Sassen, B. (2015). Gezondheidsbevordering en zelfmanagement door verpleegkundigen en
verpleegkundig specialisten.
1.2 ICF
Studiecloud:
In de ICF wordt gezondheid bekeken vanuit een biopsychosociaal model, wordt de mens gezien als
holistische eenheid en is het uitgangspunt van de verpleegkundige zorg het aanpassingsvermogen
van de patiint. De ICF wordt gebruikt als een planningsinstrument voor het nemen van beslissingen
in de gezondheidszorg.
Boek:
ICF = international classifcation of functioning, disability and health
Een classifcatie van de gezondheid en gezondheidsgerelateerde domeinen
ICF geef weer hoe mensen omgaan met hun gezondheid
ICF plaatst gezondheid in de context van omgevingsfactoren
Gezondheid wordt bekeken vanuit een biopsychosociaal model en de mens wordt gezien als
holistische eenheid
o Holistische visie: een denkbeeld dat ervan uitgaat dat je lichaam, geest plus ziel één
dynamisch geheel zijn en dus onderling nauw met elkaar verbonden zijn
In de ICF staan de biopsychosociale factoren in relatie met de fysieke en maatschappelijke
omgevingsfactoren
Je kijkt dus naar het dagelijks functioneren van een patiint in relatie tot zijn gezondheidsprobleem
en neemt dus het gezondheidsprobleem als uitgangspunt.
Vanuit het gezondheidsprobleem wordt gekeken naar de stoornissen, beperkingen en
participatieproblemen die vanuit het gezondheidsprobleem voorkomen.
Stoornissen hangen samen met lichaamsfuncties en anatomische eigenschappen
Beperkingen hangen samen met de activiteiten die de patiint kan uitvoeren
Participatieproblemen hangen samen met de mate waarin de patiint kan participeren.
Het uitgaanspunt van de vpk-zorg uitgaande van ICF is het aanpassingsvermogen van de patiint:
- Zijn vermogen om de regie te voeren over zijn eigen gezondheid en zijn zelfmanagement te
optimaliseren (binnen de kaders van stoornissenbbeperkingenbparticipatieproblemen)k
ICF kan individueel als op populatieniveau gebruikt worden en wordt gebruikt als een
planningsinstrument voor het nemen van beslissingen in de gezondheidszorg.
,
,1.3 Gezondheidsindicatoren en volksgezondheid
De gezondheidstoestand van een individu of groep kan worden beschreven met behulp van
gezondheidsindicatoren: objectiveerbare en meetbare grootheden van gezondheid en ziekte. Voor
verpleegkundigen is inzicht in de gezondheidstoestand van de bevolking onontbeerlijk als basis voor
zowel preventie als gerichte zorgverlening.
1.4 Epidemiologie
Studiecloud:
De epidemiologie richt zich op het vóórkomen van gezondheidsproblemen, op de samenhang tussen
gezondheidsproblemen en het vóórkomen van aan het gezondheidsprobleem gerelateerde
verschijnselen. Etiologische, prognostische en diagnostische factoren beide mogelijk
aangrijpingspunten voor verbetering van de gezondheid. Het doel van epidemiologisch onderzoek is
een relatie (signifcant verband)k aan te tonen tussen het gezondheidsprobleem en bepaalde
verschijnselen. Metingen op individueel niveau zijn het middel om te komen tot uitspraken op
groeps- enbof populatieniveau. Er wordt alleen epidemiologisch onderzoek uitgevoerd als er geen
systematisch verzamelde statische gegeven voorhanden zijn.
Boek:
Epidemiologie = het vakgebied dat zich bezighoudt met het inzichtelijk maken van de
gezondheidstoestand van de bevolking:
o Enerzijds welke ziekten en aandoeningen onder de bevolking voorkomen
o Anderzijds welke verschijnselen hiermee samenhangen
Bijv.: epidemiologie kan het gezondheidsprobleem hiv bestuderen en de mate waarin hiv onder de
bevolking verspreid is. Ook bestudeert ze welke verschijnselen samenhangen met het voorkomen
van dit gezondheidsprobleem, zoals leefijd, sekse en seksueel gedrag
Ethiologische factoren = bepalend voor het ontstaan van een gezondheidsprobleem en gaan dus aan
de ziekte vooraf
Prognostische factoren = aanwezig gezondheidsprobleem verergert of stopt
Dergelijke factoren = hebben invloed op het verloop van de aandoening.
Cohort = een groep mensen die nauwkeurig kan worden omschreven
Metingen op individueel niveau zijn het middel om te komen tot uitspraken op groeps- enbof
populatieniveau.
Demografsche of bevolkingsstatistieken bieden zich op de samenstelling van de bevolkingsgroepen
Gezondheidsstatistieken bieden zicht op de gezondheidstoestand van de bevolkingsgroepen
1.5 Veel voorkomende gezondheidsindicatoren
Studiecloud:
Gezondheidsindicatoren geven cijfermatig inzicht in het niveau van gezondheid en ziekte onder de
bevolking. Veelgebruikte gezondheidsindicatoren zijn: mortaliteit, levensverwachting, gezonde
levensverwachting (GGV)k, ervaren gezondheid, morbiditeit, medische consumptie en ziekteverzuim.
Quely’s, Daly’s, ADG-maten, SIP zijn epidemiologische maten.
