dit document bevat:
- lesaantekeningen (uitleg + powerpoints)
- theorie van studiemeister
- uitgebreide uileg van begrippen en berekeningen
ik heb hiermee de toets in één keer gehaald
1. Netto werkkapitaal
= Vlottende activa + liquide middelen - Kort Vreemd Vermogen.
2500+1400+1000-2.300=2.600
2. Current ratio
vlottende activa / kort vreemd vermogen.
2500+1400/2600=1.69 2.13
3. Quick ratio
Vlottende activa (exclusief voorraden) + Liquide middelen / Kortlopende schulden.
1400+1000/2300=1,04
4. Debt ratio
het vreemd vermogen (kort en lang) / door het totale vermogen x 100%.
2500+2300/8000=0,6
5. Rentedekkingsfactor
bedrijfsresultaat / rentekosten
600/200=3
6. Rentabiliteit totaal vermogen
RTV = ((nettowinst + interestkosten) / gemiddeld totaal vermogen) × 100%
(400+200)/7500x100= 8
7. Rentabiliteit eigen vermogen
REV = (nettowinst / gemiddeld eigen vermogen) × 100%
400/3100x100=12,9
8. Rentabiliteit vreemd vermogen
RVV = (betaalde interest / gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen) x 100%
4,5%
, Voorzichtigheidsprincipe: je moet je verlies nemen op het moment dat je het verlies redelijkerwijs
kunt inschatten.
Realisatieconventie: Dit is een afspraak die voor een branche vaststelt op welk moment een
opbrengst als gerealiseerd wordt beschouwd
Confrontatiebeginsel (matchingprincipe): Dit houdt in dat bedragen die tot opbrengsten
hebben geleid in een periode beschouwd moeten worden als kosten in diezelfde periode. Op
deze wijze kunnen uitgaven worden toegerekend aan perioden.
Eindwaarde: je bepaalt het bedrag dat op de einddatum, inclusief de opbrengst van de
tussenliggende investeringen, op een rekening staat.
Contante waarde: Je bepaalt de waarde op dit moment van een bedrag of bedragen die je in de
toekomst krijgt= kapitaal / (eindwaarde / (1 + rente) aantal jaren).
Samengestelde rente: eindwaarde = kapitaal × (1 + rentevergoeding)aantal jaren
Disconteringsvoet: het percentage waarmee een bedrag of bedragen uit de toekomst contant
worden gemaakt.
Primaire processen: zijn de ontvangst van de goederen, productie, distributie, verkoop en service.
Secundaire processen: zijn de inkoopfunctie, personeelszaken, technologie en ontwikkeling en de
administratie.
Het primaire proces (=omzettingsproces) wordt
ook wel de cashflowcyclus of Cash Conversion
Cycle (CCC) genoemd. In de cashflowcyclus staan
de vlottende activa centraal. De cashflowcyclus
geeft inzicht in het ontstaan en de veranderingen
in de vlottende activa (voorraden en debiteuren)
en vlottende passiva (crediteuren). De
cashflowcyclus geeft het productieproces van één
product, een serie producten of de productie van
een dienst aan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Chemainew. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,48. Je zit daarna nergens aan vast.