100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
150 Examen Oefen vragen Antwoorden. Beveiliging van Gebouwen. €10,99   In winkelwagen

Overig

150 Examen Oefen vragen Antwoorden. Beveiliging van Gebouwen.

75 beoordelingen
 7997 keer bekeken  151 keer verkocht

Het zijn oefen vragen voor Beveiligen van Objecten, 150 maar liefs ! Antwoorden staan onderaan, en je leert er heel veel van !

Voorbeeld 3 van de 21  pagina's

  • 26 juni 2018
  • 21
  • 2017/2018
  • Overig
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

75  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: yasinerdogan • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sdoe0505 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: bsmensah • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: agseintje • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nkaiser • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: enricograve • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: fariaaz_92 • 2 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
vossie0591
Examenvragen Beveiliging van gebouwen

1. Een object kan worden bedreigd door interne en externe risico’s.
Welke drie soorten risico’s kunnen we daarbij onderscheiden?
A. Natuurlijke, elektronische en menselijke risico’s
B. Natuurlijke, mechanische en menselijke risico’s.
C. Natuurlijke, elektrische en menselijke risico’s
D. Natuurlijke, technische en menselijke risico’s

2. U bent als beveiliger werkzaam op een object waar een strenge controle op uitgaande personen is.
In welke situate mag hiervan worden afgeweken?
A. Bij een bommelding
B. Bij een ontruiming
C. Bij een arbeidsconfict
D. Bij een bezetng

3. Iedere onderneming kent zowel commerciële als niet-commerciële risico’s.
Welk voorbeeld is een niet-commercieel risico?
A. Een werknemer die passieve sabotage pleegt
B. Negateve publiciteit over het bedrijt
C. Het verkopen van een ondeugdelijk product

4. Een lid van het Koninklijk Huis brengt een eenmalig bezoek aan het bedrijf waar u werkzaam bent.
Wat dient in verband met dit bezoek extra aanwezig zijn?
A. Specifeke instructes
B. Een bedrijtsreglement
C. Tijdelijke instructes
D. Algemene instructes

5. Bij een bedrijf wordt een grote verbouwing uitgevoerd. Als gevolg hiervan moeten de surveillances
van de beveiligingsdienst tjdens deze verbouwingen op een andere wijze worden uitgevoerd.
Dit wordt kenbaar gemaakt in
A. De specifeke instructes.
B. De algemene instructes.
C. Het bijzonderhedenboek.
D. De tjdelijke instructes.

6. Welk object is een besloten object?
A. Een zwembad
B. Een ziekenhuis
C. Een museum
D. Een bedrijtskantoor

7. Om als beveiliger op een object goed te kunnen functoneren, is het noodzakelijk dat men van
tevoren goed nadenkt over de onregelmatgheden die op dit object kunnen gebeuren.
Dit is een vorm van
A. Preventet denken
B. Repressiet denken
C. Preventet handelen
D. Repressiet handelen



Examenvragen Beveiliging van gebouwen
26-06-18

,8. Ter voorkoming van diefstal van videoapparatuur besluit de directe van een school een extra
beveiligde ruimte te maken om apparatuur te plaatsen.
Dit is een vorm van
A. Compartmentering.
B. Bewaken.
C. Repressieve beveiliging.
D. Technische beveiliging.

9.De maatregelen die een bedrijf neemt om zich te beschermen tegen in- en externe gevaren staan in
A. Risicoanalyse
B. Veiligheidsplan
C. Beschermingsplan
D. Beveiligingsplan

10. Een pand wordt beschermd door mechanische en elektronische middelen. Daarnaast wordt ook
gebruik gemaakt van camera’s, beeldschermen en manbeveiliging.
Hoe noemen we dit?
A. Signaleren
B. Dienstverlenen
C. Bewaken
D. Beveiligen

11. Tijdens uw dienst begint het te onweren met veel regen en bliksem. Na dit onweer voert u een
ronde uit over het terrein om te zien of er schade is ontstaan.
Hier is sprake van
A. Controleren
B. Alarmeren
C. Signaleren
D. Observeren

12. Als gevolg van een schadevoorval heef een bedrijf catastrofale schade.
Deze gebeurtenis valt onder
A. Schadecategorie I
B. Schadecategorie II
C. Schadecategorie III

13. Hoe wordt een storingsmelding op een brandmeldcentrale aangegeven?
A. Zowel door een optsch als door een akoestsch signaal
B. Alleen door een optsch signaal
C. Alleen door een akoestsch signaal

14. In welke brandklasse vallen de stofen benzine en olie?
A. In brandklasse A
B. In brandklasse B
C. In brandklasse C
D. In brandklasse D

15. Tijdens een brand- en sluitronde ontdekt u een brand in een stapel hout. Waarmee blust u de
brand?
A. Met een slanghaspel
B. Met een schuimblusser
C. Met een koolzuursneeuwblusser

Examenvragen Beveiliging van gebouwen
26-06-18

, 16. Welke soort installate is een sprinklerinstallate?
A. Een automatsche meld- en blusinstallate
B. Een haltautomatsche brandmeldinstallate
C. Een droge automatsche blusinstallate

17. Hoe werkt de blusstof koolzuurgas?
A. Afoelend
B. Verstkkend
C. Vlamafrekend

18. Een gevulde gasfes staat in de volle zon. Door de hite zet het gas uit. De wand van de gasfes
bezwijkt. Dit is een voorbeeld van een
A. Stotexplosie
B. Natuurkundige explosie
C. Chemische explosie
D. Gasexplosie

19. Wat zijn de drie verbrandingsfactoren?
A. Zuurstot, brandbare stot en een vloeistot
B. Zuurstot, brandbare stot en ontbrandingstemperatuur
C. Zuurstot, ontbrandingstemperatuur en kooldioxide (CO2)

20. In welke situate is er een verhoogde kans op het ontstaan van brand?
A. Bij het overpompen van dieselolie
B. Bij het roken in het bedrijtsrestaurant, waar een rookverbod is ingesteld
C. Bij het uitvoeren van laswerkzaamheden van een olieleiding

21. In een ruimte is gas ontsnapt uit een lekkende gaskraan. Uit metngen blijkt dat er sprake is van
een “te rijk “ mengsel.
Waar bevindt zich nu de gas/zuurstofverhouding?
A. Boven de bovenste explosiegrens
B. In het zeltontbrandingsgebied
C. Onder de onderste explosiegrens
D. In het explosiegebied

22. Welk klein blusmiddel zal men in de reparatewerkplaats van een computerleverancier toepassen?
A. Een poederblusser
B. Een koolzuursneeuwblusser
C. Een vaste slanghaspel

23. Tijdens een ronde controleert u de vluchtwegen.
Waarop controleert u?
A. Op de breedte van de vluchtdeur, de aanwezigheid van een nooduitgang en pictogrammen
B. Op verlichte pictogrammen, het vrij zijn van obstakels en de breedte van de vluchtdeur
C. Op het vrij zijn van obstakels, de aanwezigheid van een nooduitgang, verlichte pictogrammen
en de breedte van de vluchtdeur.
D. Op het vrij zijn van obstakels binnen en buiten, de nooduitgangen op sluitwering en verlichte
pictogrammen




Examenvragen Beveiliging van gebouwen
26-06-18

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vossie0591. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,99  151x  verkocht
  • (75)
  Kopen