100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting UItwerking kernbegrippen en leerdoelen internationale betrekkingen €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting UItwerking kernbegrippen en leerdoelen internationale betrekkingen

 12 keer bekeken  0 keer verkocht

in dit document zijn alle kernbegrippen en leerdoelen volgens de tentamenwijzer uitgewerkt. De informatie is afkomstig uit de hoorcolleges en de voorgeschreven literatuur.

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • 16 januari 2024
  • 32
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (10)
avatar-seller
sarahvonk
Week 1



Leerdoelen week 1
 De student kan naar aanleiding van een historische vraagstelling verklaringen voor historische
gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen geven d.m.v. historische vaardigheden toe te
passen.
 De student maakt onderscheid tussen oorzaken en gevolgen op politiek-bestuurlijk, sociaal,
economisch en cultureel-mentaal terrein.
 De student kan menselijk gedrag verklaren in het verleden en houdt daarbij rekening met
opvattingen, waarden en motieven van mensen in het verleden en het heden door middel van
standplaatsgebondenheid en multiperspectiviteit toe te passen.
o Standplaatsgebondenheid: ieders denken en handelen wordt bepaalde door de positie die
hij/zij inneemt ten opzichte van anderen en door zijn/haar persoonlijke ervaringen.
o Multiperspectiviteit: kijken naar verschillende invalshoeken.

Belangrijke begrippen uit de tentamenwijzer
 Wereldgeschiedenis: kennis op hoofdlijnen met nadruk op oorzaak-gevolgrelaties en kennis over de
impact van grote historische gebeurtenissen op internationale relaties
o Agrarische revolutie: 11.000 v.Chr.
o Magna Charta: 1215
o Verlichting
o Amerikaanse revolutie: 1765
o Franse revolutie: 1789
o Boerenopstanden, staking ene verzet
o Industriële revolutie: 1760-1840
o Congres van Wenen: 1914
o Russische revolutie: 1917
o Revoluties in de 20e eeuw

 Verschil natie en staat
o Natie: een volk heeft gemeenschappelijke kenmerken, de vorming van een vermeende
gemeenschap binnen de staat of soms over de grenzen heen.
o Staat: het land krijgt een bestuur met rechtspersoonlijkheid en vaste grenzen. Het is een
gebied dat gekenmerkt wordt door een geordend gezag.
o Verschil: bij een natie ligt het accent op de bevolking en bij een staat ligt het accent op het
stuk grond of het territorium.

 Absolutisme: een regeringsvorm waarin een persoon (vorst of koning) de volledige macht in handen
heeft en geen verantwoording schuldig is tegenover zijn onderdanen of parlement.

 Nationalisme: een ideologie die gebaseerd is op het idee dat mensen trouw zijn aan de eigen staat
of natie of het eigen volk.

 Vrede van Westfalen: er werden twee vredesverdragen gesloten. Deze verdragen beëindigden de
dertigjarige oorlog in het Heilige Roomse Rijk in Duitsland (1618-1648) en de 80-jarige oorlog tussen
Spanje en Nederland.
Met de vrede van Westfalen werd een systeem van soevereine staten officieel verankerd.

, Agrarische revolutie: (11.000 v. Chr.) (de os kan langer ademen, mensen langer leven, ontstaan van
steden)
o Oorzaak: nieuwe landbouwwerktuigen  productie stijgt
o Consequenties: toename bevolking (er was meer eten).

 Amerikaanse revolutie (1765) (oorzaak en consequenties): Bewoners van de dertien provincies
rond New York keerden zicht tegen de hoge Britse belastingen  Amsterdamse bankiers hielpen de
jonge Amerikaanse republiek aan leningen om hun strijd voor onafhankelijkheid te financieren.
o Oorzaak: de onvrede over het Britse machtsmisbruik met betrekking tot belastingheffing.
o Consequenties: ontstaan Amerikaanse onafhankelijkheid van de Britse Kroon en de
oprichting van ’s werelds eerste constitutionele liberale democratie.

 Industriële revolutie (1760-1840): Revolutie begon in Groot-Brittannië met het gebruik van
stoommachines en mechanisering van bedrijfstakken (wolindustrie).
o Oorzaak: nieuwe uitvindingen.
o Consequenties: de landbouw stedelijke samenleving veranderde in een industriële
samenleving.

 Congres van Wenen (waarop was dit een reactie) (1815): doel: machtsevenwicht instellen om
oorlogen te verminderen (de koning komt weer terug, er is toch te veel onrust)  het creëren van
een duurzaam Europees machtsevenwicht.
Ontstaan van een statensysteem.

 Koude oorlog (beëindiging, consequenties voor internationale betrekkingen): een periode van
gewapende vrede tussen de communistische en de kapitalistische wereld in de tweede helft van de
20e eeuw. Het doel was op de tegenstander proberen te intimideren.
o Beëindiging: de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989.
o Consequenties voor internationale betrekkingen: het ontstaan van een internationale
machtsverdeling, waarin ook op militair strategisch terrein, het primaat bij de VS kwam te
liggen.

 Wereldsysteem na de koude oorlog: verdeling van Europa in twee invloedssferen; de VS en de
Sovjet-Unie. Ontstaan van een bipolaire wereld.

