Samenvatting artikel 1. The multi-dimensional analysis of
social exclusion
Het belangrijkste doel van dit project is het onderzoeken van het bereik/de omvang voor de
analyses van diepe uitsluiting of meerdere nadelen van een reeks bestaande datasets, en
om gaten in de basis van de kennis te identificeren en potentiële strategieën (te identificeren)
om die gaten te vullen.
Het doel is om de analyse van ‘diepe uitsluiting’ of meerdere nadelen in een reeks bestaande
datasets uit te zoeken. De eerste taak is om vast te stellen wat wordt bedoeld met sociale
uitsluiting in het algemeen en diepe uitsluiting in het bijzonder.
De SEU definieerde sociale uitsluiting in 1997 als:
Een afkortingsterm voor wat er kan gebeuren wanneer mensen of gebieden lijden aan een
combinatie van gekoppelde/aanverwante problemen zoals werkeloosheid, slechte
vaardigheden, lage inkomens, slechte huisvesting, hoge criminaliteitsomgeving, slechte
gezondheid en gescheiden gezinnen.
Het is een vage definitie, omdat er niet precies staat wat er kan gebeuren. De Engelse
overheid heeft in 1999 het volgende toegevoegd aan wat de SEU definieerde:
Sociale uitsluiting komt voor wanneer verschillende factoren combineren om individuen en
gebieden te vangen/verstrikken in een spiraal van nadelen. (Sociale uitsluiting ontstaat
wanneer er verschillende factoren meespelen, die een individu mee neemt in een
neerwaartse spiraal.)
Armoede wordt gezien als veelzijdig (multidimensionaal):
Gebrek aan inkomen, toegang tot goede kwaliteit gezondheid, onderwijs en huisvesting, en
de kwaliteit van de lokale omgeving hebben allemaal effect/invloed op het welzijn van
mensen. Onze visie/kijk op armoede bedekt al deze aspecten. & Armoede ontstaat wanneer
mensen kansen worden ontzegd/genegeerd om te werken, te leren, gezond en veilig te
leven, en om hun pensioenjaren te leven in veiligheid.
Terwijl het aantal mensen met een laag inkomen, gemeten op verschillende manieren, van
nature worden behandeld als een belangrijk aspect van armoede en sociale uitsluiting,
rekt/spreidt dit rapport verder uit dan dat. Het begrip van armoede waar de ontwikkeling van
dit rapport toe heeft geleid, is waar mensen veel van de kansen missen die beschikbaar zijn
voor de gemiddelde burger. Laag inkomen en beperkte uitgaven, voornamelijk op het
hoogstnoodzakelijkste, zullen hiervan een indicatie zijn, maar het rapport bevat ook
meerdere indicatoren van dingen die door onderzoekers als onevenredig geassocieerd zijn
met lage inkomens, bijvoorbeeld zekere vormen van slechte gezondheid en beperkte
toegang tot diensten. Deze brede concept van armoede valt samen met het opkomende
concept van sociale uitsluiting. Zijn grote praktische waarde is dat het de focus verbreedt om
factoren op te nemen waarvan men denkt dat ze ernstig zijn en een chronisch nadeel. In de
context van dit rapport, betekent dit dat indicatoren in verband met langdurig gebrek aan
betaald werk, of slechte onderwijskwalificaties, kan worden opgenomen naast beter te
begrijpen aspecten van armoede.
De Europese Commissie heeft in 1989 ingesteld dat er een nationaal actieplan moest komen
voor sociale inclusie. De doelen zijn als volgt:
Het vergemakkelijken/faciliteren van deelname aan het arbeidsproces en toegang
voor iedereen tot middelen, rechten, goederen en diensten
Het voorkomen van de risico’s van uitsluiting
De meest kwetsbaren helpen
Het mobiliseren van alle relevante instanties bij het overwinnen van uitsluiting
, Deze doelen zijn voornamelijk gericht op benadeelde wijken en bepaalde groepen mensen.
In juni 2006 is aangekondigd dat de SEU ging sluiten. Het werk werd overgedragen aan een
kleinere taakgroep de SETF (Social Exclusion Task Force). Zij richten zich voornamelijk op
benadeelde en beschadigde mensen/groepen. (kinderen in de zorg, mensen met mentale
gezondheidsproblemen en tieners met een hoger risico om zwanger te raken). Ze willen op
tijd interventies verrichten en zoeken ‘probleemfamilies’ op. In het actie plan hebben ze
gefocust op een van de meest uitgesloten groepen, zoals kinderen in de zorg of
volwassenen die een chaotisch leven leiden – groepen die er in het algemeen niet in
geslaagd zijn hun potentieel te vervullen en de verantwoordelijkheden accepteren die de
meesten van ons als vanzelfsprekend beschouwen.
Tabel 2.1: Definities van sociale uitsluiting of inclusie
1. ... een afkorting voor wat er kan gebeuren als mensen of gebieden lijden aan
een combinatie van daaraan gekoppelde problemen zoals werkloosheid,
slechte vaardigheden, lage inkomens, slechte huisvesting, hoge
criminaliteitssituaties, slechte gezondheid en uitval van gezinnen.
2. Sociale uitsluiting treedt op wanneer verschillende factoren samenvallen om
individuen en gebieden in een spiraal van achterstand te vangen
3. Sociale uitsluiting is een proces waarbij individuen of groepen die
geografisch in een samenleving wonen, niet deelnemen aan de normale
activiteiten van burgers in die samenleving.
4. Het idee van armoede dat de ontwikkeling van dit rapport heeft geleid, is waar
mensen veel kansen missen die de gemiddelde burger te bieden heeft ... Dit
brede concept van armoede valt samen met het opkomende concept van
sociale uitsluiting.
5. De processen waardoor individuen en hun gemeenschappen gepolariseerd,
sociaal gedifferentieerd en ongelijk worden.
6. Het dynamische proces om buitengesloten te worden van alle sociale,
economische, politieke en culturele systemen die de sociale integratie van een
persoon in de samenleving bepalen.
7. Een gebrek aan of ontkenning van de toegang tot sociale relaties, sociale
gewoonten en activiteiten waar de grote meerderheid van de Britse
samenleving zich mee bezighoudt. In het huidige gebruik wordt sociale
uitsluiting vaak beschouwd als een 'proces' in plaats van een 'staat' en dit helpt
om constructief nauwkeurig te zijn in het bepalen van de relatie met armoede.
8. Een persoon wordt sociaal uitgesloten als (a) hij of zij geografisch in een
samenleving verblijft maar (b) om redenen buiten zijn of haar macht, hij of zij
niet kan deelnemen aan de normale activiteiten van burgers in die
samenleving, en (c) hij of zij zou zo graag willen deelnemen.
9. Ontoereikende sociale participatie, gebrek aan sociale integratie en gebrek
aan macht.
10. Sociale uitsluiting is een breder begrip dan armoede, dat niet alleen weinig
materiële middelen omvat, maar het onvermogen om effectief deel te nemen
aan het economische, sociale, politieke en culturele leven en in sommige
karakteristieken vervreemding en afstand tot de reguliere samenleving.
11. (Sociale inclusie) De ontwikkeling van capaciteit en kansen om een volledige
rol te spelen, niet alleen in economische termen, maar ook in sociale,
psychologische en politieke termen.
12. Een opeenstapeling van samenvloeiende processen met opeenvolgende
breuken die voortvloeien uit het hart van de economie, politiek en samenleving,
die personen, groepen, gemeenschappen en territoria geleidelijk in afstand
plaatst en plaatst in een positie van inferioriteit in relatie tot centra van macht,
middelen en heersende waarden.