Samenvatting van de verplichte stof uit het boek Geschiedenis van Nederland (van de
Opstand tot heden), geschreven door Friso Wielenga. Bladzijde 193-374.
De Bataafse Republiek en de Franse Tijd (1795-1813)
Er ontstaat een opstandige atmosfeer in veel steden doordat:
- Het oprukken van de Franse leger over de bevroren Waal, Rijn en de Maas
- De ineenstorting van de republiek
- De vlucht van Willem V en Wilhelmina van Pruisen naar Engeland
In leesgezelschappen werd plaatselijk de macht gegrepen, gesteund door Bataafs milities,
bestaande uit met de Franse troepen teruggekeerde vluchtelingen.
In 1795 erkende Frankrijk de ‘Bataafse Republiek’ als zusterrepubliek
- Deze was in naam zelfstandig, maar in werkelijkheid een Franse satellietstaat
Haags Verdrag van 1795
- Vastgelegd dat de Bataafse Republiek bevrijdingskosten aan Frankrijk zou betalen
- Enkele vestigingen moesten worden afgestaan
- De Schelde moest weer open voor de zeevaart
- Franse troepen werden gestationeerd en de republiek moest hiervoor betalen.
- De republiek werd bondgenoot van Frankrijk, wat haar automatisch in oorlog bracht
met Engeland.
Door het Haagse Verdrag was er een Nederlandse revolutie onder Franse randvoorwaarden.
- De leus van de Nederlandse machthebbers was ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap’
De oude staatsinstellingen en de standenstaat behoorde tot de verleden tijd.
- Democratische beginselen kwamen hiervoor in de plaats, maar hoever moest de
democratisering gaan en welke staatsstructuur moest de republiek krijgen?
Fluwelen revolutie
- Jarenlange discussie, maar zonder geweld en zonder noemenswaardige repressie
Het bepalen van een kiesregeling voor een Nationale Vergadering die in de plaats moest
komen voor de Staten-Generaal duurde meer dan een jaar.
- In 1796 kwam een grondwetgevende vergadering bijeen
Indirect gekozen door alle mannen van boven de twintig jaar, als zij
geen bedeling ontvingen en zich van de stadhouder hadden
gedistantieerd.
Er kwamen snel grote politieke tegenstellingen:
- Federalisten: oude bestel, soevereiniteit van de provincies (breedste steun, kwamen
voort uit patriotten die opkwamen voor hun lokale politieke rechten, waren tegen een
eenheidsstaat, wilden lokale rechten en privileges beschermen)
- Unitaristen: kwamen voort uit patriotten onder invloed van de Franse revolutie die
juist voor een eenheidsstaat waren
- Moderaten: gevestigde burgerij ‘slijmgasten’ zij steunden het beginsel van de
eenheidsstaat, waren gematigde hervormers.
Hierdoor duurde het heel lang voordat er een grondwet uitkwam.
, 1797 werd het boek van de grondwet aan de kiezers voorgelegd en het
werd afgewezen.
In 1798 pleegden de unitaristen met Franse ondersteuning een staatsgreep
- Doel: een doorbraak forceren en een grondwet tot stand te brengen.
Franse doelstelling: buitenlandse politiek, Frankrijk wilde dat de
zusterrepubliek een krachtigere bijdrage zou leveren aan de strijd tegen
Engeland. Het was nodig dat de republiek geregeerd zou worden.
- De opzet van de coupplegers slaagde en in 1798 kwam de Staatsregeling voor het
Bataafse Volk tot stand.
Staatsregeling voor het Bataafse Volk
- Eerste grondwet van Nederland
- Goedgekeurd in een volksstemming (nadat de federalisten en orangisten niet
stemgerechtigd waren)
- Radicaal unitaristisch karakter:
Afschaffing van de zeven provincies
Er kwamen acht departementen met nieuwe namen en nieuwe grenzen
die slechts administratieve bevoegdheden kregen.
Invoering van agentschappen: ministeries met agenten aan het hoofd
die de centralisatie moesten vormgeven.
