Thema 1
Studietaak 1 Planningsmodellen (Hoofdstuk 1)
Nadat u deze studietaak hebt afgerond...
... kunt u de vier fasen van de interventiecyclus beschrijven
1. Diagnosefase: probleemanalyse, gedragsanalyse, determinantenanalyse. Alles wat met
het probleem te maken heeft.
2. Voorbereidingsfase: begint wanneer wordt nagedacht over een mogelijke interventie en
eindigt wanneer de interventie geïmplementeerd gaat worden. Alles wat te maken heeft
met het ontwerpen van de interventie. Intervention Mapping protocol wordt in deze fase
gebruikt.
3. Implementatiefase: dit is de fase waarin de interventie daadwerkelijk in de praktijk wordt
uitgevoerd. Bestaat uit uitvoeren van de interventie, continuering van de interventie en
de verspreiding of disseminatie van de interventie.
4. Evaluatiefase: bestaat uit de effectevaluatie, procesevaluatie en economische evaluatie.
Dit is de laatste fase, maar tijdens de andere fases vinden ook al evaluaties plaats zoals
de formatieve evaluatie (hoofdstuk 5).
... kunt u de stappen van het Model van Planmatige
Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering herkennen en
beschrijven, en de verschillen met de Interventiecyclus aangeven
1. Analyse van het gezondheidsprobleem (kwaliteit van leven):
a. met behulp van sterfte, prevalentie, incidentie en ernst van ziekten
b. met behulp van indicatoren kwaliteit van leven zoals de QALY
2. Analyse van gedrag: in kaart brengen mogelijke gedragsoorzaken onderliggend aan het
probleem (bijv. ongezond eten, roken, weinig bewegen) . Kan de mensen die het
probleem zelf hebben of mensen in de omgeving die anderen problemen veroorzaken
(zogenaamde ‘beslissers’ via omgevingscondities)
3. Analyse van gedragsdeterminanten: onderscheid wordt gemaakt tussen persoonlijke
condities (kennis, risicoperceptie, attitude en eigen-effectiviteitsverwachtingen) en
omgevingsdeterminanten (beschikbaarheid en bereikbaarheid gezonde keuzes, sociale
steun of druk en onvoorziene barrières)
4. Interventieontwikkeling: ontwikkelen van interventies die gedrag of
gedragsdeterminanten veranderen. Intervention Mapping protocol staat wederom
centraal, net als bij de Interventiecyclus.
5. Interventie-implementatie: bestaat uit implementatie (uitvoeren) en disseminatie
(verspreiden) van de interventie. Ook moet hier onderzocht worden welke
determinanten de implementatie van de interventie beïnvloeden, op basis daarvan kan
een implementatiestrategie ontwikkeld worden.
1
,6. Evaluatie: effectevaluatie (gewenste resultaat gedragsverandering behaald) en
procesevaluatie (interventie uitgevoerd zoals bedoeld). Idealiter stapsgewijs dus eerst
kleinschalig in gecontroleerde omgeving, daarna groter in levensechte situatie.
Overeenkomsten tussen Model van Planmatige Gezondheidsvoorlichting en
Gedragsverandering (MPGG) en de Interventiecyclus is dat beide gebruik maken van dezelfde
content en van het Intervention Mapping protocol bij de ontwikkeling van de interventie. Een
verschil is dat de interventiecyclus stap 1 t/m 3 van MPGG echter in één fase vat, namelijk de
diagnosefase.
... kunt u het onderscheid tussen primaire, secundaire en tertiaire
preventie, en universele, selectieve, geïndiceerde en zorg gerelateerde
preventie uitleggen
Doelen van preventie in gezondheidsbevordering
Primaire preventie: voorkomen door wegnemen van oorzaken of risicofactoren. Alleen
mogelijk wanneer de oorzaken en factoren voldoende bekend en veranderbaar zijn (bijv.
rijksvaccinatieprogramma voor kinderen, stresspreventie op werk, schoolvoorlichting alcohol)
Secundaire preventie: vroege opsporing. Alleen mogelijk als er een goede test beschikbaar is
(bijv. rijks-screening van kanker, alertheid depressie bij net bevallen vrouwen)
Tertiaire preventie: verzorgen en/of beheersen van ziekte (bijv. therapietrouw, aanpak
chronische vermoeidheid na kanker, leefstijlbevordering bij mensen met diabetes)
Soort preventie
Universele preventie: totale bevolking (bijv. jaarlijkse vuurwerkcampagne)
Selectieve preventie: bevolkingsgroep met hoog risico (bijv. bevolkingonderzoek borstkanker)
Geïndiceerde preventie: Individu met beginnende klachten zonder diagnose
Zorg gerelateerde preventie: individu met ziekte (bijv. bevorderen levensstijl na hartinfarct)
... kunt u het verschil tussen een populatie- en hoog risico benadering in
preventie uitleggen
Een hoog risico benadering betreft een benadering waarbij sprake is van een hoog
gezondheidsrisico voor een relatief kleine groep (bijv. valpreventie bij ouderen of HIV-
preventie drugsgebruikers). Een populatiebenadering richt zich echter op de hele bevolking
of een groot deel van de gehele bevolking met een laag risico (bijv. SOA-preventie Nederland)
Doelen van bevordering Doelgroep
Primair Secundair Tertiaire Hoog risico Populatie
Doelgroep Universeel X X
Selectief X X
Geïndiceerd X X
Zorg X
gerelateerd
2
,... onderschrijft u het belang van planmatige gezondheidsbevordering
Het is een multidisciplinair vakgebied dat zorgt voor:
Identificeren en begrijpen van maatschappelijke gezondheidsproblemen
Verklaren van gezond en ongezond gedrag
Beinvloeden van ongezond gedrag door middel van voorlichting
Begrijpen en veranderen van de fysieke, sociaal-culturele, economische en politieke
omgeving
Evalueren van voorlichtingsinterventies
Het is ethisch verantwoord om goed na te denken over gezondheidsbevordering, omdat dit
onbedoelde negatieve neveneffecten kan hebben (bijv. gevoelens van angst en schuld,
stigmatisering, vergroten gezondheidsverschillen, inperking autonomie).
