbij is dezelfde editie gebruikt van Medical physiologie, 3rd edition 2017 t.o.v. van selectie jaar
2020 en 2023.
- Hoofdstuk 21 – Cardiac electrophysiology and the electrocardiogram
Geen verschillen.
- Hoofdstuk 22 – The heart as a pump
Geen verschillen.
Let op! Op een gegeven moment had ik geen zin meer en is dit hoofdstuk incompleet in het
document. Het is tm Cardiac dynamics -> tot hypertrofie
,Legenda
Hoofdstuk
Boek/extra handig/ feitjes
Voorbeelden
Belangrijke woorden
Kopje
Kenmerken, soorten die erbij horen
Hoofdstuk 1 – The body
What is anatomy?
1. Wat is het verschil tussen anatomie en histologie?
Anatomie wordt ook wel macroscopische anatomie genoemd. Hier kunnen
structuren worden gezien zonder microscoop. Histologie is de studie van
microscopische anatomie en worden cellen en weefsel met gebruik van een
microscoop bestudeerd.
2. Hoe leer je anatomie het beste en waarvoor is het nodig?
Door observatie en visualisatie. De informatie van anatomie is nodig om de positie
van fysieke structuren in een patiënt te visualiseren. Dus naast dat je de termen moet
kennen, moet je ook de context ervan begrijpen.
3. Met welke manier van aanpakken kan je anatomie bestuderen en wat houden die in?
Regionale aanpak: elke regio en de aspecten die bij die regio horen in het lichaam
worden apart bestudeerd. E.g. de thorax (borstkast)-> dan worden alle structuren
bestudeerd zoals vaatstelsel, zenuwen, botten, spieren en alle andere structuren en
organen die zich in die regio van het borstkast bevinden. Andere regio’s zijn
abdomen (buik), pelvis (bekken), bovenste en onderste extremiteit (ledematen), rug,
hoofd en nek.
Systematisch aanpak: elk systeem in het lichaam wordt bestudeerd. E.g.
cardiovascular system (tractus circulatorius) -> hart en alle bloedvaten in het lichaam.
Andere systemen zijn nervous system, skeletal system, muscular system, respiratory
system (tractus respiratorius), gastrointestinal system (tractus digestivus), lymphatic
system en reproductive system.
Klinische aanpak: focussen op de klinisch relevante zaken.
4. Wat is de anatomische positie en wat zijn de kenmerken?
De anatomische positie is de standaard positie van het lichaam om de locaties van
structuren te beschrijven. De kenmerken ervan zijn is een rechtopstaande positie,
voeten bij elkaar (naar voren gericht), handen met gestrekte vingers (handpalmen
naar voren) naast het lichaam en een neutrale gezichtsuitdrukking met de ogen naar
voren gericht. Inferior rand orbita, 1 lijn met de bovenste top externe gehoorgang.
5. Wat zijn de anatomische vlakken en hoe verdelen die het lichaam?
Coronaal / frontaal vlak: verdeelt het lichaam in voor en achter. I.e. anterior/ventraal
en posterior/dorsaal.
Saggitaal vlak: verdeelt het lichaam in links en rechts. I.e. mediaal (meer richting het
midden) en laterale kant (meer richting de zijkant).
Transversaal / horizontaal / axiaal vlak: verdeelt het lichaam in boven en onder. I.e.
superior en inferior.
,6. Hoe heet het vlak dat precies door het midden van het lichaam gelijke vlakken links en
rechts maakt?
Saggitale mediaan vlak.
7. Hoe zit het met perspectief van het coronaal en transversaal vlak?
Coronaal vlak wordt van voren bekeken, dus rechts op de foto is links voor de kijker.
Transversaal vlak wordt van onderen bekeken (vanaf de voeten), dus rechts op de
foto is links voor de kijker en de voorkant/anterior gedeelte van het lichaam is boven
op het beeld.
8. Wat zijn de anatomische assen en hoe zijn die gericht?
Longitudinale as is van boven naar onder. (superior inferior)
Transversale as is van links naar rechts. (medial lateral)
Saggitale as is van voren naar achteren. (anterior posterior)
9. Welke bewegingen zijn typisch bij een coronaal vlak?
Abductie en adductie. (saggitale as)
10. Welke bewegingen zijn typisch bij een sagitaal vlak?
Flexie en extensie. (transversale as)
11. Welke beweging zijn typsich bij een transversaal vlak?
Rotatie en circumductie. (longitudinale as)
12. Wat zijn de andere locatiebeschrijving en wat tonen die aan? (8)
Craniaal richting het hoofd (superior)
Caudaal richting de staart (inferior)
Proximaal dicht bij de romp
Distaal ver van de romp
Rostraal dicht bij de neus
Occipitaal ver van de neus
Diep ver weg van het oppervlak
Superficieel aan het oppervlak
13. Wat zijn de structuren van de superficiële regio in het lichaam? (3)
De huid, oppervlakkig fascia *zie vraag 53 (bindweefsel dat lichaamsdelen omringt) en
mammary glands (melkklieren).
