Investeren en Beleggen
Tilburg University
Tentamen
3 onderdelen:
1. 2 open vragen. Denk hierbij aan de WC, IC, etc. 40 punten.
2. 10 meerkeuze vragen. 30 punten.
3. 15 stellingen. Correct of niet correct. Je kan ook kiezen 30 punten.
om de vraag niet te beantwoorden.
College 1
Financiële producten vertegenwoordigen een bepaalde waarde, maar worden niet
zelf verbruikt/geconsumeerd. Deze producten gaan op en neer tussen bedrijven en
particulieren.
Waar staat financiering in de economische wetenschap?
Waarde/prijs wordt grotendeels bepaald door risico. Er wordt rekening gehouden met
de tijdswaarde van geld. Er is onderscheid tussen financiële producten vanwege het
verschil in risico. Geld vandaag is niet hetzelfde als geld morgen. De kosten en baten
vallen niet op hetzelfde moment. Je doet nu een investering en krijgt daar pas later
iets voor terug.
Contante waarde (“present value”)
Dit is de berekende waarde vandaag van cashflows later. Dit is subjectief vanwege
aannames in het terugrekenen naar vandaag. De rente in de toekomst is nooit
helemaal zeker.
Waarderingsbeginsel (“valuation principle”)
Wanneer je bij een investering ziet dat de opbrengsten hoger zijn dan de kosten, dan
is het economisch juist te investeren.
Echter zijn er ook nog andere belanghebbenden, dus moet er met meer dingen
rekening gehouden worden.
Rente
Wat is rente?
- Rente is een vergoeding voor uitstel van consumptie.
- Rente is een kost voor vervroeging van consumptie.
De tijdswaarde van geld is ongeveer het verschil tussen geld later en geld vandaag.
De stand van de rente wordt bepaalt door de inflatie en economische groei.
Stel je hebt vandaag €1000 in contanten. Ga naar de bank, zet het op een
spaarrekening tegen 10% rente. Over 1 jaar heb je dan: €1000 x 1,1 = €1100.
Discontovoet (“discount factor”)
Dit is het geld van de toekomst naar vandaag rekenen. Op deze manier krijg je de
waarde van vandaag.
= 1 / (1+r)
Voorbeeld bij 10% rente:
= 1 / (1,1) = 0.9091
Contante waarde (“present value”)
Dit is de waarde vandaag van cashflows later. Dit is te berekenen wanneer de
discotovoet gegeven is.
Netto contante waarde (NWC)
De contante waarde van de opbrengsten min de contante waarde van de kosten. Dit
is de som van de contante waarde van positieve en negatieve cashflows.
NCW beslisregel
Welke keuze maken bij investeringsmogelijkheden?
- Neem degene met de hoogste NCW.
- Doe niets wanneer de NCW negatief is.
Voorbeeld
Voor €1000 heb je de keuze tussen:
1. Spaarrekening tegen 2% rente.
NCW = 1020/1,02 = 1000
2. Investeren in een project dat zeker €100 opbrengt.
NCW = 1100/1,02 = 1078
Kies optie 2, deze heeft de hoogste NCW.
Arbitrage
Dit is het gelijktijdig kopen en verkopen van hetzelfde contract, met als doel daaraan
te verdienen.
Voorbeeld: koop een termijncontract op een ounce zilver in Chicago voor $15 en
verkoop voor $16 in Londen. Deze handelaar loopt geen risico en doet niets, maar
verdient wel $1.
Wet van een prijs
In een normale markt hebben identieke producten dezelfde prijs. Identieke financiële
producten hebben identieke cashflows. Arbitrage kan maar heel even, daarna
worden prijsverschillen weggearbitreerd en geldt de wet van een prijs.
Obligaties (“bonds”)
Dit is een lening die is gestandaardiseerd voor wat betreft:
- “Aan toonder”. Deze is algemeen en kan daardoor makkelijk verkocht worden.
- Documentatie.
- Wijze van betaling en administratie.
Obligaties worden uitgegeven door: banken, bedrijven en overheden.
Obligaties worden gekocht door: pensioenfondsen, verzekeraars, banken en
particulieren.
Wet van een prijs toegepast op obligaties.
, Voorbeeld
Ik leen geld van de bank om een obligatie te kopen.
Een obligatie is vandaag te koop voor $940. Deze obligatie lost over een jaar $1000
af. Voor de belofte over een jaar $1000 terug te betalen vraagt de bank 5% rente. De
bank leent mij vandaag 1000/1.05 = $952.38.
De obligatieprijs van $940 geeft een rendement van: (1000/940)-1 = 6,383%.
Lening van de bank kost aan rente 5%.
Het is logisch om de hoge rente/rendement te ontvangen, door een obligatie te
kopen, en lage rente te betalen.
Deelnemers aan de markt zullen dit proberen te doen totdat het rendementsverschil
weg is. De prijs van de obligatie stijgt dan naar $952,38.
College 2 Rekenen met de tijdswaarde van geld
Overzicht:
1. Plaats cash flows in de tijd
2. Bereken contante waarde van toekomstige cash flows wanneer de rente
bekend is
3. Vereenvoudig de berekeningen
4. Andersom rekenen: bereken interne opbrengstvoet
Cash flows
Eerste basisregel:
Het optrekken en aftrekken van geld en waarde kan alleen wanneer die op hetzelfde
moment betrekking hebben. Wanneer het op verschillende momenten is, dan moeten
tijden gelijk gemaakt worden door middel van de rente. Bij contante waarde wordt
naar vandaag gerekend.
Tweede basisregel:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper siwillems. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.