Boek:
Mortaliteit geef het percentage personen weer dat sterf aan een bepaalde aandoening gedurende
een bepaalde tijdseenheid
Gevensverwachting = het aantal verwachte levensjaren gemeten vanaf de geboorte, soorten:
,- Gevensverwachting in goed ervaren gezondheid
- Gevensverwachting zonder lichamelijke beperkingen
- Gevensverwachting in goede geestelijke gezondheid
QAGY’s = queality-adjusted life years wat de verlenging van de levensduur betekent voor de
kwaliteit van leven tussen 0-1
DAGY’s = disability-adjusted life years = combinatie van mortaliteit, morbiditeit en kwaliteit van leven
maat voor ziektelast wordt ook wel ‘burden of disease’ genoemd
Burden of disease wordt berekend door te kijken naar het aantal verloren levensjaren en het aantal
jaren dat iemand heef geleefd met de ziekte, waarbij de ernst van het gezondheidsprobleem wordt
betrokken.
1 Daly = één verloren levensjaar
ADG-maten = geven aan in welke mate functiestoornissen het dagelijks leven belemmeren en bieden
een handvat bij de indicatiestelling voor opname. Vragenlijst: bijv.: kan u opstaan uit bed:
Zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; alleen met hulp; weet nietbgeen antwoord
SIP = sickness impact profle gegevens met een vragenlijst verkregen
ADG- en SIP-vragenlijsten zijn algemeen voor functiestoornissen
McGill Pain Questionnaire specifeke vragenlijst voor pijn
Incidentie = aantal nieuw optredende ziektegevallen of personen met een bepaalde ziekte in een
bepaalde tijdsperiode
Prevalentie = totale aantal personen of bestaande ziektegevallen op een bepaald moment of in
bepaalde periode
Morbiditeit = percentage mensen met een gezondheidsprobleem
compressie van morbiditeit = aantal jaren dat mensen met beperkingen leven is sterk gedaald
Medische consumptie = het gebruik van voorzieningen in de gezondheidszorg
1.6 multimorbiditeit
Veel mensen met een chronisch gezondheidsprobleem hebben niet één, maar meer
gezondheidsproblemen tegelijk: multimorbiditeit. Multimorbiditeit heef waarschijnlijk een extra
negatief efect op de kwaliteit van leven. Voor het verpleegkundige zorgproces is multimorbiditeit
van grote invloed.
1.7 Gezondheidsverschillen
Veel gezondheidsproblemen (zoals psychische gezondheidsproblemen, ongezonde leefstijl)k komen
vaker voor bij mensen met een lage SES dan bij mensen met een hoge SES. Oorzaak is een
combinatie van opleidings- en inkomensniveau, arbeidsomstandigheden en opvoedingsstijl. Bepaalde
gezondheidsproblemen komen vaker voor in regio’s waar veel mensen wonen met een lage SES.
Naast SES spelen sociaal-culturele factoren, milieufactoren en aspecten van de
gezondheidszorgvoorzieningen een rol in gezondheidsverschillen. In de toekomst zullen de
gezondheidsverschillen toenemen.
, 3.1 Doel van preventie
Preventie = men probeert de voorwaarden voor gezondheid te optimaliseren en de factoren te
minimaliseren die gezondheid ongunstig beenvloeden. Met preventie probeer men
gezondheidsproblemen te voorkómen.
doel: zorgen dat mensen gezond blijven
3.2 Universele, primaire preventie
Universele, primaire preventie gaat over het bevorderen van gezondheid en gezond gedrag. De
omgevingsgerichte benadering wordt steeds belangrijker. Omgevingsgericht interventies moeten
nudging zijn.
Nudging = omstreden gedragspsychologische motivatietechniek waarbij mensen op een positieve
manier worden gestimuleerd om zich op een door de overheid gewenste wijze te gedragen
Voorbeeld van vpk universele, primaire preventie jongeren vaccinaties, aandacht voor
mondhygiine
3.3 Selectieve, geendiceerde en secundaire preventie
Selectieve preventie = gericht op een hoogrisiciogroep
Geendiceerde preventie = gericht op mensen die niet voldoen aan de diagnostische criteria voor een
ziekte of aandoening, maar wel al beperkte symptomen hebben.
Secundaire preventie = het in een beginstadium opsporen en vroegtijdig behandelen van ziekten. Een
belangrijk hulpmiddel bij geendiceerde preventie is screening.
Patient’s delay en doctor’s delay veroorzaken vertraging in de diagnosestelling.
Patient’s delay = vertraging die kan ontstaan doordat een patiint met duidelijke symptomen
niet wordt gediagnosticeerd omdat hij geen arts bezoekt
Doctor’s delay = vertraging die kan ontstaan doordat een arts de diagnose, onterecht, niet
stelt
Case-fnding = een vorm van screening waarbij geen bevolkingsonderzoek plaatsvindt, maar waarbij
systematisch in een specifeke groep mensen wordt gekeken of de risicofactor, het risicogedrag enbof
het gezondheidsprobleem kan worden aangetrofen
is dus een hoogrisicobenadering en dus een vorm van selectieve preventie
Case-fnding is de tegenhanger van de populatiebenadering. De vraag is of de screening van
hoogrisicogroepen moet uitgaan van public health imperative of individual informed choice.
3.4 Zorggerelateerde, tertiaire preventie
Zorggerelateerde, tertiaire preventie gaat om het optimaliseren van de gezondheidssituatie bij
gegeven lichamelijke enbof geestelijke stoornissen, beperkingen of handicaps en is, bijvoorbeeld door
casuestische preventie bedoeld om patiinten te helpen zorgonahankelijk te zijn
3.5 Het combineren van vormen van preventie
Het combineren van de verschillende vormen van preventie geef de beste kans op
gezondheidswinst. Preventievormen zijn op verschillende manieren inzichtelijk in te delen,
bijvoorbeeld met de doelenboom van preventie.
Voor succesvolle preventie is de betrokkenheid van de patiint belangrijk.