Inperking van autonomie wordt als acceptabel beschouwt wanneer mensen niet goed
functioneren of wanneer hun gedrag anderen schaadt.
Twee principes van belang paternalistisch model (interventie eerst toetsen voor invoering)
en geïnformeerd-keuzemodel (gezondheidsvoorlichting richt op optimale geïnformeerde,
autonome keuzes.
... kunt u valkuilen bij de ontwikkeling en implementatie van
gezondheidspsychologische interventies herkennen en omschrijven
1. Een niet bestaand probleem: nagaan hoe ernstig het is en hoe vaak het voorkomt.
Voorbeeld: malariacampagne voor de gehele Nederlandse bevolking, waar de ziekte
(bijna) niet voorkomt.
2. Het verkeerde gedrag: relatie met het probleem is onbekend of onzeker.
Voorbeeld: Australische campagne waarin ouders werd aangeraden een gasfornuis te
nemen in plaats van een elektrisch fornuis om brandwonden te voorkomen, terwijl later
bleek dat gasflessen juist tot meer brandwonden leidt.
3. De verkeerde gedragsdeterminanten: niet relevant voor de doelgroep.
Voorbeeld: campagne gericht op informatie over de risico’s als er geen kinderzitjes in de
auto worden gebruikt (waar ouders zich al van bewust waren).
4. De verkeerde interventie: niet adequaat voor het probleem of de determinanten.
Voorbeeld: voorlichting over schone spuiten bij hiv-infectie, als deze nauwelijks te
verkrijgen zijn (interventies moeten dan via voorzieningen lopen, met als doelgroep
beleidsmakers).
5. De verkeerde implementatie: ontwikkeling van een interventie met onvoldoende
aandacht voor implementatie.
Voorbeeld: GGZ test-kit tegen pesten op school, waarbij niet is gekeken naar de wensen
en mogelijkheden van uitvoerders.
3
, 6. Evaluatie: onjuist kiezen van het evaluatieniveau (te hoog of te laag) bij doelstellingen of
alleen een nameting verrichten. Voorbeeld: bewustwording van gezond eten meten door
te vragen naar eetgedrag.
Overige
Gezondheidsbevordering is een combinatie van voorlichting en omgevingsveranderingen die
gezond gedrag en een gezonde levensstijl stimuleert.
Gezondheidsvoorlichting is de combinatie van leerervaringen ontwikkeld en ontworpen om
mensen en gemeenschappen te helpen om hun gezondheid te bevorderen.
Middelen om gezondheidsbevordering te bereiken:
Voorlichting: mensen motiveren tot, trainen in en helpen bij gezond gedrag; gericht op
vrijwillige gedragsverandering (interventies ter bevordering van gezond gedrag).
Preventief: filmpjes op scholen over ongewenste zwangerschap.
Vroege opsporing: brieven voor borstkankerscreening, zelftests.
Zorg: zelfhulpgroepen bij kanker.
Voorzieningen: gezond gedrag gemakkelijker maken.
Preventief: waterzuivering, prijsmaatregelen, sporten op scholen.
Vroege opsporing: consultatiebureaus, regionale centra borstkankerscreening.
Zorg: bloedspiegel vaststellen voor diabetici.
Regelgeving, controle en sancties: gezond gedrag afdwingen (niet vrijwillig).
Preventief: rookverbod, arbeidsomstandighedenwetgeving.
Vroege opsporing: meldingsplicht besmettelijke ziekten.
Zorg: Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WBGO).
Doelgroepen op vijf niveaus die beslissingen nemen:
1. Individueel niveau: personen die risico lopen, patiënten.
2. Interpersoonlijk/ groepsniveau: peers, ouders, hulpverleners.
3. Organisatieniveau: directeuren, managers.
4. Lokaal niveau: opinieleiders in wijken/dorpen, redacteuren lokale kranten.
5. Samenlevingsniveau: politici en ambtenaren, besturen werkgeversorganisaties.
Een integrale aanpak zal het meest effectief zijn. Daarom zijn op alle niveaus voorlichting,
voorzieningen en regelgeving nodig om het gewenste gedrag te stimuleren.
4