College 1: Inleiding, EVRM, ouders en Kinderen I (afstamming en adoptie)
- H. 1, H. 2, nr. 6, 6a en 6b, H. 11.
- Punselie, FJR 2020/11
Afstamming (1:197 e.v.)
- Biologische afstamming
- Juridische afstamming: 1:197 ‘Een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten staat in
familierechtelijke betrekking tot elkaar.’
- Het belang van afstamming: roots, identiteit, medisch.
Juridische gevolgen: gezag, naam, levensonderhoud, erfrecht, nationaliteit, sociale
zekerheid etc.
Kind = eicel + zaadcel + baarmoeder.
Vormen van ouderschap:
1) biologisch/genetisch: eicel, baarmoeder, baarmoeder
2) sociaal: feitelijke opvoeder
3) juridisch: formele aanknopingspunten (geboortemoeder, huwelijk,
echtgenoot van geboortemoeder)
Uitgangspunt van juridisch ouderschap:
- Biologische werkelijkheid: een kind heeft ten hoogste 2 ouders.
- Twee vaders zijn nooit van rechtswege juridisch ouder, zij kunnen adopteren.
Recht op afstammingsinformatie
● 8 EVRM; 7 IVRK
● Recht op identiteit gaat voor op het recht op lichamelijke integriteit i.v.m. DNA-test
(HR NJ 2022/169).
● Statusvoorlichting: HR NJ 2016/210
Uit het recht op private life ex 8 EVRM (recht op persoonlijke integriteit) vloeit voort
dat een kind het recht heeft om te weten van wie het afstamt. Ingevolge 1:247 lid 2
over het ouderlijk gezag behoort tot de zorg en verantwoordelijkheid voor het
geestelijk welzijn en persoonlijke ontwikkeling; het geven van informatie over
afstamming = statusvoorlichting.
○ Het is aan gezaghebbende ouder om deze informatie te geven.
○ Ouder mag moment bepalen.
○ Belang van kind dient voorop te staan omdat het recht op ouderlijk gezag
tevens de plicht behelst te handelen in belang van het kind.
● 2004: Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting; anoniem doneren is niet meer
mogelijk.
● Minimaal 1, maximaal 2 ouders.
Marckx vs België: een natuurlijk kind heeft net zoveel recht als een wettig kind om in een
familierechtelijke betrekking te staan met de moeder en overige gezinsleden op grond van 8
EVRM.
Duomoeder indien: gehuwd/GP met biologische moeder of erkenning (prenatale erkenning)
of gerechtelijke vaststelling.
→ kan wel genetisch moeder van kind zijn, als bevruchting met haar eicel heeft
plaatsgevonden in baarmoeder draagmoeder.
→ duomoederschap kan dan niet worden ontkend.
V1: geboren tijdens huwelijk of GP
V2: anonieme donor
V3: verklaring omtrent kunstmatige bevruchting
,Ook al vindt kunstmatige bevruchting voor huwelijk/GP plaats, als kind wordt geboren tijdens
= juridisch ouderschap.
Duovader: verwekker of donor (bekend of anoniem)
Ontstaan juridisch ouderschap
1) Geboorte uit moeder;
- mater semper certra est (= geboortemoeder is juridisch moeder);
- fundamenteel beginsel van afstammingsrecht;
- van rechtswege → geldt altijd: ongeacht de intentie van de moeder;
- ongeacht de genetische band (intentie, bevruchtingswijze, leeftijd,
geboortemoeder).
2) Huwelijk ouderschap/geregistreerd partnerschap;
- vaderschap
geboorte kind staande huwelijk/gp met geboortemoeder:
- van rechtswege juridisch vaderschap;
- ongeacht de genetische band & intentie;
- goed te verklaren, want: biologisch & sociaal vaderschap wordt verondersteld.
- moederschap (1:198 lid 1 sub b):
- huwelijk/GP met geboortemoeder;
- sociaal moederschap wordt verondersteld;
- maar: v/v altijd aangewezen op spermadonor.