, Week 2
Leerdoelen week 2
 De student krijgt inzicht in het internationale systeem en IR (internationale relaties) als vakgebied,
mede op basis van globale historische kennis van wereldpolitiek.
 De student kan aspecten van realisme benoemen en toelichten.
o Macht en eigenbelang staat centraal.
o Pessimistisch wereld- en mensbeeld
o Militaire middelen spelen een rol
o De economie is ondergeschikt aan de politiek
 De student kan het realisme als theorie toepassen op een casus.
 De student kan kritiek op het realisme benoemen en toepassen.
o De nadruk ligt te veel op het hebben van macht.
o Wat is het eigenbelang van een staat eigenlijk?
o Past het realisme nog wel in een wereld van globalisering?
 De student kan de vier redenen van staten om wel/niet nucleaire wapens te willen hebben
benoemen en toelichten.
o Capaciteit: technologische en economische capaciteit om nucleaire wapens te ontwikkelen is
er wel, maar wordt niet gebruikt.
o Beveiliging: Nucleaire wapens worden gezien als het ‘the ultimate tool’ om te overleven.
o Internationale normen en voorspellingen: symbolische functie.
o Binnenlandse politieke context: Binnenlandse onrust is een gevaar voor de macht van het
leiderschap.
 De student kan deze redenen toepassen op een casus.
 De student heeft kennis (causale relaties, belangrijkste actoren) van de casus.
 De student heeft kennis over de casus van Noord-Korea zoals deze is voorgeschreven. Belangrijk is
vooral inzicht in de causale verbanden en de manier waarop landen, betrokken bij deze kwestie,
zich tot elkaar verhouden.
o Na de Tweede Wereldoorlog wordt Korea in twee delen opgesplitst: het door de Russen
bestuurde noorden en het door de Amerikanen bestuurde zuiden.
o In 1950 vallen de Noord-Koreanen Zuid-Korea binnen: het begin van de Koreaanse Oorlog.
Pas in de zomer van 1953 kom het tot een staakt-het-vuren. Deze wapenstilstand is nu nog
van kracht.
o Kim 2-Sung is de eerste leider van Noord-Korea. Net als de leiders na hem wordt hij door het
volk vereerd. Kim Jong-il en Kim Jong-un volgen de Grote Leider en Eeuwig President op.
o Noord-Korea is een gesloten land. Er is geen vrijheid van meningsuiting of persvrijheid en
gewone Koreanen beschikken niet over internet. Het beetje informatie dat naar buiten komt
is zorgvuldig door de staat geregistreerde propaganda.
o Vanwege de armoede en de honger is in de loop der tijd een flink aantal Noord-Koreanen
gevlucht. Maar de meeste Noord-Koreanen die de laatste jaren een vluchtpoging wagen
doen dat om te ontsnappen aan de terreur en onderdrukking.
o Noord-Korea doet regelmatig kernproeven. Het doel is om een langeafstandsraket te kunnen
produceren met een kernkop die de VS kan raken. Deze proeven zijn niet altijd even
succesvol, maar komen toch dreigend over.
o In 2018 ontmoeten Trump en Kim Jong-un elkaar voor het eerst in de geschiedenis. In 2019
zet Trump tijdens een spontane ontmoeting zelf kort voet op Noord-Koreaanse bodem, maar
een akkoord blijft uit.

, Belangrijkste begrippen uit de tentamenwijzer
 Internationale betrekkingen: hoe naties over landen of staten met elkaar omgaan en welke
afspraken en gebruiken zij daarbij maken en volgen.
o Internationaal: tussen naties.
o Betrekkingen: verhouding/band.

De studie van internationale betrekkingen is een deel van de politieke wetenschap dat zich ten doel
stelt de buitenlandse betrekkingen en betrekkingen tussen staten te onderzoeken. Hierbij wordt
ook gekeken naar de rol van staten, intergouvernementele organisaties, non-gouvernementele
organisaties en multinationale ondernemingen. Het is zowel een veld van academische studie als
van openbare politiek. Met het oog hierop wordt zowel de buitenlandse politiek geanalyseerd
alsook beleid geformuleerd.

 Soevereiniteit: betekent dat staten zelfbeschikkingsrecht hebben en de hoogste rechtsmacht zijn en
het hoogste gezag hebben.

 Soevereine staat: hoogste gezag en de hoogste rechtsmacht over de inwoners van een gebied 
berust bij de leiding van de onafhankelijke staat. Territorium met permanente bevolking en een
onafhankelijke (soevereine) macht

 Rol van de staat: verzorgen van:
o Veiligheid
o Vrijheid
o Orde
o Gerechtigheid/rechtspraak
o Welvaart

 Weak states: laag ‘empirial statehood’
o Zwakke instituties
o Economisch onderontwikkeld
o Weinig nationale eenheid

 Strong states:
o Economische macht.
o Militaire macht

 Failed states: de allerzwakste staten. Kenmerken:
o Verlies controle geweld monopolie.
o Afname autoriteit collectieve beslissingen.
o Geen/weinig publieke diensten.
o Onvolwaardig lid internationale gemeenschap.
o Wat voor impact heeft dit op veiligheid.

 Strong power/weak power: gaat over de militaire macht in een staat.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sarahvonk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen