Toets Culturele Diversiteit.
Versie A.
Opleiding Toegepaste Psychologie.
Studiejaar 2017-2018.
Leerjaar 1.
Toetsdatum 15 juni 2018.
Tijd 09:00 tot 10:30.
Toetsvorm MC-toets.
Toetsing Deze meerkeuzetoets bestaat uit 40 vragen. Bij het goed beantwoorden
van 25 vragen is er een voldoende behaald.
Dus 25 vragen goed beantwoord = 5,5.
Tentamen Culturele Diversiteit
2017-2018
Aantal punten: 40
Studiepunten: 2
Boek: interculturele communicatie van ontkenning tot wederzijdse integratie
, 1. Cultuur kun je zien als de opbouw van een ui. Hoe verloopt de ui van Edgar Schein
van binnen naar buiten?
a. Basiswaarden, tastbare zaken, normen en waarden.
b. Basiswaarden, normen en waarden, tastbare zaken.
c. Artefacten, basiswaarden, normen en waarden, tastbare zaken.
d. Normen en waarden, artefacten, basiswaarden.
2. Wat is de definitie van cultuur volgens Hofstede?
a. Patronen van denken, voelen, handelen die we hebben aangeleerd.
b. De collectieve programmering die de leden van een groep onderscheidt van die
van andere groepen.
c. De manier waarop een groep mensen problemen oplost.
d. Het dragen van uiterlijke kenmerken die opvallen in de maatschappij.
3. Het geven van een hand is aangeleerd. Het aanleren hiervan is gebeurd door middel
van een beloning te geven aan het kind wanneer er een hand werd gegeven. Dit
aangeleerde gedrag is tot stand gekomen door…
a. Socialisatie
b. Normen en waarden
c. Waarneming
d. Opvoeding
4. Wat zijn de 3 niveaus van programmering?
a. Individu, cultuur, menselijke natuur
b. Individu, socialisatie, cultuur
c. Socialisatie, opvoeding, normen en waarden
d. Opvoeding, waarneming en cultuur
5. Je hebt dagenlang niks gegeten. Het is dan normaal dat je het gevonden eten met je
handen eet in plaats van met mes en vork. Het eten met je handen is een voorbeeld
van…
a. Socialisatie
b. Menselijke natuur
c. Individu
d. Cultuur
6. Hoe verloopt het communicatieproces van een boodschap?
a. Zender -> coderen -> kanaal -> decoderen -> ontvanger. En daarna gebeurt het
weer opnieuw.
b. Zender -> kanaal -> decoderen -> ontvanger.
c. Zender -> coderen -> kanaal -> decoderen -> ontvanger. Het proces gebeurt daarna
niet meer opnieuw omdat het geen dynamisch proces is.
d. Zender -> medium -> decoderen -> ontvanger.