- van rechtswege meemoederschap, mits:
- bevruchting in Nederlandse kliniek;
- sperma van donor aangemeld bij Stichting Donorgegevens;
- onbekendheidsverklaring Stichting, identiteit donor onbekend bij
geboortemoeder;
- overleggen bij geboorteaangifte.
- dus door een bekende donor, zelfinseminatie of buitenlandse kliniek =
geen meemoederschap van rechtswege.
- gevolg: van rechtswege 2 juridische moeders;
- erkenning in buitenland? Rb Den Haag ECLI:2016:5263:
3) Erkenning (1:203 - 204);
- relevantie: ongehuwd samenwonenden; meemoederschap (geen ouderschap
van rechtswege) en bij draagmoederschap.
- eenzijdige rechtshandeling: erkenner aanvaardt vrijwillig juridisch ouderschap.
- vermoeden van biologisch ouderschap: geen toetsing biologische
afstamming en geen waarheidshandeling.
- vorm & tijdstip (1:203 lid 1)
- ambtenaar burgerlijke stand of notaris
- voor geboorte/ongeboren vrucht (1:2), bij geboorteaangifte of ook later
bij (18+ kind)
- werking: ex nunc
- geen terugwerkende kracht
- wie? doorgaans biologische vader + levensgezel geboortemoeder
, - nietige erkenning (1:204 lid 1)
- huwelijksbeletsel erkenner - geboortemoeder (1:41 of 1:80a);
- erkenner > 16 jaar;
- kind heeft al 2 ouders;
- schriftelijke toestemming geboortemoeder of kind ontbreekt.
kind < 12: moeder
kind 12-16: moeder + kind
kind > 16: kind
- tegengaan schijnerkenning; gebeurde vaak om Nederlanderschap te
verkrijgen. OM vraagt vernietiging aan als blijkt dat het niet de biologische
vader van het kind is.
- wat als moeder/kind toestemming weigert?
- vervangende toestemming 1:204 lid 3/4
- HR NJ 2005/565: ‘in een procedure tot verkrijging van vervangende
toestemming komt het aan op afweging van de belangen van de
verwekker bij erkenning tegen de belangen van de moeder bij een
ongestoorde verhouding met het kind en de belangen van het
kind bij niet-erkenning, waarbij als uitgangspunt geldt dat zowel het
kind als de verwekker aanspraak erop heeft dat hun relatie rechtens
wordt erkend als een familierechtelijke betrekking en dat de
wetgever zoveel mogelijk heeft willen aansluiten bij biologische
werkelijkheid.’
Voorwaarden voor vervangende toestemming voor aspirant-erkenner die verwekker of
bekende donor is (1:204 lid 3):
1. Erkenner is de verwekker van het kind of de biologische vader die geen verwekker is,
maar dus een donor en in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat
2. De erkenning mag de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met
het kind NIET schaden EN de erkenning mag de ontwikkeling van het kind NIET
verstoren.
- LET OP: “vervangende toestemming wordt gegeven, TENZIJ” = hoge drempel
HR arrest Vervangende toestemming I: Tot 1 april 1998 bestond op grond van de
jurisprudentie de mogelijkheid tot vervangende toestemming tot erkenning uitsluitend voor
de man die met het kind ‘family life’ had. Met de inwerkingtreding van artikel 1:204 lid 3
BW is deze mogelijkheid in de wet vastgelegd. Hierbij heeft de wetgever bewust ervan
afgezien dit te beperken tot vaders die ‘family life’ hebben met hun kind. Er moet een
belangenafweging plaatsvinden, waarbij het uitgangspunt is dat zowel het kind als de
verwekker aanspraak er op heeft dat de relatie wordt erkend als een familierechtelijke
rechtsbetrekking. De aanspraak van de man moet worden afgewogen tegen de belangen
van de moeder en het kind bij niet-erkenning. Nu de wetgever met dit artikel als doel heeft
gehad aan te sluiten bij de biologische werkelijkheid, kan niet worden aanvaard dat het feit
dat de band tussen het kind en de echtgenoot van de moeder verandert door de erkenning,
schade aan zijn belangen als bedoeld in dit wetsartikel oplevert.
