Samenvatting Handelsrecht boek Van haven en handel
HC 1: literatuur: h1, h2, h3
H1
Art. 1 WvK: het BW is van toepassing, voor zover daarvan bij dit wetboek niet bijzonderlijk is
afgeweken, ook op de in dit wetboek behandelde onderwerpen toepasselijk. Economische
bedrijvigheid heeft baat bij een vlot handelsverkeer. Zonder vloeiend rechtsverkeer is er ook geen
handel. Koop en verkoop van handelswaar vormen de basis, betaling, verzekering vormen onmisbare
onderdelen van de internationale handelstransactie.
1.5 Eigen gezicht van het handelsverkeer: kenmerken
Kenmerken van het handelsrecht:
a)het beginsel van rechtszekerheid:
het wantrouwen dat bij een handelstransactie hoort, moet gecompenseerd worden door voldoende
rechtszekerheid. De risico’s van handelstransacties worden berekend, toegedeeld en omgezet aan de
hand van het toepasselijk recht. Handelsrecht moet helder en inzichtelijk zijn om de contractuele
voorwaarden erop aan te laten sluiten. Bronnen van handelsrecht zijn vaak internationale verdragen
die op de commerciële contracten van toepassing zijn. Regelingen zoals Incoterms binden niet uit
zichzelf, maar door verwijzing kunnen zij deel gaan uitmaken van de ovk. Internationaal aanvaarde
regelingen bieden meer perspectief op rechtszekerheid dan nationaal recht dat naar zijn aard niet is
toegesneden op internationale rechtsverhoudingen.
b)het beginsel van vertrouwensbescherming:
het gaat hier om vertrouwensbescherming van derden. Rechtszekerheid en vertrouwensbescherming
gaan hand in hand (6:146 BW, 116 en 199 WvK).
c)vlot handelsverkeer:
Goederenstroom moet snel en zonder juridische obstakels kunnen plaatsvinden. Het recht moet het
handelsverkeer steunen en niet hinderen. Hiervoor zijn instrumenten ontwikkeld: bijv. order- en
toonderpapieren die het overdragen van vorderingen aan derden makkelijker maken. ->derden
mogen afgaan op de schijn van recht die het papier opwekt; iets wat niet uit het papier blijkt kan niet
aan hen worden tegengeworpen.
d)drie-en meerpartijenverhoudingen
verhandelbaarheid van goederen neemt toe naarmate de derde en opvolgende verkrijgers van
handelsdocumenten beter beschermd worden.
e)internationale dimensie:
privaatrecht wordt steeds meer beïnvloed door Europese regelgeving.
H2: handelskoop
Door koopovereenkomst ontstaan vaak nog velen anderen contracten. Als bijv. een lading voedsel
wordt vervoerd, zal de lading worden verzekerd tegen het risico van transportschade en zullen
banken helpen met de financiering en betaling van de koopprijs.
2.2 Koop- consumentkoop- internationale koop
De koop is een tweezijdige overeenkomst. Koop: de ovk waarbij de een (verkoper) zich verbindt een
zaak te geven en de ander (de koper) om daarvoor een prijs in geld te betalen (7:1 BW).
-zaak: een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object (3:2); zowel roerend als onroerend.
Koop kan ook vermogensrechtelijk zijn (7:47).
-geven: de verplichting van de verkoper om de verkochte zaak in eigendom over te dragen (7:9).
1
,-een prijs in geld: ontbreken van overeengekomen koopprijs, tast de geldigheid koopovk niet aan
(7:4).
