Samenvatting van alle benodigde hoofdstukken uit het boek 'The student’s guide to social neuroscience' van Jamie Ward voor het vak neurobiologische achtergronden van opvoeding en ontwikkeling aan de Universiteit Leiden. Hoofdstukken: H1, H2, H3, H4, H5, H6, H7, H8, H10, H11.
H1: Introduction to social
neuroscience
Hyperscanning: tegelijk opnemen van twee of meer breinen (met fMRI of EEG)
Emergence of social neuroscience
Social psychology: poging om te begrijpen en verklaren hoe gedachten,
gevoelens en gedragingen beinvloed worden door anderen
Cognitive psychology: onderzoek naar mentale processen zoals denken,
spreken en plannen
Speelt belangrijke rol in social neuroscience → probeert ingewikkelde
gedragingen te versimpelen
1990: nieuwe methoden voor onderzoek → fMRI, TMS
Social brain
Idee dat sociale brein netwerk van gebieden is die alleen betrokken zijn bij
sociaal gedrag (en niet bij andere dingen)
Modularity: bepaalde cognitieve processen zijn beperkt in de taken die ze
uitvoeren → gespecialiseerd in specifieke functies
Domain specifity is niet precies wat we dachten → maar het is er wel: brein
bestaat uit regio’s die gespecialiseerd zijn
Tegenovergestelde benadering: social brain is ook betrokken bij andere taken
zoals lopen, drinken etc.
De waarheid ligt waarschijnlijk genuanceerder: ergens in het midden van beide
beweringen
Discussie: heeft het brein modules? of netwerken met
verschillende functies?
Drie verschillende opties om social brain te verklaren, nog geen duidelijk antwoord
welke van de drie het is
H1: Introduction to social neuroscience 1
, Modulair
Rechts: hersengebied
Midden: proces
Links: taak waarmee je taak kan
meten
Processen zijn gescheiden
Interactie tussen verschillende
gebieden
Hersengebieden betrokken bij
meerdere processen →
samenwerken
Social cognition: meerdere
processen betrokken
Niet gespecialiseerde units die
interacteren
Bij hersengebieden een netwerk →
werken samen door het hele brein
heen
Meerdere processen betrokken
Processen zijn niet uniek voor een
bepaald gedrag
H1: Introduction to social neuroscience 2
, Is neuroscience het juiste niveau om sociaal gedrag
te verklaren?
Reductionism: een bepaalde verklaring wordt uiteindelijk vervangen door een
meer basale, simpelere verklaring
Meeste onderzoekers willen liever verbindingen tussen verklaringen maken
dan verklaringen vervangen
Reverse inference: basis van cognitieve processen afleiden uit neuroscience
Forward inference: als iemand bang is, dan is de amygdala geactiveerd
Reverse inference: als de amygdala is geactiveerd, dan is iemand bang
Blank slate: brein accepteert elke informatie en slaat deze op en verwerkt deze
zonder beperkingen of voorkennis
Brein implementeert nog steeds sociaal gedrag, maar de basis van sociale
interacties komt van de omgeving, cultuur en maatschappij
Gene-culture co-evolution
Cultural neuroscience: interdisciplinair veld dat culturele psychologie,
neuroscience en neurogenetics verbindt met elkaar
Gene-culture co-evolution: cultuur kan frequentie van genen in populatie
beinvloeden. Genen hebben inpact op culturele evolutie
Collectivist cultures vs. individualist cultures
Collectivist: doelen van groep zijn belangrijker dan individuele doelen
Genen gelinkt aan hoge sociale sensitiviteit hier meer aanwezig
Verklaring: genen en cultuur hebben te maken met co-evolution
Individualist: doelen van individu zijn belangrijker dan doelen voor de groep
H1: Introduction to social neuroscience 3
, H2: The methods of social
neuroscience
Social neuroscience: te recent onderzoeksveld om eigen
methodes te hebben → ze lenen methodes van psychologie en
neuroscience
Algemene informatie biologie
Structuur en functie neuron
Neuron: type cell dat zenuwstelsel vormt → zorgen ervoor dat informatie door
hele lichaam verplaatst wordt en terecht komt op de plek waar het moet zijn
Cellichaam: DNA, plek waar wordt bepaald of signaal doorgegeven wordt of
niet
1. Dendrieten → ontvangen de informatie van andere neuronen
2. Axonen → brengt informatie weg naar volgende neuron
Synapsen → ruimtes tussen neuronen waar neurotransmitters vrijgelaten
worden → signaal tussen neuronen is mogelijk
Pre-synaps neuron actief → actiepotentiaal geactiveerd → bepaald niveau
gehaald? reactie in gang gezet → neurotransmitters vrijgelaten
Structuur brein
Witte massa: bestaat vooral uit axonen en supportcellen (glia)
Grijze massa: bestaat vooral uit neuronen en cellichamen
Basala ganglia: regio’s in grijze massa → betrokken bij bewegingen,
vaardigheden leren
Limbic system: belangrijk voor organisme en zijn omgeving → bv. emoties
herkennen etc. → amygdala, hippocampus, cingulate cortex, mamillary bodies
Thalamus: homeostase, betrokken bij zintuigen
H2: The methods of social neuroscience 1
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jiskajoella. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.