- Nationale doelen geformuleerd op het gebied van armenzorg, onderwijs, waterstaat en
economie
- Conclusie: Nederland is een eenheidsstaat geworden met een centrale regering in Den
Haag.
In juni 1798 volgde een tweede staatsgreep
- Couppleger Herman Willem Daendels werd gedekt door Frankrijk, omdat in Parijs
ook een gematigder bewind aan de macht was.
- Daendels schoof de radicale uitvoerders terzijde
- Nieuwe verkiezingen -> moderate meerderheid.
Het nieuwe bewind zag het als taak om de nationale eenheid te
bevorderen en de taatsregeling ingang te doen vinden.
De overgang van de republiek naar de eenheidsstaat verliep echter stroef:
- Door oude mechanismen en het nieuwe bestel botste vaak met elkaar
- De feitelijke vernieuwing bleef dan ook achter bij de hervormingen die in de
Staatsregeling op papier waren gezet
- Bovendien keerden veel Bataven, teleurgesteld over de coups en zuiveringen, zich af
van de politiek en verdween het politieke elan.
In 1798 werd Nederland een eenheidsstaat met het volk als soeverein en verdwenen de voor
de oude Republiek zo kenmerkende stedelijke autonomie en gewestelijke soevereiniteit.
- Alle burgers waren vanaf nu gelijk aan de wet.
- Burgerlijke vrijheden (vrijheid van meningsuiting, vergadering en godsdienst) werden
gegarandeerd.
- Zo werden zij allen staatsburgers
Verschil met het gezelschap van de vroegere stadburgers
,Er kwam hiermee een einde aan de bevoorrechte positie van de gereformeerde kerk en
overheidsfuncties werden voor alle burgers toegankelijk, onafhankelijk van
geloofsovertuiging.
De Staatsregeling legde de scheiding van kerk en staat grondwettelijk vast
- Ook werd de scheiding der machten ingevoerd met de van elkaar onafhankelijk
opererende wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Economisch gebied in de Staatsregeling:
- Afschaffing van de gilden
- Nationale overheid trok meer bevoegdheden naar zich toe
- Nieuw belastingstelsel
Probleem: hoge Hollandse staatsschuld
- Het gewest had er veel baat bij om de gewestelijke schulden om te zetten in nationale
schuld
- Dit vereiste een nieuw belastingstelsel waarbij de provincies niet alleen hun oude
financiële autonomie zouden moeten opgeven, maar ook een einde kwam aan de
bevoorrechte positie van gilden en hun leden.
Nadat Nederland grondwettelijk een eenheidsstaat was geworden kwam er een proces op gang
om deze eenheid financieel, economisch, politiek en maatschappelijk gestalte te geven.
- Het Uitvoerend Bewind van Daendels slaagde daar slechts gedeeltelijk in, de
implementatie was een moeizaam proces.
De opleving van orangistische gevoelens waren beperkt
- In 1799 ondernam Willem V samen met Engeland een poging om de verschillende
steden in het noorden van Holland te bezetten en te marcheren naar Amsterdam en
Haarlem
Willem V riep zijn aanhang op om de macht naar zich toe te trekken.
De bevolking bleef passief en in oktober 1799 dwongen Frans-Bataafse
eenheden de Engels-Russische troepen tot terugtocht en capitulatie.
De Bataafse Republiek was nog erg kwetsbaar
- Dit vond ook Napoleon die aan de macht kwam in Frankrijk
Hij wou herstel van de politieke rust
Hij wou verzoening tussen de tegenstanders, maar dit was noodzakelijk
om de staatsgreep buiten werking te stellen en een nieuwe grondwet op
te stellen.
In 1801 wordt de grondwet vervangen door een gematigdere versie
- De volksvertegenwoordiging werd ontbonden
- Veel democratische hervormingen werden teruggedraaid
- Er kwam een autocratisch bestuur tot stand
- De oude provinciegrenzen- en namen werden weer ingevoerd
- Agentschappen werden afgeschaft
Daarna werd er een nieuwe grondwet aan de kiezers voorgelegd, hoewel de tegenstanders
groter waren werd deze wet toch aangenomen.