HR arrest vervangende toestemming II: Een verwekker kan de gegeven toestemming tot
erkenning aan een ander niet vernietigen, behalve als blijkt dat de moeder die toestemming
alleen gegeven heeft om de verwekker te schaden. Sinds 1 april 1998 is het familierecht
gewijzigd. Bij het verzoek om vervangende toestemming op grond van artikel 1:204, derde
lid, van het BW, hoeft sinds die datum geen beroep meer te worden gedaan op misbruik
van bevoegdheid. Het gaat om de afweging van de belangen van de betrokkenen; zowel
het kind als de verwekker heeft er daarbij aanspraak op dat de relatie als een
familierechtelijke rechtsbetrekking wordt beschouwd.
, Voorwaarden voor vervangende toestemming voor aspirant-erkenner die de
levensgezel die toestemming heeft gegeven tot een daad die verwekking van het kind
tot gevolg kan hebben is (1:204 lid 4):
1. Erkenner heeft toestemming gegeven tot kunstmatige donorbevruchting
2. Erkenning is in het belang van het kind
- LET OP: “vervangende toestemming wordt gegeven, INDIEN” → lage
drempel
NB: de verschillende formuleringen van de twee bepalingen laten zien dat de verwekker en
bekende donor een sterkere aanspraak op erkenning hebben dan de levensgezel.
Ontvankelijkheid: wie kan vervangende toestemming vragen?
1) verwekker HR NJ 2009/388 → dna-test;
2) biologische vader + familylife = bekende spermadonor;
3) instemmende levensgezel (m/v), HR NJ 2003/585, (prostituee):
● partnerruil;
● instemming met kind.
- maatstaf: voor 1) en 2): toewijzing verzoek, tenzij - lid 3
(verkrachting, kindermisbruik, ernstige
verstoorde verhouding, huiselijk geweld).
- voor 3) toewijzing verzoek indien - lid 4.
Aantasting toestemming moeder:
Stel dat moeder toestemming verleent aan een ander dan verwekker/biologische vader; kan
maximaal twee juridisch ouders.
Is dit misbruik van bevoegdheid moeder? HR NJ 2005/248.
In twee gevallen:
- nalatigheid, strikte maatstaf - lastig;
- onwetendheid, belangenafweging: of de moeder in redelijkheid tot het verlenen van
toestemming aan die ander had kunnen komen gelet op de onevenredigheid van de
belangen van de verwekker bij erkenning en de daartegenover staande belangen van
de moeder, telkens in verband met de belangen van het kind.
Relevant voor de rechter:
- tijdsverloop geboorte kind & erkenningswens verwekker;
- hoe lang hebben moeder & verwekker samengewoond?
- heeft verwekker kind verzorgd?
- hoe lang wonen ze samen? Stabiele relatie?
- kinderen uit relatie moeder & erkenner?
- wist moeder dat verwekker kind wilde erkennen?
HR NJ 2002/470: na het inleiden van gerechtelijke procedure tot vervangende toestemming
kan moeder aan een ander slechts voorwaardelijk toestemming tot erkenning verlenen.
Tijdens de procedure heeft moeder toestemming gegeven aan de man om het kind te
erkennen. Dit kan dus niet.
HR RvdW 2016/619: na brief advocaat aan vrouw met toestemming om erkenning door
verwekker, kan moeder aan een ander slechts voorwaardelijk toestemming tot erkenning
verlenen. Als de verwekker niet binnen 3 maanden na verzending de brief om vervangende
toestemming vraagt, wordt toestemming van moeder aan derde onvoorwaardelijk.