Consumentenrecht is dwingend recht. Bij kooprecht geldt juist de contractsvrijheid
(=partijautonomie). Als er een koopovk wordt gesloten voor roerende zaken tussen partijen die in
verschillende staten zijn gevestigd, kan het Weens Koopverdrag van toepassing zijn. Hiervoor is ook
vereist dat beide partijen gevestigd zijn in een verdragsstaat of als dit niet het geval is, het recht van
een verdragsstaat toepasselijk is op de koopovk (art. 1 lid 1 sub a en b CISG). Bijv. internationale koop
tussen een in NL gevestigde verkoper en een in Engeland gevestigde koper, als de koopovk wordt
beheerst door Nederlands recht. Als partijen geen rechtskeuze hebben gemaakt, wordt de
internationale koopovk beheerst door het recht van de plaats van vestiging van de verkoper (4 lid 1 a
Rome I). let op: toepasselijkheid van Weens Koopverdrag op een koopovk is niet van dwingend
rechter. Partijen kunnen de toepassing van het verdrag uitsluiten of daar van afwijken (6 CISG).
2.3 handelskoop
Handelskoop: koopovk tussen kooplieden over grote hoeveelheden (scheepsladingen van) olie,
koffie etc. Bij handelskoop proberen partijen de te leveren goederen in detail te beschrijven en
duidelijke afspraken te maken over wanneer de eigendom overgaat, de tijd en plaats van levering
van goederen, overgang van het risico in de goederen en de verdeling van bijkomende kosten.
handelskoop is juridisch gezien een gewone koopovk.
2.3.1 het standaardcontract
Standaardcontracten komen tot stand op basis van onderhandelingen tussen vertegenwoordigers
van verkopers en kopers. Ze bieden een compleet en evenwichtige regeling en zijn toegesneden op
de problemen die zich bij de verkoop van een bepaald product kunnen voordoen. Partijen hoeven
alleen nog maar concrete details in te voeren (partijgegevens, hoeveelheid, prijs etc.).
Voordeel standaardcontract: veel tijd besparen + redelijk zeker van zijn dat het contract hun
belangen voldoende beschermt.
Minder vergaande vorm van standaardisatie: als partijen in hun koopovk verwijzen naar een
uniforme regeling die daardoor in de ovk wordt geïncorporeerd.
2.3.2 Marktprijzen
Bijzonderheid van handelskoop: voor veel producten wordt er op goederenbeurzen centraal
bijgehouden en bekendgemaakt welke prijzen er bij de meeste recente koopovk’s tussen handelaren
zijn berekend. Marktprijzen vormen voor handelaren belangrijke informatie om een beeld te vormen
van hoe op de beurs vraag en aanbod zich ontwikkelen en om te bepalen wat goede inkoop-en
verkoopprijzen zijn. als marktprijzen voor graan in Rotterdam hoger zijn dan in New Orleans, zullen
handelaren graan inkopen in New Orleans.
2.3.3 Keten van koopovk’s
Bij handelskoop gebeurt het vaak dat een bepaalde hoeveelheid goederen meerdere keren wordt
verhandeld voorafgaand aan of tijdens het vervoer. Er ontstaat zo een keten van koopovk’s. Door
aaneenschakeling van koopovk’s zorgen problemen vaak voor een domino-effect op de daarna
komende andere koopovereenkomsten.
2.3.4 Transport, verzekering en betaling
Bij handelskoop is transport nodig omdat de goederen zich vaak op een andere plaats bevinden dan
waar de goederen nodig zijn om verbruikt te worden om verwerkt te worden tot eindproduct of om
doorverkocht te worden. In een standaardcontract wordt bepaald wie van de partijen
verantwoordelijk is voor het regelen van transport en wie de daaraan verbonden kosten moet
betalen. Als er een FOB (vrachtvrij aan boord) geldt, zit in de koopprijs alle bijkomende kosten tot
2
,aan het moment dat de goederen aan boord van het schip geladen zijn. Bij koopovk op FOB-basis
moet de koper in beginsel het schip regelen en komen de kosten van zeevervoer voor zijn rekening.
Bij een CIF-contract (kosten, verzekering, vracht) zijn de kosten tot aan het moment dat het schip
aankomt in de loshaven inbegrepen in de koopprijs. -> kosten van het lossen van de lading zitten er
niet bij. Bij CIF-contract moet de verkoper het vervoer en verzekering van de goederen regelen.