,De Bataafse Republiek werd omgedoopt in Bataafs Gemenebest en zou tot 1805 worden
geregeerd door het Staatsbewind
Er vond wel degelijk nationale toenadering plaats
- Er werd toegegrepen op de vroegere vaderlandcultus van de Nederlandse Verlichting
- De nijvere deugdzame Nederlander die trots is op zijn geschiedenis, cultureel erfgoed
en zijn taal.
- Dit nieuwe gevoel werd versterkt door druk van buitenaf: Frankrijk was zich steeds
meer als de bezetter gaan gedragen.
In de internationale betrekkingen zat te Bataafse Republiek geheel klem tussen de Franse
continentale overheersing en de Engelse maritieme en koloniale macht
- De Bataafse Republiek verloor na 1795 veel koloniale gebieden
- Het koloniale handelsimperium viel uitelkaar en de Engelsen kregen het voor het
zeggen
- Enorme economische gevolgen: VOC was in 1795 ten onder gegaan, en het verliezen
van de koloniale vestigingen was het einde van de Nederlandse scheepvaart en
overzeese handel.
De industriële bedrijvigheid zakte ineen en veel steden verloren grote
aantallen inwoners
Vrede van Amiens (1802)
- Vrede tussen Frankrijk en Engeland
- De oorlog werd na een jaar hervat en Napoleon wou aanzienlijke bedragen van de
Bataafse Republiek. Dit kon niet.
De nationale schuld was verder gestegen en drukte de te betalen rente
zwaarder dan ooit op de uitgaven
Er was nog geen doelmatig belastingstelsel, waardoor de staat te weinig
inkomsten had en er steeds extra geld moest worden geleend
De economische inzinking maakte het moeilijk om de gevraagde
bedragen ter beschikking te stellen
Napoleon was niet tevreden over de steun die hij van het Staatsbewind kreeg en daarom
besloot hij opnieuw een machtswisseling door te voeren.
- Rutger Jan Schimmelpenninck was een belangrijk woordvoerder van de moderaten en
ambassadeur in Parijs.
Kreeg als opdracht om een nieuwe grondwet naar Frans model te
ontwerpen
Schimmelpenninck werd benoemd tot raadpensionaris
In 1806 kwam het bewind ten einde, maar het heeft positieve sporen
nagelaten:
De overheidsfinanciën werden gecentraliseerd, er werd een modern stelsel van nationale
belastingen ingevoerd, nationale postdienst en een schoolwet die de basis legde voor het
nationaal openbaar onderwijs.
- Schimmelpenninck droeg bij aan de eenwording van Nederland
In 1806 maakte Napoleon korte metten met de Bataafse periode en benoemde hij zijn broer
Lodewijk Napoleon Bonaparte tot vorst van een nieuwe staat: Het Koninkrijk Holland.
, - Schimmelpenninck werkte te weinig mee aan de invoering van het Continentaal stelsel
Doel: gehele Europese kust af te sluiten voor Engelse producten
Lodewijk was de eerste koning van Nederland.
- Hij bleek oog te hebben voor de belangen van zijn onderdanen
- Onder zijn bewind werd de eenwording van Nederland voortgezet
Hij bouwde voort op de nationale verzoening
Napoleon voerde een nationale feestdag in en betoonde hij nadrukkelijk zijn vorstelijke
medeleven bij overstromingen en andere rampen.
- Bevorderde het organiseren van nationale tentoonstellingen
- In 1807 nationaal muntstelsel ingevoerd
- Regeling voor de teruggave van kerkgebouwen aan de katholieken
- Totstandkoming van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Strafrecht
- Opgerichte Nationale Bibliotheek en Kunstgalerij met de boeken en kunstverzameling
In 1808 werd op zijn initiatief het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en
Schoone Kunsten opgericht.
- Koninklijk Paleis op de Dam.
Juli 1810 was de laatste fase van de Bataafs-Franse tijd
- Napoleon nam uit ontevredenheid over het gebrek aan volgzaamheid van zijn broer
een einde maakte aan het Koninklijk Holland en Nederland inlijfde bij Frankrijk.
