Samenvatng antropologie
Hoofdstuk 1. De sociaal werker als antropoloog
1.1 Casus: een antropoloog op veldwerk
Doorlezen
1.2 culturele antropologie
culturele antropologie als wetenschap
ontstaan: tijens injustriële reoolute
ging gepaarj met gaanje koloniale expansiejrif oan westerse lanjen in Azie, Afrika,
Pacifsche eilanjen, Zuij- en Mijjen-Amerika
19e eeuw
GB werj een oan je machtgste lanjen ter werelj
Veel gronjstofen jie in je Engelse fabrieken oerwerkt werjen, kwamen uit gebiejen zoals
Azie, Afrika en Amerika
Britse fabrieken gemaakte projucten moesten ook met winst oerkocht worjen
Maar er was concurrente
Enkelanj: oerbreejje markt toen je concurrente hefiger werj
Daarjoor gingen ze gronjstofeoerancier en afzetgebiej gebruiken om zooeel mogeliik
gebiejen te oerooeren
= kolonialisme
eerst:
Kolonies aangewenj als hanjelspost
Na 1850:
Moejerlanjen zich steejs meer inlaten met het bestuur oan kolonies
Kregen ook politeke inoloej op het lanj
Tweeje perioje oan kolonialisate: imperialisme
Drie moteoen ooor het mojern imperialisme
1. De behoefe aan gronjstofen
2. De afzetmarkt
3. Opbouwen oan een groot koloniaal riik
Meje joor injustriele reoolute kreeg West-Europa in 18 e en 19e eeuw een grote ooorsprong op
anjere wereljjelen wat betref wetenschap, techniek en injustrie
(jenk aan pietenjiscussie oan nu piet zou te oeel joen liiken op het blanke koloniale
superioriteitsgeooel)
1.3 cultuur
culturele antropologie ziin jrie latinse woorjen:
- kolere = cultuur
- antropos = mens
- logos = wetenschap
een cultureel antropoloog bekiikt je mens als een cultureel wenzen
cultuur
,= het algemene patroon oan menseliike actoiteit en je symbolische structuren jie jeze actoiteit een
zekere betekenis geoen.
Ruime zin: alles wat joor je samenleoing worjt ooortgebracht, materieel/immaterieel
Engere zin: cultuur als ambacht, kunst, religie en wetenschap (literatuur, architectuur)
Cultuurdefinities
Verschillenje jefnites oan cultuur, maar er ziin een aantal kenmerken jie ooereenkomsten en
belangriik ziin
1. Cultuur is aangeleerj
2. Cultuur is aan oeranjering onjerheoig
3. Cultuur is situatoneel bepaalj
1. Cultuur is aangeleerd
Niet ooergeërfj oia genen
Manier waarop we onze genen, ooortplantng, werken, eten, gezin stchten, kinjeren
opooejen en menseliike emotes uiten oerschilt per cultuur
Cultuur worjt aangeleerj joor je sociale omgeoing
Bepalen je basis oan je leefregels, zejen, gewoonten, normen en waarjen
Cultuur is ook een uitng oan hoe wii betekenis geoen aan je werelj om ons heen
nojig om je werelj om ons heen te begriipen unioersele behoefe oan mensen
onoerklaarbare oerklaarbaar maken
Leefregels geoen ons houoast en moeten je groep biieenhoujen
Verklaringsmojellen met regels, rituelen en taboes jienen hiertoe
2. Cultuur is aan verandering onderhevig
Cultuur is oeranjerliik
Leoensomstanjighejen oan groepen zoals je Yanomamö (kiik casus 1.1) konjen in
je loop oan je tij oeranjeren, waarjoor je leefregels, normen en waarjen mee
oeranjeren, joorjat er wetenschappers, goujzoekers, bewoners oan anjere
stammen etc. Daar kwamen
Vooral globaliserenje werelj met ziin najruk op open grenzen en orii oerkeer oan
goejeren, jiensten en mensen, heef culturelen ooer je hele werelj oeranjerj
Creolisering oan culturen
= wejerziijse beïnoloejing oan culturen, een nieuwe samengesmolten
cultuur ontstaat
Vooral onjer migranten is jat het geoal zii hebben sterke banj met lanj oan
herkomst VB: gelj geoen aan hun familielejen uit lanj oan herkomst of
huweliiksmarkt
Transnationale identiteit
= migranten met oerschillenje lanjen betrokken en loyaal ziin
3. Cultuur is situationeel bepaald
Door economische eenworjing oan je wereljmarkt, globalisering, migratestromen
en nieuwe technologische ontwikkelingen (internet), komen ook je Yanomamö met
steejs meer subculturen in aanraking
In complexe injustriele samenleoingen oeel subculturen ie behoort tot
meerjere groepen
Al jeze subgroepen hebben een eigen cultuur opgebouwj en oerwachten jat ie ie
gejrag aanpast aan je oerschillenje subculturen
= cultuur is situatoneel bepaalj
, Cultureel gezien ben ie iemanj anjers in oerschillenje situates
Je moet in je westerse complexe netwerksamenleoingen gemakkeliik kunnen
schakelen tussen oerschillenje subgroepen
