Samenvatting I Wgn vn navolging Christendom I H1-H3
Hoofdstuk 1
Christendom wereldwijd meeste aanhangers
Jezus Christus (Grieks voor gezalfde) oorsprong woorden christenen en christendom
Verschil in kerkgebouwen:
- Katholiek: heiligenbeelden, centraal boven altaar is een crucifix (kruis met lichaam van Jezus)
- Protestants: sober, geen beelden of schilderijen van heiligen, kruis meestal enige versiering
Bij katholiek heet de samenkomst een mis of de viering. In de protestantse kerk kerkdienst of
eredienst. Deze samenkomsten hebben vaak een vaste orde, de liturgie. De liturgie in bijna alle
christelijke kerken bevat: zingen van liederen, lezen van de Bijbel, preek door dominee of priester,
uitspreken of zingen van gebeden, inzamelen van geld en verrichten van een of meer rituelen.
Met de Heilige Drie-eenheid of Drievuldigheid van God wordt de Vader, Zoon en Heilige Geest
bedoeld. De Vader is God. De Zoon is Jezus, de Zoon van God. De Heilige Geest is de Geest van God.
God is de schepper van de aarde, de Zoon verwijst naar de bijzondere band met God. De geest
inspireert mensen om het geloof en God te volgen.
, Hoofdstuk 2
In een kerkelijke dienst zijn veel rituelen. In de kerk heten deze sacramenten, heilige handelingen.
Het christendom is ontstaan uit het jodendom, dus leken hun wekelijkse vieringen op die vanuit de
synagoge. Het grootste verschil waren twee nieuwe vieringen: het delen van brood en wijn, en het
dopen van mensen.
Het ritueel van het delen van brood en wijn herinnert aan het laatste avondmaal dat Jezus had met
zijn leerlingen. De christenen koppelen het brood en wijn aan het lichaam en bloed van Jezus. Door
dit tijdens hun samenkomst te delen herdachten ze de dood en opstanding van Jezus. Dit noemden ze
de eucharistie, Grieks voor dankzegging.
In de rooms-katholieke kerken is dit het belangrijkste ritueel. Ze noemen dit ook wel ‘ter communie
gaan’. Bij deze communie lopen de gelovigen naar voren om het gewijde brood, hostie, te ontvangen.
In de protestantse kerk noemen ze dit het Avondmaal, veel gemeenten vieren dit vier of vijf keer per
jaar.
Een ander belangrijk ritueel is de doop. Het dopen gebeurt meestal enkele weken of maanden na de
geboorte. De dominee of priester doopt het kind door met de hand een beetje water uit het
doopvond te halen. Hij spreekt de volledige naam van het kind uit en zegt: “Ik doop je in de naam van
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.” In de katholieke kerk maakt de priester ook nog met olie een
kruisteken op het voorhoofd van het kind.
Bij Baptisten, in Pinkstergemeenten en andere evangelische groeperingen is het normaal om mensen
op latere leeftijd te dopen. De dopeling wordt dan, volledig ondergedompeld in een bassin of in een
rivier.
In de protestantse kerk zijn de doop en het avondmaal de enige twee sacramenten. De rooms-
katholieke kerk heeft er nog vijf meer: vormsel, biecht, huwelijk, priesterwijding en ziekenzalving.
Het paasfeest is het belangrijkste christelijke feest van het jaar. Hier wordt gevierd dat Jezus is
gekruisigd en weer is opgestaan. Pasen is afgeleid van het Joodse Pesach, hier wordt de bevrijding uit
de slavernij in Egypte gevierd, Pasen werd het feest van de ‘bevrijding’ van Jezus uit de dood.
Kerst wordt op 25 december gevierd. De nacht voor Kerst wonen veel mensen een kerstnachtdienst
bij. Eerst ‘bestond’ Kerst nog niet, totdat het christendom in het Romeinse rijk de belangrijkste
godsdienst werd. Toen werd Kerst met het feest van de Sol Invictus (de onoverwinnelijke zon)
gecombineerd, en werd de geboorte van Jezus op deze dag gevierd.
Het kerkelijk jaar
Het christendom heeft twee belangrijke feesten, Kerst en
Pasen, deze dagen zie je in het wit. In het paars zijn twee
periodes van voorbereiding op deze feesten. Voor Kerst zijn
vier zondagen, adventszondagen. De periode van
adventszondagen tot Kerst heet, Advent. De Advent wordt
gevolgd door de kersttijd deze duurt tot 6 januari, met het
feest van Driekoningen.
Ook Pasen heeft een tijd van voorbereiding, de vastentijd of
veertigdagentijd. In de rooms-katholieke kerk begint de
veertigdagen tijd op Aswoensdag. De woensdag voor de eerste
zondag van de veertigdagentijd, en de eerste woensdag na
carnaval. De laatste zondag van de veertigdagentijd heet