- In 1813 ging opnieuw een golf van centraliserende maatregelen door het land
Rechtspraak werd per straf georganiseerd naar het napoleontische code
civil en code pénal
De burgerlijke stand
Het Franse metrieke stelsel en er kwam een einde aan regionaal
verschillende eenheden van maten en gewichten
Impopulair was de invoering van de militaire dienstplicht.
Economisch ging het in dit jaren door de straffe handhaving van het Continentaal Stelsel steil
bergaf en ook de gehate dienstplicht leidde tot onrust en lokale oproeren.
Kenmerkend voor de overheersende apathie was dat pas na Napoleons nederlaag in de
Volkerenslag bij Leipzig.
Na de ineenstorting van het Franse apparaat volgde een terugkeer van Oranje
- Op het strand van Scheveningen landde in 1813 Willem Frederik die soeverein vorst
werd en in 1815 de eerste Nederlandse koning der Nederlanden zou worden.
Hoofdstuk 5: van Restauratie naar het liberale tijdperk (1813-1917)
Inleiding
Het Congres van Wenen (1814-1815)
- Het Verenigd Koninkrijk kwam tot stand met de vroegere Noordelijke en Zuidelijke
Nederlanden werden samengevoegd tot het koninkrijk onder Willem I.
, Toch scheurde het koninkrijk na de Belgische Opstand van 1830 uit elkaar, maar zou het tot
1839 duren totdat Nederland de Belgische afscheiding zou accepteren.
Willem I maakte plaats in 1840 voor zijn zoon Willem II, die in 1848 uit angst voor revolutie
instemde met een liberale grondwetswijziging.
- Macht van de koning werd ingeperkt door invoering van de ministeriële
verantwoordelijkheid waardoor de ministers niet langer verantwoording verschuldigd
waren aan de koning, maar aan het parlement
Geleidelijk aan ontwikkelde Nederland zich tot een liberale staat.
- Vanaf de jaren 1870 werden er politieke partijen opgericht
- Thema’s hierin zijn: kiesrechtuibreiding, sociale wetgeving, overheidsfinanciering van
het neutraal en christelijk lager onderwijs
Deze ontwikkeling mondde uit in de grondwetswijziging van 1917
- Algemene en geheime kiesrecht werd ingevoerd
- Nederland werd een moderne parlementaire democratie
Kenmerkend voor de economische ontwikkeling in de 19e eeuw:
- Relatief late en trage industrialisatie
- Vanaf 1870 komt Nederland in een fase van moderne economische groei met
structurele veranderingen:
Beroepsbevolking in de landbouw nam af
Handel, industrie en diensten groeide
Trek van het platteland naar de stad
Groei van steden nam fors toe
In de internationale betrekkingen was Nederland weer een klein land geworden met een
bescheiden positie.
- Om als handelsnatie en koloniale mogendheid zijn belangen maximaal te kunnen
behartigen voerde Nederland in de buitenlandse politiek een neutrale koers die ook in
het belang van de Europese grote mogendheden was.
De 19e eeuw werd ook gekenmerkt door een voortschrijdend proces van nationale eenwording
- Nadat de eenheidsstaat tot stand was gekomen kwam er een politiek en economisch
moderniseringsproces dat ook de natievorming in een versnelling bracht.
- Het koningshuis werd succesvoller als voorheen als symbool van nationale eenheid
Het mislukte experiment: Het Verenigd Koninkrijk (1815-1830)
Na de napoleontische tijd brak in Europa een tijd van Restauratie aan
- In de Restauratie werd er teruggegrepen op de periode van voor de Franse Revolutie
- Autocratische politieke structuren beheersten het politieke toneel
- De erfenis van de Franse Revolutie en de napoleontische tijd was weggevaagd
Er was sprake van grote continuïteit met de jaren daarvoor
Het correspondeerde met het beeld dat de politieke elite had uit de jaren
na 1813 van haar eigen hand een verspreidde
Wat in deze periode plaatsvond was de vorming van een nieuw staatsbestel dat teruggreep op
historische tradities, maar het verschilde juist van tradities.