1.4 veldwerk en participerende observatie
veldwerk
= Napoleo Chagnon werkte jrie iaar als cultureel antropoloog bii je Yanomamö-injianen
om je oerooerje koloniale gebiejen te oerkennen werjen antropologen al het ‘oelj’ ingestuurj
omjat antropologen graag leoenswiizen wiljen oastleggen jie met je komst oan het
kolonialisme snel aan het oeranjeren waren en omjat zii wiljen joorjringen tot je
wezenliike/elementaire oormen oan je insttutes oan je primiteoe mens
was reoolutonair:
omjat culturen tot jan toe werjen bestujeerj als menseliike jierentuinen zonjer
geschiejenis
20e eeuw:
Poolse antropoloog Bronislaw Malinowski jeej eerste stap om een oer oreemj ool oan
binnenuit te bestujeren en jeej jat joor zich langjurig onjer te jompelen in hun leoen
= emic-perspectief
= gaat uit oan het bestujeerje binnen het systeem oan een cultuur en je structuur
jaarbinnen, maar niet het systeem als zojanig
kun ie ook spreken oan ‘insidersperspectieff
= gaat uit oan onjerzoek oanuit je persoonliike eroaring of cultuur
waaroan je onjerzoeker jeel uitmaakt
centraal: insijersperspectef bii oeljwerk
Hii maakte gebruik oan een methoje jie Chagnon ook gebruikte:
participerende observatie
Bestaat uit twee onjerjelen
- Participeren = meejoen
- Observatie = waarnemen
Door actef mee te joen aan het normale leoen probeert je oeljwerker het oertrouwen te winnen
oan je beoolking en te bereiken jat hii het sociale leoen zo authentek mogeliik kan waarnemen
antropoloog wilt spontane antwoorjen en geen sociaal gewenste antwoorjen
In jit oerbanj maken ze onjerscheij tussen frontstage en backstage ijentteiten oan mensen
Publieke identiteit (frontstage)
= ijentteit oan iemanj jie mensen graag laten zien, een ijentteit jie er mogeliikerwiis positeoer
uitziet jan het geoal is
backstage identiteit
= prioe ijentteit, jie mensen lieoer ooor zichzelf houjen en niet zo snel laten zien
Hoe langer ie in een groep zit, hoe meer kans ie hebt om joor te jringen tot je backstage
ijentteit
Je moet als antropoloog ook goej kunnen obseroeren
, Observatie
= bewust kiiken hoe iets gebeurt of hoe iemanj zich gejraagt
Je kan niet obseroeren zonjer te waarnemen
Waarnemen joe ie normaal gesproken onbewust, maar tijens een obseroate opzeteliik
Obseroeren heef altij een joel
En ie bepaalt ooor ie obseroate op welke puntne ie wilt gaan leten, wat betekent jat ie
systematsch waarneemt
Observeren
- Opzeteliik
- Doelgericht
- Systematsch
Waarnemen
Obseroate oerschillenje oormen
- Gestructureerj of ongestructureerj
- Partciperenj of niet-partciperenj
Antropoloog: gestructureerje obseroateschema’s
= hii gaat oan teooren oaststellen welke leoensterreinen hii gaat obseroeren
participerende observatie:
= gebruikt in explorerenj onjerzoek en om toegang te kriigen tot onbekenje populates.
Vreemje stammen in oerre gebiejen ziin niet het enige joelwit meer.
o Steejs meer onjerzoek gejaan naar anjere groepen: jrugsgebruikers,
prosttuees of ieugjbenjes
o Doel: onjerzoeken of mensen hetzelfje joen als jat ze zeggen
o Het jraait in sociale wetenschap om gejrag
o Waarom joen mensen wat ze joen? Hoe kun ie jat begriipen?
o Onjerzoekers maken hierbii gebruik oan responjenten
o Echter je oraag of personen goeje antwoorjen kunnen en willen geoen
o Sterk punt oan partciperenje obseroate is jat je onjerzoeker niet blinj oaart
op wat responjenten hem op 1 moment oertellen
o Deze methojiek biejt je mogeliikheij om ook wat jeze liejen joen en jenken
bii je analyse te betrekken
1.5 Thick description en het wezen van de ander
Belangriik ooorjeel:
Partciperenje obseroate leoert mooie beschriioingen op ooer een cultuur
Het leoert je lezer of kiiker inzicht in een oreemje werelj
= thick description
= het geoen oan een uitgebreij beelj oan omstanjighejen, situates, mechanismen en
anjere releoante onjerwerpen binnen het onjerzoek j.m.o. oeelomoatenje en
gejetailleerje beschriioingen
thick jescripton:
obseroates in oeljwerk in wisselwerking met je omgeoing worjen beschreoen in een jagboek
joor je omgeoing te beschriioen kunnen bepaalje betekenissen aan obseroates worjen oerbonjne
jie zonjer context misschien niet waren geoonjen onjerzoeker geef gejetailleerje
beschriioingen oan o.a. situates en omstanjighejen waarin iemanj leef