De verzekering moet worden gesloten bij een verzekeringsmaatschappij.
Handelstransacties en verzekering gaan vaak samen. Standaardcontracten regelen daarom of de
verkoper of koper voor de verzekering moet zorgen. Beide partijen hebben bij een koopovk belang
bij dat de goederen verzekerd zijn tegen het risico van transportschade. Bijv. als goederen tijdens
zeereis voor risico van koper zijn, kan het zijn dat de koper na inspectie op de plaats van bestemming
de goederen op juiste gronden weigert. De goederen zijn dan met terugwerkende kracht voor risico
van de verkoper gebleven. Transportschade wil hij dan vergoed hebben door de verzekeraar.
Handelsbeding C&F is ook mogelijk: koper heeft geen behoefte aan verzekering, omdat hij al
verzekering heeft die dekking geeft voor al zijn aankopen.
Bij handelskoop regelen partijen vaak ook het moment en wijze van betaling van de koopprijs in hun
koopovk. -> gelijk oversteken, vooraf betalen, achteraf. Leverancierskrediet: 30 dagen na
factuurdatum. Bij handelskoop kiezen partijen vaak voor documentaire betalingswijze: koper is
verplicht opdracht te geven aan de bank om in eigen naam aan de verkoper een betalingsgarantie af
te geven in de vorm van accreditief. Zo ontstaat er naast de verbintenis van de koper om de koopprijs
te voldoen, een eigen betalingsplicht van de bank tegenover de verkoper zodra deze bepaalde
documenten aan de bank worden gepresenteerd om betaling te krijgen. Betaling door de bank onder
het accreditief bevrijdt ook de koper van zijn verbintenis de koopprijs te betalen.
Omdat koper er niet bij is als schip of container wordt beladen, moeten documenten bevestigen dat
de producten in orde zijn. Bij koopovk horen dus vaak certificaten die bevestigen dat de hoeveelheid
en kwaliteit van de goederen in overeenstemming met de koopovk zijn.
Een cognossement is een ontvangstbewijs: vervoeder legt verklaring af over de goederen die hij
heeft ontvangen. In het cognossement staan vervoersvoorwaarden opgenomen. Het is een
waardepapier, dus door levering van het cognossement wordt het bezit en het eigendom van de
goederen overgedragen.
via cognossement behoudt de verkoper tijdens de zeereis greep op de lading en kan hij de
eigendom daarin voor zich behouden totdat de koopprijs betaald is. De koper kan met het
cognossement de goederen makkelijk doorverkopen aan zijn afnemers.
Probleem: als bank het cognossement onder zich houdt totdat de koper de lening heeft terugbetaald,
kan het zijn dat het schip met de lading goederen al in de loshaven is aangekomen, terwijl de koper
het cognossement nog niet heeft ontvangen. ->gevaar nog groter als het meerdere malen is
doorverkocht die elk een eigen bank hebben ingeschakeld voor de financiering van de handelskoop.
2.3.5 Overmacht-clausules
Overmacht mag bij handelskoop niet te snel worden aangenomen, omdat partijen vaak het risico van
omstandigheden die nakoming van de koopovk verhinderen onderling hebben verdeeld. Brand = bijv.
risico van de verkoper.
2.4 Eigendomsoverdracht
Verplichting van verkoper onder een koopovk is om de verkochte zaak in eigendom over te dragen en
te leveren aan de koper (7:9 lid 1 BW). Eigendom: het meest omvattende recht dat een persoon op
een zaak kan hebben (5:1 lid 1). De zaak moet conform zijn aan de koopovk (7:17 lid 1 BW). Voor
overdracht is wilsovereenstemming vereist. Eigendomsoverdracht kan samenvallen met de feitelijke
aflevering van het goed, maar dit hoeft niet; als koper bij levering nog geen koopprijs heeft voldaan,
3
, heeft de verkoper er belang bij dat het eigendom nog niet overgaat. Dit kan door een
eigendomsvoorbehoud op te nemen in de koopovk (3:92).