14. Wat zijn de structuren van de diepe regio in het lichaam bij de borst?
Skeletal muscles en viscera (organen -> thorax en abdomen)
Body systems
15. In welke groepen kan je skelet splitsen en waar bestaat het uit?
Het axiaal skelet bestaat uit de cranium (schedel), vertebral column (wervelkolom),
ribben en sternum (borstbeen).
Het appendiculair skelet bestaat uit de botetn van de bovenste en onderste
extremiteit. Inclusief de clavicula.
16. Waaruit bestaat het skeletal system?
Uit botten en kraakbeen.
17. Wat is kraakbeen en wat bevat het niet?
Kraakbeen is avasculair form of connective tissue (bindweefsel is die alle soorten
weefsel verbindt, scheidt en ondersteunt) en bevat geen bloedvaten, lymfevaten of
zenuwen.
, 18. Hoe wordt kraakbeen dan gevoed en waaruit bestaat het?
Door diffusie van voedingsstoffen en het bestaat uit extracellulaire vezels in een
matrix met cellen.
19. Wat zijn de functies van kraakbeen? (3)
Ondersteunen van zachte weefsels
Het vormt een zacht, glijdend oppervlak voor botten bij gewrichten
Groei van botten is mogelijk
20. Welke soorten kraakbeen zijn er en hoe ziet het eruit? (3)
Hyalinekraakbeen komt het meest voor en het matrix bevat een gemiddelde
hoeveelheid van collageenvezels (collagen fibers) E.g. botoppervlakten bij gewrichten
Elastische matrix het matrix bevat collageenvezels met veel elastische vezels. E.g.
buitenoor
Fibrocartilage (vezelig kraakbeen) het matrix bevat weinig cellen en veel collageen
vezels. E.g. intervertebral discs (tussenwervelschijven)
21. Wat is bot en waar bestaat het uit?
Bot is calcified, living connective tissue en bestaat uit gecalcificeerde matrix met
collageenvezels en veschillende soorten cellen.
22. Wat zijn de functies van bot? (5)
Ondersteunen van het lichaam
Beschermen van vitale organen
Reservoirs van calcium en fosfor
Hefbomen waar spieren aan kunnen hechten
Vat (container) voor bloed producerende cellen (marrow)
23. Welke soorten type bot zijn er en hoe ziet het eruit? (2)
Compact /corticaal bot is dense bot (grote dichtheid) en vormt de buitenste laag van
het bot rondom het trabeculair bot.
Trabeculair / cancellous bot (spongieus) bestaat uit spicules of bone (buizen van bot)
die het marrow omgeven -> waar bloed wordt gevormd.
24. Wat bevat bot wel?
Bot is gevasculariseerd (voorzien van bloed) en geïnnerveerd (bevat zenuwen).
25. Hoe wordt bot gevasculariseerd?
De vascularisatie vindt het meeste plaats door een slagader die een voedingsslagader
af geeft (meestal één per bot) en die rechtstreeks in de interne holte van het bot
komt -> en voorziet het merg, trabeculair bot en de binnenste lagen van het
compacte bot van bloed.
26. Met wat voor een fibrous connective tissue worden botten voorzien en wat voor een
capaciteit heeft het?
Het periosteum (periost) heeft de capaciteit om nieuw bot te vormen.
27. Waar is periosteum niet te vinden?
In het gebied van een joint (gewricht) waar articular cartilage (gewrichtskraakbeen)
aanwezig is.
28. Hoe wordt het periosteum gevasculariseerd en geïnnerveerd?
Het periosteum ontvangt bloedvaten die de buitenste lagen van het compact bot
vasculariseren. De zenuwen begeleiden de bloedvaten die het bot en het periosteum
voeden.
29. Wat voor een zenuwen zijn het die de interne holte gaan van het bot en wat doen zij?
Het zijn vasomotor fibers die bloedstroom reguleren. Smooth muscle -> blood vessels