De partijbedoeling om het eigendom pas te laten overgaan bij betaling kan ook blijken uit
omstandigheid dat de koopovk een documentaire betaling en cognossement bevat. Verkoper houdt
via cognossement greep op de goederen; eigendom gaat over door overdracht van het
cognossement (8:417 BW).
2.5 Aflevering
Verkoper is verplicht tot aflevering; hij moet de koper het bezit over de verkochte goederen
verschaffen (7:9 lid 2 BW). Als er sprake is van eigendomsvoorbehoud houdt aflevering ‘het stellen
van de zaak in de macht van de koper’ in (7:9 lid 3 BW). Partijen kunnen zelf de wijze, het moment en
de plaats van aflevering bepalen. Aflevering is een tweezijdige rechtshandeling waaraan beide
partijen bij de koopovk hun medewerking moeten verlenen. ->goederen dumpen bij achterdeur is
niet voldoende. Bij aflevering gaat het risico in goederen over van de verkoper op de koper (7:10 lid 1
BW). Als goederen op moment van aflevering conform waren, dan komt schade voor risico en
rekening van de koper (7:17 BW).
Kenmerkend voor handelskoop: aflevering vindt vaak plaats door overgave van de goederen aan een
vervoerder. Bijv. goederen ter beschikking stellen aan een vervoerder of goederen aan boord van
een schip laden. Vaak kan de aflevering van zaken door de verkoper aan de vervoerder niet
gelijkgesteld worden aan de eis van bezitverschaffing aan de koper (7:9 lid 2). Reden: de vervoerder
houdt de ontvangen zaken niet voor de koper. De vervoerder handelt namelijk in opdracht van de
afzender.
-als verkoper ook afzender is, heeft hij de instructiebevoegdheid jegens de vervoerder en oefent hij
tijdens het vervoer nog steeds de macht en het bezit over de vervoerde zaken
-als de koper zelf als afzender met de vervoerder heeft gecontacteerd, heeft de koper wel de
instructiebevoegdheid tegenover de vervoerder en greep op de goederen tijdens het vervoer.
-bij cognossement oefent de houder van het cognossement het bezit uit. Bezitsverschaffing gebeurt
dan door overdracht van het cognossement (8:417 BW).
Bij handelskoop is het moment van aflevering aan de vervoerder bepalend voor de vraag of de
goederen beantwoorden aan de ovk en voor de overgang van het risico in de goederen en niet het
moment van bezitsverschaffing zoals in 7:9, 7:10 en 7:17.
Aflevering van goederen aan vervoerder kan samenvallen met de bezitsverschaffing van verkoper
aan koper, maar dit hoeft niet het geval te zijn.
2.6 Risico
Vaak kunnen de verkoper en de koper er niet zo veel aan doen dat er schade aan de lading optreedt.
Het is dan de vraag voor wiens rekening de schade moet komen. Dus: op wie rustte het risico ten
aanzien van de goederen ten tijde van de schade? Dit staat los van wie op dat moment eigenaar was.
Voor wiens risico iets komt, is in beginsel een beslissing die wordt genomen door de partijen van de
koopovk. -> sprake van contractsvrijheid. Het goederenrisico wordt verdeeld. Als partijen niks
regelen, dan geldt het aanvullend recht.
Als de goederen ten tijde van de schade nog voor risico van de verkoper waren zal hij wanprestatie
plegen, nu hij tekortschiet in zijn afleveringsverplichting onder de koopovk (6:74). Hij moet dan
schadevergoeding betalen; niet omdat hij schuld heeft, maar omdat het voor zijn risico komt.
Als de goederen al voor risico van de koper waren toen het verlies of beschadiging zich voordeed,
dan moet de koper de volledige koopprijs voldoen, ook als hij de betreffende goederen nooit gaat
krijgen (7:10 lid 1). Omdat van te voren vaak niet valt te voorspellen of er schade aan de goederen
optreedt, worden goederen vaak verzekerd.
4